Inhoudsopgave
- Harm van der Kaap
- Elske van der Kaap
- Geertje van der Kaap
- Jacob van der Kaap
- Grietje van der Kaap
- Karst van der Kaap
- Antje van der Kaap
- Roelfke van der Kaap
Kinderen van Karst Jacobs
- Onze achternaam
- Familiewapen
- De naam van de vader
- Albert van der Kaap
- Kwartierstaat Albert vd Kaap
- Kwartierstaat Geertje Kemper
- Kwartierstaat Zwaantje Wigboldus
- Bieuwkje Wijnalda
- Fockens
- Wigboldus Homeri
- Grimminga en Mees
- Het werk achterna
- Nazaten van Elske
- Zevenhuizen
- Nieuws
- Nieuwsbrieven
- Naamgeving
- Historische kaarten
- Historisch weer
- Het veen
- De Teyler erfenis
- Boeken over Drente
- Links
Rubrieken
Wigboldus Homeri
Homeri Wigboldus was een verre voorvader van mijn betovergrootmoeder Zwaantje Wigboldus. Hij was, als predikant, afgevaardigde namens Groningen en het Oldambt naar de beroemde Dordtse Synode van 1618-1619.
Hommo Poppens
Hommo Poppens leefde in de tweede helft van de zestiende eeuw, hij overleed ergens tussen 15 januari en 30 juni 1598. Hij was landbouwer en landeigenaar, gevolmachtigde en kerkvoogd van Oostwold. Hij wordt in 1564 genoemd als huurder van land van de kerk te Midwolda. Op 29 december 1564 en 21 september 1565 betaalt deze kerk hem voor geleverd riet. In 1571 behoort hij, wonend in Oostwold, tot de hoogstaangeslagenen in het Oldambt. Het Oldambt was een agrarisch streek in het noord-oosten van Groningen, grenzend aan Duitsland. De hoofdplaats was vanouds Midwolda, maar vanaf het einde van de zestiende eeuw Zuidbroek, waar de landdrost of ambtman van het Wold-Oldambt zetelde. In de zeventiende en achttiende eeuw behoorde het niet tot de Ommelanden, maar tot de stadsjurisdicties van Groningen.
Hommo Poppens leefde in de tweede helft van de
zestiende eeuw, hij overleed ergens tussen 15 januari en 30 juni
1598. Hij was landbouwer en landeigenaar, gevolmachtigde en
kerkvoogd van Oostwold. Hij wordt in 1564 genoemd als huurder
van land van de kerk te Midwolda. Op 29 december 1564 en 21
september 1565 betaalt deze kerk hem voor geleverd riet. In 1571
behoort hij, wonend in Oostwold, tot de hoogstaangeslagenen in
het Oldambt. Voor dit dorp komt hij als volmacht voor op 11 juni
1579, terwijl hij op 3 januari 1583 als kerkvoogd daar voorkomt.
Op 14 januari 1575 wordt hij vermeld als voormond over Gherrydt
Janssens kinderen. Op 26 maart 1576 procedeert hij met Tyacko
Wypckens over land. Op 3 november 1585 wordt hij aangewezen als
compromisman (in plaats van een naamloze overledene) aan de
zijde van Ipo Poppens in diens geschil met zijn zwager Hayo
Tyapckens.
Vermoedelijk was hij de Reformatie al vóór 1594, het jaar van de
Reductie, toegedaan. Hommo
en zijn vrouw namen deel aan de eerste viering van het Heilig
Avondmaal te Midwolda op 1 augustus 1596. In Midwolda heersten
sterke Staatse respectievelijk Calvinistische sympathieën.
Waarschijnlijk is hij ook na 1583 kerkvoogd van Oostwold geweest
dan wel werd hij meteen na de Reductie van de stad Groningen
(zomer 1594) weer kerkvoogd. In ieder geval wordt hij op 20
maart 1595 kerkvoogd genoemd. Als Hommo overlijdt is hij nog
steeds kerkvoogd. Zij zoon ds. Wigboldus Homeri, predikant van
het naburige Midwolda, maakt voor hem, kerkvoogd te Oostwold,
op 11 juli 1599 de rekening over de jaren 1595-1598 op.
