OorlogOorlog is een generiek concept waarmee leerlingen bij het vak geschiedenis geregeld geconfronteerd worden. Reden genoeg om nader in te gaan op de diverse aspecten van oorlog. |
Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org
Het concept oorlog
War doesn't determine who is right, only who is left
Definitie van oorlog
Er is geen officiële definitie van oorlog. L. F.Richardson heeft ooit gezegd dat 1 dode een moord is en 1000 doden een gewapend conflict .
Singer & Small en Deutsch
& Senghaas stelden voor om het over "oorlog" te
hebben als het voldeed aan de volgende drie criteria:
-
Grootte: het resulteert in minstens 1000 doden op het slagveld (niet meegeteld de indirecte slachtoffers door hongersnood, gebrek aan onderdak en ziekten).
-
Voorbereiding: het is van tevoren voorbereid, en/of wordt onderhouden door grootschalige sociale organisaties door middelen als rekrutering, training en opstelling van troepen; de aanschaf, opslag en distributie van wapens en munitie.
-
Legitimatie: het wordt gewettigd door een opgezette regeringsorganisatie, zodat de moord op grote schaal niet als misdaad maar als plicht wordt gezien.
Eckhardt definieerde oorlog als "elk gewapend conflict, waar een of meer overheden bij betrokken zijn, en dat 1000 of meer slachtoffers per jaar kost".
Essential Questions over oorlog
Oorlog is een concept dat in alle samenlevingen, de hele geschiedenis door, een grote rol speelt. Daarmee is oorlog een generiek concept en bij dergelijke concepten is het belangrijk dat leerlingen leren telkens in ieder geval dezelfde essential questions te stellen. Het telkens opnieuw stellen van een zelfde set vragen helpt leerlingen zicht te krijgen op continuïteit en verandering.
1. Wat is het doel of wat waren de doelen van oorlog doelen/ wat waren de oorzaken
2. Wie namen aan de strijd deel/ wat is de schaal van de oorlog
3. Hoe werd de oorlog gevoerd (met welke wapens)
4. Wat waren de gevolgen van de oorlog
5. Hoe keken de mensen aan tegen het voeren van oorlog?
'Het is een mooi iets voor een goede man om
te vallen tussen de mannen in de voorste linie
en te sterven, vechtend voor zijn vaderland.
Want de man die zijn stad verlaten heeft en zijn
vriuchtbare akkers om uit bedelen te gaan is de
meest gekwelde mense van allen. Daar zwerft hij
rond met zijn lieve moeder en zijn oude bvader,
zijn kleine kinderen en de vrouw met wie hij
getrouwd is. Niemand is blij met zijn komst waar
hij ook gaat omdat hij in de ban is van Armoede
en ellendig Gebrek ...Laten wij darom met inzet
strijden voor dit land en niet bang meer zijn om
te sterven voor onze kinderen. |
Oorzaken van oorlog
Aboriginals hebben heel lang geen landbezit gekend, de grond werd gewoon gebruikt door door degene die grond nodig had. Dit leidde nooit tot problemen en er was sprake van een grote saamhorigheid. Enige tijd terug gingen Aboriginals grond afpalen en omheinen. Vanaf dat moment, aldus een aboriginal, kwam er onenigeid binnen families en stammen. Jaloezie en hebzucht deden hun intrede.
Bron: aflevering 20 'Hollandse aboriginals' van de serie over de reis met de Beagle (http://beagle.vpro.nl/#/blog/item/3321/)
Wanneer zijn oorlogen ontstaan?
Een groot aantal antropologen en
historici associëren het ontstaan van oorlog met het
midden van de steentijd. Ferguson is onder hen wel de
meest uitgesproken aanhanger van deze
‘culturele-inventie’-theorie: ‘Geconcludeerd kan worden
dat het ongeveer 8000 jaar geleden was dat oorlog in
Mesopotamië voor het eerst een sociaal instituut werd.
Sindsdien heeft het zich verspreid, of is het elders
heruitgevonden. Dit rijmt eenvoudigweg niet met het idee
dat oorlog al gedurende de gehele
menswordingsgeschiedenis heeft plaatsgevonden’
(Ferguson, 1998: 15).
