De Negentiende Eeuw Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) De negentiende eeuw is de eeuw van de industriële revolutie en haar gevolgen. Gevolgen op sociaal-economisch en politiek gebied. |
Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org
Om welke enduring understanding gaat het in dit tijdvak?
De negentiende eeuw wordt
gekenmerkt door twee grote ontwikkelingen:
In de eerste
plaats de industrialisering van de samenleving, de
sociaal-economische gevolgen daarvan en de relatie met
het modern imperialisme. Het is belangrijk dat
leerlingen zicht krijgen op de impact van de
industrialisering en de positieve en negatieve aspecten
ervan. Centraal staan verder de oplossingen die
verschillende politieke stromingen hebben aangedragen om
de negatieve aspecten te bestrijden.
In de tweede plaats de democratisering van de samenleving die niet los gezien kan worden van zowel de ideeën van de Verlichting en de Franse Revolutie als van de gevolgen van de industrialisering. Leerlingen kunnen de bijdrage van emancipatiebewegingen, politieke partijen en vakbonden in dit proces duiden.
Kenmerkende aspecten en de leerdoelen
-
De groene kenmerkende aspecten en leerdoelen hebben betrekking op het basisonderwijs
-
De blauwe kenmerkende aspecten en leerdoelen hebben betrekking op de onderbouw van het voortgezet onderwijs
-
De rode kenmerkende aspecten en leerdoelen hebben betrekking op de tweede fase
Essential Questions
De Essential Questions worden voor het eerst in de onderbouw aan de orde gesteld. De leerlingen formuleren een voorlopig antwoord. In de tweede fase keren de vragen dan weer terug. De leerlingen reflecteren op hun eerder antwoorden en stellen deze bij.
-
Werd het leven voor mensen eenvoudiger/plezieriger als gevolg van de industrialisering van de samenleving?
-
Was/is de industrialisering een zegen voor de mensheid?
-
Is de democratie de beste regeringsvorm?
Basisconcepten
In de meeste tijdvakken kun je voor de vijf basisconcepten (macht, oorlog, godsdienst, kunst en levensonderhoud) telkens dezelfde vragen stellen.
macht | oorlog | godsdienst | kunst | levensonderhoud | ||
tijdvak 8 | Industriële Revolutie | |||||
Sociale Kwestie | ||||||
Modern imperialisme | ||||||
Emancipatie | ||||||
democratisering | ||||||
politiek- maatschappelijke bewegingen |
Het curriculaire spinnenweb
Het spinnenweb als metafoor voor het leerplan maakt duidelijk dat het veranderen van één aspect van het curriculum (aan een van de draden trekken) onvermijdelijk gevolgen heeft voor andere aspecten van het curridulum. In het artikel 'u denkt voor mij' wordt bijvoorbeeld een experiment beschreven waarin de leerbronnen en de rol van de docent veranderen, maar de leerdoelen en de toetsing niet. Dat de resultaten dan tegenvallen is eigenlijk niet verwonderlijk.
Wat komt aan de orde
Het centrale thema thema in de negntiende eeuw is de industrialisering van de samenleving en de sociaal-economische en politieke gevolgen daarvan.
-
De (oorzaken van de) industrialisatie
-
de (sociaal-economische en politieke) gevolgen van de industrialisatie voor de samenleving
-
modern imperialisme in relatie tot de industrialisatie
-
de democratisering van de samenleving/uitbreiding van het kiesrecht tot algemeen kiesrecht (mannen en vrouwen)
-
ontstaan van (socialistische en feministische) emancipatiebewegingen
-
ontstaan van politieke partijen en ideologieën
-
ontstaan van liberalisme als uitwerking van het burgerlijk vrijheidsideaal
-
ontstaan van nationalisme als uitwerking van het ideaal van zelfbeschikking van volken
-
ontstaan van confessionalisme als reactie op verlicht denken
De belangrijkste thema's in de negentiende eeuw kunnen bijvoorbeeld behandeld worden aan de hand van de film Daens.
Daens
Boek en film Daens In 1992 verfilmde Stijn Coninx het boek met
in de hoofdrol Jan Decleir als Daens. |
Niet veel docenten zullen geneigd zijn de film Daens in zijn geheel in de klas vertonen. Met een lengte van 134 minuten kost je dat minstens drie lessen en als je de film ook nog wilt nabespreken ben je twee weken verder. Mogelijk gebruiken docenten de film wel om er fragmenten van te tonen als illustratie van aspecten van het leven in en om een textielfabriek.
Waarom
wel de hele film laten zien?
Toch is er veel voor te zeggen om de film wel in z'n
geheel te vertonen. Als je de film in zijn geheel laat
zien plaats je het onderwerp 'de ontwikkeling naar een
industriële samenleving' in een voor leerlingen
herkenbare context.
