De klassieke oudheid Tijd van Grieken en Romeinen (800- 500 n. Chr.) Deze twee volken staan symbool voor de oude klassieke beschavingen die de wortel vormen van de (westerse) cultuur. In de eeuwen na de tijd van Grieken en Romeinen is steeds op deze klassieke ('voorbeeldige') periode teruggegrepen. |
Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org
De klassieke oudheid
Enduring understanding
Om welke enduring understanding gaat het in dit tijdvak?
Het klassieke Griekenland (Hellas)
vormt de bakermat van onze westerse beschaving. Zo wordt
het althans al decennia lang onderwezen. Volgens
Jona Lendering wordt hierbij echter voorbij gegaan
aan wat hij noemt de Oosterse erfenis, de
Arabisch-islamitische beschaving, en de oudere
Babylonische en andere Midden-Oosterse culturen.
Bakermat of niet, de aandacht voor de klassieke filosofie en de
klassieke kunst blijft onverminderd groot. De Grieken waren de eersten die vragen
stelden bij de mythische verklaring van ontstaan en
werking van allerlei natuurverschijnselen. Ook
introduceerden zij een tot dan toe onbekende
bestuursvorm, de democratie. Wat niet wegneemt dat de
bakermat van onze democratie eerder in de middeleeuwen
ligt.
Daarnaast is de invloed van de Griekse kunst
(literatuur, toneel en beeldende kunst) op de westerse
samenleving geweldig groot.
Luc Ferry ziet Dionysus als het symbool van de mythen die, anders dan een religie, rekening houden met de werkelijkheid van de menselijke eindigheid en van de waanzin, waarvan de goden zich hebben bevrijd en die ze volledig naar de mensen en de zintuiglijk waarneembare wereld hebben verbannen. Deze verbanning luidt, als ik Ferry goed begrijp, de opkomst in van de Griekse filosofie, die hij een ’verwereldlijking’ van de mythologie noemt. Met de Griekse filosofen begint een wereldlijke spiritualiteit die tot vandaag toe voortduurt en waarmee wij het vraagstuk van het heil alléén moeten oplossen door middel van onszelf en onze rede, niet met behulp van het geloof en de onsterfelijke goden. Hans Oranje in Trouw |
De Romeinen hebben, door het veroveren van het grootste
deel van Europa, er voor gezorgd dat de kunst van de
Grieken en wat zij er zelf aan toegevoegd hebben (met
name bouwkunst), zich verspreidde over Europa en er zijn
stempel opdrukte.
In deze periode ontstond een tweetal godsdiensten die
sterk verschilde van voorafgaande godsdiensten, het
jodendom en het christendom. De verschillen tussen
jodendom en christendom hebben na de dood van Jezus een
grote invloed gehad op de geschiedenis van Europa.
Kenmerkende aspecten en leerdoelen
-
De groene kenmerkende aspecten en leerdoelen hebben betrekking op het basisonderwijs
-
De blauwe kenmerkende aspecten en leerdoelen hebben betrekking op de onderbouw van het voortgezet onderwijs
-
De rode kenmerkende aspecten en leerdoelen hebben betrekking op de tweede fase
Essential Questions
De Essential Questions worden voor het eerst in de onderbouw aan de orde gesteld. De leerlingen formuleren een voorlopig antwoord. In de tweede fase keren de vragen dan weer terug. De leerlingen reflecteren op hun eerder antwoorden en stellen deze bij.
-
Is de democratie de beste regeringsvorm?
-
Hoe actueel is de klassieke vormentaal van Grieken en Romeinen?
-
Zijn polytheïsme en monotheïsme echt zo verschillend van elkaar?
Basisconcepten
In de meeste tijdvakken kun je voor de vijf basisconcepten (macht, oorlog, godsdienst, kunst en levensonderhoud) telkens dezelfde vragen stellen.
macht | oorlog | godsdienst | kunst | levensonderhoud | ||
tijdvak 2 | Atheners en Spartanen | |||||
Wetenschappelijk denken | ||||||
Kunst | ||||||
Godsdienst | ||||||
Oorlog |
Wat komt aan de orde
Grieken
De tijd van de Grieken en de Romeinen of de Oudheid duurde van ca. 800 v. C. tot ca. 500 na. C. Deze twee beschavingen volgden elkaar deels op, deels ook overlapten zij.
De Grieken zijn voor ons vooral van belang door:
-
het unieke politieke systeem dat in Athene is ontstaan, de democratie.
-
de ontwikkeling van het wetenschappelijk denken (de Griekse filosofie)
-
het Griekse pantheon en de bijhorende mythen, die de hele Westerse geschiedenis een inspiratiebron vormen voor beeldhouwers, schilders, schrijvers en componisten. Vanaf de 15de eeuw werd zelfs hun kunst en literatuur terug als normerend beschouwd (Renaissance)
-
de Griekse toneelkunst
-
de Griekse vormentaal (bouwkunst en beeldhouwkunst)
Om leerlingen inzicht te geven in de metaconcepten continuïteit en verandering, oorzaak en gevolg is het van belang de volgende vragen aan de orde te stellen:
-
In hoeverre lagen de machtsverhoudingen in Athene anders dan in de eerste stedelijke gemeenschappen?
-
wat was de basis voor macht bij de Grieken?
-
verschilden de oorzaken van oorlogen in de Griekse wereld van eerdere oorlogen?
