Het leren moet plaatsvinden in een veilige omgeving en de
leerling moet zich gewaardeerd voelen door leraar en leerlingen. Belangrijke
aspecten zijn: het hebben van oogcontact met de leerling, het tijd geven om
te antwoorden, goede onderdelen van foute antwoorden positief waarderen,
herformuleren van antwoorden.
Het leren moet plaatsvinden in een prettige omgeving. Humor
kan daarbij helpen en ook het aanbrengen van structuur in de lessen,
bijvoorbeeld door een duidelijk begin en einde van de lessen.
De leerling moet het gevoel hebben dat wat hij moet
leren binnen de grenzen van zijn mogelijkheden ligt
Leerlingen leren beter als zij het gevoel hebben dat de
opdrachten belangrijk zijn voor hun eigen doelen/doelstellingen
De opdracht moet duidelijk en eenduidig zijn. Voorbeelden
van afgeronde taken kunnen daarbij helpen
Leren is alleen betekenisvol als de nieuwe kennis aansluit bij
bestaande kennis. Er zijn twee soorten kennis:
procedurele kennis
kennis betreffende leerprocessen, bijvoorbeeld het toepassen van een
stappenplan, kaartlezen, experimenteren en het schrijven van een essay. In het
aanleren van procedurele kennis kun je drie fasen onderscheiden:
het construeren van procedurele kennis. Drie basis
types van procedures zijn algoritmes (stappen, staartdelingen kunnen maken
in stappen), tactieken (regels voor het kunnen lezen van een grafiek) en
strategieën (algemene regels voor probleemaanpak) Leerlingen kunnen helpen
bij het aanleren van deze kennis door bijvoorbeeld analogieën te gebruiken
en door hardop te vertellen wat je doet als leraar.
het vormgeven van procedurele kennis. Leerlingen leren door
te doen en worden begeleid door de docent, die reflecteert op wat de
leerling doet.
het internaliseren van procedurele kennis vindt plaats
door iets zolang te doen dat het (haast) automatisch gaat. Nadruk op
snelheid en nauwkeurigheid kan hierbij helpen.
verklarende kennis
verklarende kennis is kennis van feiten en
die kunnen reproduceren/herhalen. In het aanleren van verklarende kennis kun je
drie fasen onderscheiden:
het construeren van verklarende kennis. Je gebruikt
bestaande/aanwezige kennis om betekenis te geven aan wat je aan het leren
bent. Een populaire strategie is: Wat weet je al, wat wil je weten/leren,
aangeven wat je geleerd hebt.
het organiseren van verklarende kennis. Je kunt leerlingen
van te voren vragen geven om de informatie te organiseren. Je kunt ook
gebruik maken van schema's, grafieken en modellen
het opslaan van verklarende kennis. Succesvolle
strategieën zijn hier het leggen van verbanden met oude kennis, het
vertellen van verhalen over het onderwerp enz.