Het Oldambt Tot 1559 maakte het Oldambt
deel uit van het bisdom Münster. Het wereldlijk bestuur
in het Oldambt was in handen van dorpshoofdelingen, die
samen met de gemeenschap van vrije boeren recht spraken
en besluiten namen. Zij woonden in de regel op een borg
of steenhuis. Binnen de kerspelen werd de functie van
rechter of buurrechter bij toerbeurt waargenomen. De
middeleeuwse hoofdplaats van het Oldambt was Midwolda. |
Zoals zichtbaar is op onderstaande kaart uit 1573 lagen Oostwolt en Midwolda of MiydWolde, zoals het toen nog werd genoemd, in de tijd van Hommo en zijn zoon Wigboldus in deze zestiende en zeventiende eeuw pal aan zee, aan de Dollard die eind van de vijftiende eeuw was ontstaan. De Dollard kreeg zijn grootste omvang toen tijdens de Cosmas en Damianus stormvloed van 26 september 1509 de dijken van de rivier de Eems doorbraken, waardoor meer dan dertig dorpen en woonsteden ten onder gingen.
De kerk was een overwelfde, laat-romaanse basilica met een dwarsschip en een rondgesloten koor, vermoedelijk gesticht op het eind van de twaalfde of begin dertiende eeuw. Een zware muur rondom het verhoogde kerkhof bood vermoedelijk enige bescherming tegen het water. In 1514 bracht Edzard I van Oost-Friesland kerk en kerkhof in staat van verdediging. In het begin van de Opstand tegen Spanje verschansten zich hier Spaanse soldaten.
Kaart van Sgroten, rond 1573.
De kruiskerk op het zegel van het Wold-Oldambt zoals aangehecht aan een oorkonde uit 1347
Wigboldus Homeri
Wigboldus Homeri
(1568-1638), zoon van Hommo Poppens, werd in 1568 geboren in Oostwold in
het Oldambt, hij overleed op 19 gebruari 1638 in Midwolda. Hij was getrouwd met Assa Eltiens (Eltekens), dochter
van een rijke Groningse boer (zie kader).
Zij werd geboren rond
1574 in Midwolda en overleed op 22-02-1623 en werd begraven in
de kerk in Midwolda
.
Wigboldus studeerde in 1593 in Heidelberg, alwaar hij een beurs van het Collegium Casimirianum zou hebben gekregen. Dit Collegium bestond al geruime tijd, maar werd in 1591 naar de bestuurder (Administrator) Collegium Casimirianum genoemd. Het was bedoeld om studenten goedkoop onderdak te kunnen bieden. Dat Wigboldus de beurs nodig had wekt verbazing als we lezen dat hij, aldus het lemma over hem in het Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederland protestantisme, zonder twijfel een van de meest gefortuneerde predikanten van zijn tijd moet zijn geweest, want hij liet bij zijn overlijden forse bedragen na aan zijn kinderen.
Collegium Casimirianum in Heidelberg (foto uit 1956)
Hij vervolgde
zijn studie aan de universiteit van Franeker, ook wel de
Academie van Friesland (Latijn: Academia Franekerensis) genoemd.
Dertig jaar lang was deze, in 1585 door de Staten van Friesland
gestichte, universiteit met Leiden de enige in de Noordelijke
Nederlanden. De universiteit werd opgeheven in 1843. De
universiteit was gevestigd in het voormalige Kruisherenklooster.
Na een veelbelovend begin met groeiende studentenaantallen -
vooral de theologische faculteit groeide sterk uit - stond rond
1625 de hogeschool al bekend als de suypacademie (Uit het
studentenleven van destijds is het café De Bogt fen Guné
overgebleven).
Toen Midwolda
overging naar de reformatie, ging de pastoor niet mee en
ontstond er dus een vacature. De positie bleef vacant totdat
Wigbold was afgestudeerd en de functie ging vervullen, er werd
gesuggereerd dat Hommo eerdere benoemingen had tegengewerkt om
zijn zoon aan deze positie te helpen. Hij was in die plaats
predikant van 1596-1638. Van 1598-1601 was hij ook predikant in
Meeden. Wigboldus was niet
de eerste protestantse predikant in Midwolda. Al
in 1552 werd voor het eerst een protestantse geestelijke
aangesteld. Diens opvolger werd echter in 1570 door de
watergeuzen vermoord, waarbij tevens de kerkschatten werden
geplunderd. De predikant van Schema, Lud. Loohuis, had in Midwolda voor
het eerst het avondmaal bediend op 1 augustus 1596.