-
in hoeverre verschilden de godsdienstige opvattingen van de Grieken van de godsdienstige opvattingen van mensen in de eerste stedelijke gemeenschappen?
Romeinen
De Romeinen zijn voor ons vooral van belang door:
-
het stichtten van een groot imperium
-
hun bouwkunst. De Romeinen waren geniale bouwers en ingenieurs van wegen, aquaducten, rioleringen, verwarmingsinstallaties
-
De echo's van hun aanwezigheid in onze huidige samenleving: in onze wetboeken, in onze taal, ons onderwijssysteem, politieke en juridische instellingen.
Om leerlingen inzicht te geven in de metaconcepten continuïteit en verandering is het van belang de volgende vraag aan de orde te stellen:
-
verschilden de motieven van de Romeinen om oorlogen te voeren met de motieven van eerdere volken?
Joden en Christenen
Om leerlingen inzicht te geven in de metaconcepten continuïteit en verandering is het van belang de volgende vragen aan de orde te stellen:
-
In hoeverre verschilde de godsdienst van Joden en Christenen van eerdere godsdiensten?
-
In hoeverre verschilde godsdienst van de Christenen van de godsdienst van de Joden?
Het curriculaire spinnenweb
Het spinnenweb als metafoor voor het leerplan
maakt duidelijk dat het veranderen van een aspect van
het curriculum (aan een van de draden trekken)
onvermijdelijk gevolgen heeft voor andere aspecten van
het curridulum. In het artikel 'u denkt voor mij'
wordt
bijvoorbeeld een experiment beschreven waarin de
leerbronnen en de rol van de docent veranderen, maar de
leerdoelen en de toetsing niet. Dat de resultaten dan
tegenvallen is eigenlijk niet verwonderlijk.
Lesmateriaal
1. Onderbouw basisonderwijs
Verhaal voorlezen en bespreken aan de hand van richtvragen.
Dam, Arend van, Lang geleden ... , de geschiedenis van Nederland in vijftig voorleesverhalen, Van Holkema & Warendorf, Houten, 2008
De Romeinen komen
-
Verrit en Malort
Weg met de Romeinen
-
Julius Civilis
2. Bovenbouw basisonderwijs
3. Onderbouw voortgezet onderwijs
Basis
-
De Grieken brugklas
-
Sparta en Athene brugklas
De afzonderlijke stadstaten voelden zich enerzijds met elkaar verbonden door bijvoorbeeld taal, godsdienst en spelen wat tot hun uiting kwam in hun gemeenschappelijke strijd tegen de Perzen aan het begin van de eeuw. Anderzijds waren zij elkaars tegenstanders en bestreden zijn elkaar bijvoorbeeld in de Peloponnesische oorlog waarmee deze eeuw ten einde kwam. -
Democratie (vroeger en nu) brugklas
-
Het Romeinse Rijk brugklas
-
Korte opdracht over betrouwbaarheid aan de hand van De Bello Gallico
Extra
4. Tweede fase voortgezet onderwijs
Basis
-
Democratie (vroeger en nu) tweede fase
Extra
-
De Bataafse mythe tweede fase
Korte opdracht in een havo en vwo versie over de doorwerking van de Bataafse mythe in de geschiedenis van ons land. -
Pompeii brugklas of tweede fase
-
De limes tweede fase
Powerpoint
Zie ook:
Tijdvak en kenmerkende aspecten
2. Tijd van Grieken en Romeinen
Kenmerkende aspecten:
-
de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en
politiek in de Griekse stadstaat -
de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
-
de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
-
de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
-
de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste
monotheïstische godsdiensten
Contexten
Hellas (Griekenland)
-
Romeinse Rijk
Samenleving van boeren en stedelingen
Leerdoelen
De leerlingen:
-
kennen de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de godsdienst van de Grieken en Romeinen enerzijds en die van de Joden en Christenen anderzijds.
-
kennen de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de godsdienst van de Joden en Christenen.
-
kunnen uitleggen dat er bij de Grieken naast een mythische verklaring een meer rationele verklaring voor allerlei verschijnselen kwam
-
kennen de belangrijkste verschillen tussen een aristocratie en een democratie.
-
kunnen uitleggen wat de belangrijkste factoren waren voor de groei van het Romeinse Rijk
-
kunnen een vergelijking maken tussen het feitelijke verhaal van het ontstaan van Rome en het mythische verhaal
Inhoudelijke (unieke) begrippen
Olympus
-
Olympische Spelen
-
Stadstaat/plis
-
Sparta
-
Athene
Peloponnesische Oorlog
-
Parthenon
-
Delphi
-
Rome
-
Romeinse Rijk
-
romanisering
-
Caesar
-
Augustus
Inhoudelijke (generieke) begrippen
beschaving
boeren
priester
samenleving
maatschappij
-
politiek
staat
tempel
aristocratie
-
democratie
-
status
leger
ritueel
rite
ceremonie
cultus
Meta-concepten (second-order concepten)
Continuïteit/verandering
welke veranderingen traden op in het wereldbeeld van de Grieken?
Oorzaak/gevolg
wat was of wat waren de oorzaken van de Perzische en Peloponnesische oorlogen?
Bewijs (bronnen)
wat zijn de belangrijkste materiële bronnen voor de geschiedenis van Grieken en Romeinen?
-
hoe betrouwbaar is 'De Bello Gallico' voor een goed beeld van Caesars oorlogen?
Tijd en plaats
De tien tijvakken
Copyright: Albert van der Kaap, 2009