|
Bron 4
Een Engelse ooggetuige schrijft over de beeldenstorm in
Antwerpen:
"Vandaar trokken zij deels naar parochiekerken, deels
naar godshuizen en richtten er zo'n verwoesting aan. Dat
ik niet geloof dat er ooit een dergelijke vernieling in
een nacht tot stand is gebracht. Het wonderlijkste is
echter dat ze zo weinig in getal waren, want ik zag in
sommige kerken hooguit tien of twaalf die braken,
meestal kwajongens of ander gespuis die 'vive les geux'
riepen. Er stonden echter wel veel kijkers en
aanstichters bij. In de stad zelf was het rustig en stil
alsof er niets in de kerken te doen was geweest. Met
vele anderen gingen we rondlopen om te zien wat er was
voorgevallen. In de OL Vrouwekerk zag het eruit als een
hel, er branden wel duizend toortsen en er was veel
leven. Een getier en geraas, alsof hemel en aarde
vergingen van al die beelden en kostbare kunststukken
die omvergehaald en aan stukken geslagen werden. De
verwoesting was zo groot dat er geen plaats was om door
te dringen.
|
|
|