Eltekens
Wigboldus Homeri was getrouwd met Assa Eltekens, dochter
van Elteko Eltekens. Deze woonde op boerderij nr 47 te
Midwolda. Hij bezit hier 22 deimt land, nr. 9 deimt
weiland, 7 deimt bouwland en 6 deimt meedland. |
Op 4 mei 1608
kopen Wigboldus en zijn vrouw Assa van Eltke Habbens twee akkers
land te Oostwold in een venne van 8 akkers groot, ten oosten van
het Sijeldeep, daar Aeijttije Aijtekens als gebruiker ten
oosten, ten westen 't Zijldiep, strekkende zuidwaarts an
Fimlinga Aa en noordwaarts in de Dollard. Getuigen: Hinrich
Berents Smijtt en Zuno Onckens.
In 1602 werd Wigboldus met drie andere Groningse predikanten aangewezen om deel uit te maken van een delegatie die over heel Drenthe visitatie moest houden.
Van 7-10 september 1618 werd er in Groningen een synode
gehouden. Tijdens deze bijeenkomst werden op 10 september de
predikanten Cornelius Hillenius, Johannes Lolingius, Wolfgang
Agricola en Georgius Placius alsmede de ouderlingen Egbert
Halbes en Johan Ruffelauer gekozen als afgevaardigden naar de
nationale synode. Van 23-25 september van hetzelfde jaar werd er
een buitengewone vergadering gehouden om over de gravamina te
praten. Aan het eind van deze vergadering werden Wigboldus
Homerus, namens de stad Groningen en het Oldambt en Joachimus
Borgesius gekozen als eventuele vervangers van zieke
afgevaardigden .
De Synode van Dordrecht werd van 13 november 1618 tot 29 mei
1619 gehouden in het gebouw van de kloveniersdoelen. Tijdens de
Synode vergaderden honderd predikanten een halfjaar lang over de
grondslagen van het gereformeerde geloof. De Synode was belegd
door prins Maurits om een einde te maken aan de religieuze
twisten die de eenheid in de Republiek ondermijnden. Wie afweek
van de orthodox-calvinistische lijn werd de kerk en het land uitgezet.
Kort na het begin van de zittingen werd Johannes Lolingius, op
14 november 1618, ziek. Wigboldus verving hem tijdens de 21e
sessie (5 december 1618), namens de stad Groningen en het
Oldambt.
Een zitting van de Synode van Dordrecht in de bovenzaal van het
voorhuis van de Kloveniersdoelen. Een van deze afgevaardigden
was Wigboldus Homeri.
De Kloveniersdoelen, vlak voor de afbraak in 1857.
Cornelius Onno (Cor) Jellema (Groningen, 9 september 1936 -
Leens, 19 maart 2003) schreef een gedicht over
Wigboldus Homeri:
Uitzicht op Heidelberg
Als Wigboldus in 1638, hij is dan al op leeftijd, een
adjunct krijgt, moeten beiden zich zuiveren van de beschuldiging
dat Wigboldus alleen dan een adjunct zou accepteren indien deze
bereid was met zijn dochter te trouwen. Uiteraard wijzen beide
de beschuldiging van de hand, hetgeen niet wegneemt dat Petrus
Hoorn wel degelijk Homeri's schoonzoon was. Hij trouwde op 29
november 1637 in Midwolda met Ide Wigboldi. Bij hun ondertrouw
compareerde Petrus’ oom, de luitenant Cyriacus Hoorn. Petrus was
de zoon van Christoffer Chiriacus Hoorn, zoon van Chiriacus.
Christoffer was "lijffdener" onder hopman Hans Jacobs Heckman
(1603), later vaandrig, ondertrouw Groningen 17 september 1603
met Elisabeth Lamberts.
Petrus volgde in 1638 zijn schoonvader op als predikant in
Midwolda. Tien jaar later werd hij dominee in Emden. Hij
overleed op 14 juni 1649 in Emden. De zoon van Ide en Petrus,
Wigboldus Hoorn was ook dominee.