Leerlingen zullen zich waarschijnlijk alleen bij een integrale vertoning echt gaan inleven in het lot van fabrieksarbeiders op het eind van de negentiende eeuw.
De film zal bij leerlingen allerlei vragen oproepen en het is bekend dat aangeboden informatie veel beter beklijft indien deze aansluit bij vragen van leerlingen.
De film kan vervolgens als een soort ankerpunt dienen voor het behandelen van veel aspecten die gerelateerd zijn aan het onderwerp. Gedurende het hele jaar en misschien wel in verschillende jaren kun je in je lessen teruggrijpen naar (onderdelen van) de film. Voorwaarde is wel dat de film goed bij de leerlingen wordt geïntroduceerd en uitvoerig geanalyseerd.
Om een actieve kijkhouding te bevorderen en het
rendement van de film zo groot mogelijk te maken is het
goed de leerlingen vooraf een aantal opdrachten te geven.
1. Tijdens het
kijken naar de film noteren zij de namen van de personen
die een (belangrijke) rol spelen in de film op een groot
vel papier. Om elke naam plaatsen zij een cirkel waarbij
ze er zorg voor dragen dat er voldoende ruimte tussen de
namen zit. Bij elke naam zetten zij welke functie of
welk werk de persoon heeft.
2.
Na afloop van de film moeten de leerlingen met een lijn
de personen met elkaar verbinden die op de een of andere
wijze bij elkaar horen. Het is daarbij uiteraard
mogelijk dat personen bij verschillende groepen horen.
Zij kunnen dat duidelijk maken door verschillende
kleuren te gebruiken.
3. Vervolgens vergelijken de
leerlingen in groepjes van drie of vier de resultaten
met elkaar, waarbij zij het met elkaar eens moeten zien
te worden over de beste indeling. Ook geven ze in enkele
woorden aan wat de groep tot een groep maakt, met andere
woorden, waarom deze personen bij elkaar horen.
4.
Hierna volgt een nadere analyse van de film. Deze
analyse levert de onderwerpen op voor de komende weken
en misschien wel maanden en vormt als het ware een brug
tussen film en historische werkelijkheid. In de eerder
gevormde groepjes stellen de leerlingen een lijst op met
thema's die in de film aan de orde komen.
Het spreekt
vanzelf dat dit werk klassikaal uitgebreid wordt
besproken.
Thema's die in de film aan de orde komen zijn:
-
woonomstandigheden en het voedsel (de aardappeleters)
-
arbeidsomstandigheden; kinderarbeid, boetes, sexuele intimidatie, gevaarlijk werk (een klein jongetje dat onder de machines werkt vindt daar de dood)
-
de solidariteit onder de arbeiders (als Jefke een boete krijgt)
-
het moreel verval als gevolg van de schrijnende armoede: drankmisbruik, prostitutie, kindersterfte.
-
de seksuele uitbuiting van meisjes (een van Daens' bijzonder actiepunten in het parlement)
-
tegenstellingen tussen de hogere en lagere clerus. Op de vraag: who's side are you on? kiest Daens voor de arbeiders, maar de hogere geestelijkheid voor de fabriekseigenaren. Daens wordt uiteindelijk uit zijn ambt gezet.
-
de onmacht van de arbeiders om iets aan hun situatie te veranderen. Deze onmacht blijkt o.a. uit het willekeurige boete systeem. Arbeiders kunnen zomaar worden ontslagen. De onderzoekscommissie van het parlement die op aandringen van Daens een bezoek brengt aan een fabriek spreekt alleen Frans en de leden van de commissie worden door de voorman van de arbeiders afgeschermd. Als de arbeiders het lichaam van het gestorven jongetje aan de commissie willen tonen verhindert de politie dat. Fabriekseigenaren proberen door het uitdelen van soep aan werkwilligen de staking te breken.
-
de tegenstellingen tussen katholieken en socialisten
-
de strijd voor het algemeen kiesrecht
-
de pogingen om in het parlement (na de invoering van het algemeen kiesrecht) iets aan de situatie van de arbeiders te doen.
-
loyaliteit. Het meisje Nette levert op een bepaald moment ongezouten kritiek op Daens, maar zij accepteert vervolgens niet dat haar socialistische vriendje kritiek levert op ‘haar’ Daens.
Het
vervolg Lesmateriaal 1. Onderbouw basisonderwijs
Met de film Daens als uitgangspunt en referentiekader
kunnen vervolgens allerlei onderwerpen worden behandeld
of uitgediept. Lesmateriaal bij een aantal onderwerpen
vindt u op
deze website.
Verhaal voorlezen en bespreken aan de hand van richtvragen.