Natuurlijke selectie
In de meest algemene zin van het woord kan men zeggen
dat het ‘rationele’ doel achter oorlogsvoering, genocide
en ander groepsgeweld, samengevat kan worden als het
zich ontdoen van concurrentie in de eeuwige strijd om
schaarse hulpbronnen, of het uitschakelen van de
waargenomen bronnen van terreur en angst. ‘Oorlog is
duidelijk een manier om zich hulpbronnen en
benodigdheden toe te eigenen en een manier om mogelijke
gevaren voor de eigen bevolking te verwijderen’ (Corning
1975: 373). De natuurlijke selectie draait in principe
niet om vernietiging, maar om voortplanting.
Gewelddadige conflicten zoals oorlogsvoering zijn
evolutionair alleen te begrijpen als die bijdragen aan
het voortplantingssucces (Meyer, Low, van der Dennen).
Een groot aantal disciplines hebben de oorlog
traditioneel bestudeerd bij huidige zowel als
‘primitieve’ (voorstatelijke, pre-industriële)
samenlevingen, dat wil zeggen bij de volken van voor de
uitvinding van het schrift (jagers-verzamelaars, en de
eerste landbouwvolken), maar zijn er altijd impliciet
van uitgegaan dat:
a) oorlog uniek is voor de menselijke soort;
b) oorlog een culturele uitvinding was, en dat
c) het verschijnsel of instituut oorlog zich sindsdien
over de wereld verspreid heeft - of dat het her en der
opnieuw is uitgevonden (bijvoorbeeld Cioffi-Revilla).
Fylogenese
De ontdekking van collectief geweld en dodelijke
overvallen (lethal male raiding) bij vrijlevende
mannelijke chimpansees, en op een veldslag lijkend
geweld tussen groepen (combat) bij sociaal levende
carnivoren en een groot aantal primaten maken de
conventionele kijk op het oorlogsvoeren als een strikt
menselijke ‘culturele uitvinding’ van een aantal
duizenden jaren oud steeds minder houdbaar. In plaats
daarvan is het gezichtspunt van de fylogenetische
continuïteit, als eerste geponeerd door Darwin, Bigelow
en o.a. Corning, en daarna uitgewerkt door vele anderen
(Meyer, Low, Slurink, van Hooff, van der Dennen, Gat),
steeds meer de moeite waard om te onderzoeken.
Fylogenese kijkt naar de 'ultimate dimension' van
causaliteit, naar de evolutionaire ontstaansgeschiedenis
of de lange-termijn oorzaken van iets: Waarom is
oorlogsvoering of het niet-menselijke equivalent ervan
in de eerste plaats geëvolueerd? En waarom heeft het
zich maar bij zo weinig soorten ontwikkeld?
Een onderscheid dient te worden gemaakt met 'proximate
(ontogenetische of onmiddellijke) causes', zoals: wat
zijn de motivaties en omstandigheden die tot deze ene
oorlog geleid hebben? Waarom vechten krijgers en
soldaten in een oorlog? Ultimate en proximate oorzaken
dienen als complementair te worden opgevat, dat wil
zeggen ze vullen elkaar eerder aan dan dat ze elkaar
uitsluiten.
Uiteindelijk zijn alle organismen het product van de
vroegere strategieën van hun genen. En de mens is, al
vindt hij zichzelf nog zo superieur, hierop geen
uitzondering. Het evolutionaire (of Darwinistische)
paradigma gaat ervan uit dat alle organismen, inclusief
de mens, geëvolueerd zijn; dat alle levende organismen
afstammen van succesvol parende en zich voortplantende
voorgaande organismen in vroegere milieus; en dat deze
uiteindelijk, in een ononderbroken keten, afstammen van
de eerste simpele celdelende protozoa, en daarom
fylogenetisch aan elkaar verwant.
Bronnen
-
Ferguson, N. (1998) The Pity of War: Explaining World War One
- http://www.nvmp.org/990206a.htm
- http://www.nvmp.org/990306.htm
- http://www.nvmp.org/990410.htm
- http://www.nvmp.org/200108.htm
Oorlog
Oorlog
Oorlog
Oorlog
Oorlog
Copyright: Albert van der Kaap, 2009