Dam, Arend van, Lang geleden ... , de geschiedenis van Nederland in vijftig voorleesverhalen, Van Holkema & Warendorf, Houten, 2008
De ttijd van de koningen
-
De koning die graag koopman wilde zijn
De tijd van de koningen
-
Koning Willem II
Einde van de slavernij
-
Eduard Douwes Dekker
Kinderen in de fabriek
-
De wet van Samuel van Houten
Een Nederlandse schilder in Frankrijk
-
Vincent van Gogh
De tijd van de koningen
-
De kleine koningin
De eerste vrouwelijke dokter
-
Aletta Jacobs
2. Bovenbouw basisonderwijs
3. Onderbouw voortgezet onderwijs
Basis
-
Daens
Een lessenserie over allerlei aspecten van de Industriële Revolutie rond de speelfim Daens
Extra
-
Kinderarbeid
Leerlingen doen onderzoek naar (de gevolgen van) kinderarbeid in Engeland in de negentiende eeuw en houden vervolgens een debat over het onderwerp.
De webquest Kinderarbeid kent vier versies. Het product van versie 1 en 3 is een klassikale discussie, in de versies 2 en 5 maken de leerlingen in groepjes een onderzoeksverslag. -
Albert Hahn en de Industriële Revolutie
Opdrachten bij spotprenten van Albert Hahn over de gevolgen van de industrialisatie van de samenleving -
Uitvindingen in de textielindustrie
Opdrachten bij uitvindingen uit de begintijd van de industrialisatie. Leerlingen leren hoe de diverse uitvindingen met elkaar samenhangen. -
New Lanark
Opdrachten bij uitvindingen uit de begintijd van de industrialisatie. Leerlingen leren hoe de diverse uitvindingen met elkaar samenhangen. -
Algemeen kiesrecht
In de strijd van de (fabrieks)arbeiders voor betere leefomstandigheden (wat betreft bijvoorbeeld wonen en werken) speelt de strijd voor het algemeen kiesrecht een belangrijke rol. Deze strijd werd onderwerp van een groot aantal spotprenten. Deze opdrachten hebben betrekking op een aantal daarvan. -
Vrouwenkiesrecht
In dezelfde tijd waarin (fabrieks)arbeiders streden voor betere leefomstandigheden (wat betreft bijvoorbeeld wonen en werken) streden vrouwen voor de invoering van het vrouwen kiesrecht. Dat de strijd van de vrouwen voor het kiesrecht op nogal wat weerstanden stuitte blijkt uit een groot aantal spotprenten. Deze opdrachten hebben betrekking op een aantal daarvan.
4. Tweede fase voortgezet onderwijs
Powerpoints
Zie ook:
Tijdvak en kenmerkende aspecten
8. Tijd van burgers en stoommachines
Kenmerkende aspecten:
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
Discussies over de ‘sociale kwestie’.
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
De opkomst van emancipatiebewegingen.
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Contexten
Het industrialiserende West-Europa
-
Afrika en Azië
Leerdoelen
De leerlingen:
-
kennen de belangrijkste kenmerken van een industriële productiewijze
-
kunnen een relatie leggen tussen de industrialisering van de samenleving en de sociale kwestie
-
kunnen aangeven welke visie liberalen, socialisten en confessionelen hadden op de sociale kwestie
-
kunnen een relatie leggen tussen de sociale kwestie en de strijd voor het algemeen kiesrecht
-
kunnen en relatie leggen tussen de industrialisering van de samenleving en de (vrouwen) emancipatie
-
kunnen een relatie leggen tussen de industrialisering van de samenleving en het modern imperialisme
-
kunnen aangeven wat de opkomst van het nationalisme betekende voor staatkundinge en politieke ontwikkelingen in Europa
Inhoudelijke (unieke) begrippen
industriële revolutie
-
sociale kwestie
-
modern imperialisme
-
ministeriële verantwoordelijkheid
-
Karl Marx
-
Thorbecke
Inhoudelijke (generieke) begrippen
-
beschaving
landbouw
industrie
samenleving
maatschappij
staat
kiesrecht
-
vrouwenkiesrecht
-
grondwet
-
revolutie
-
imperium
-
liberalisme
-
confessionalisme
-
socialisme
-
communisme
-
feminisme
-
emancipatie
Meta-concepten (second-order concepten)
Continuïteit/verandering
welke veranderingen traden er op als gevolg van de industrialisering van de samenleving
Oorzaak/gevolg
wat waren oorzaken van de slechte situatie van de arbeiders
Bewijs (bronnen)
-
Analyseren van spotprenten
Tijd en plaats
De Tien tijdvakken
Copyright: Albert van der Kaap, 2009