Rinnolt Diurkens, Menno Hindricks en Eppo Haijens, kerkvoogden in Midwolda, verklaren dat een echtschap is beramet tussen Petrum Hooren, predikant, te Midwolda, zoon van Christoffer Hooren en Lijsebeth,(gew. ehel.) en Ide Wigboldi, dochter van Wigboldo Homeri en Assa (ehel.). Ide krijgt mee 1000 daler. |
Dominees in de
familie
Wigboldus was niet de enige predikant in de familie. Ook
Homerus, een zoon van Wigboldus Homeri, geboren in 1601 in
Midwolda en overleden in op 17 juli 1666 aan de pest, was, evenals zijn vader, predikant in Meeden.
Hij stond als student ingeschreven aan de universiteit van
Groningen op 14 mei 1620 en in Leiden op 27 mei 1623. Hij was
getrouwd met Baeuwe Sybolts.
Ook de man van Wya Eppens, de dochter van Wigboldus zus
Remke Hommes (getrouwd met Eppo Ebelens), Gerhardus Everhardi
Stratingius, geboren rond 1588 en overleden op 21-05-1662 in
Bellingwolde werd, nadat hij eerst schoolmeester in Midwolda
(1603-1607) was geweest, predikant te Termunten (1607) en later
te Bellingwedde (1621-1662).
Ook de zoon van Remke Hommes. Ellerus Eppinus, geboren rond 1594
in Meeden en overleden op 02-02-1672 in Noordbroek (getrouwd met
Frouwe Oompkes, geboren rond 1603 en overleden op 12-08-1642 in
Noordbroek) was predikant. Hij studeerde in Groningen en was
predikant in Meeden 1620, Noordbroek 1625. Op 19 juli 1664 wordt
hij vanwege zijn leeftijd, 70 jaar en doofheid, vrijgesteld van
het vervullen van preekbeurten in vacante gemeenten. In een
aantekening in de kerkboeken van Noordbroek heet het: "Anno 1672
den 2 februarij zijnde Ligtmis-Dag, is 's avonds tusschen 3 en 4
uiren ds. Ellerus Eppinus, pastor in Noordbroek, in den Heere
gerust, oud zijnde in het 78 jaar, nadat eerst predicant op de
Meden geweest is en van daar naar Noordbroek beroepen zijnde,
het werk der Heilige Bediening in deze gemeente plus minus 46
jaren lang had waargenomen, verwagtende een zalige opstandinge
in Christus Jesus ten eeuwigen leven." Op zijn grafsteen stond
de tekst:
"ELLERUS EPPINUS, ANNO 1620 OP DE MEEDEN GEROOPEN ENDE ANNO 1625
ALHIER TOT NOORTBROECK TOT PASTOR VERCOREN ZINDE ENDE GESTORVEN
ANNO 1672, DEN 2 FEBRUARY, IN HET ACHT EN TSOEVENTICHSTEN JAAR
SYNES OUDERDOEMS, VOORWACHTENDE MIT ALLE WAERE CHRISTGELOVIGEN
EEN VROLICKE OPERSTANDINGE DOOR CHRISTUM."
Zwaantje Wigboldus had meer dominees onder haar voorouders. Haar betovergrootmoeder, Anna Grimminga, was de kleindochter van Petrus Mees, predikant in Noorddijk, Loppersum, Zandeweer en Oldenzijl. Ook diens vader, Daniel Mees, was predikant. Hij schreef zich op 1 oktober 1640 in aan de Hoogeschool in Groningen en was van 1646-1647 predikant in Jipsinghuizen en van 1647-1678 in Slochteren. Van hem verscheen ‘Dankpredikatie tot Ispingehuyzen’.
Referenties
Sinnema, D., Moser, C. Selerhuis H.J. (eds). (2015). Acta et Documenta Synodi Nationalis Dordrechtanae (1618-1619). Volume I. Acta of the Synod of Dordt. Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht.
Jellema, O.C. Uitzicht op Heidelberg uit Gedichten, oden en sonnetten. Amsterdam/Antwerpen: Em. Querido's Uitgeverij BV. Geraadpleegd van deze website.
Mulder, H. Het Oldamster predikantengeslacht Wigboldus in de 16e en 17e eeuw. N, XCVII (1958),31.
Panhuysen, L. (2009). De Syndoe van Dordrecht (1618-1619). Geraadpleegd van https://www.historischnieuwsblad.nl/goudeneeuw/artikelen/de-synode-van-dordrecht-1618-1619/index.html
Roemeling, O.D.J. Oldambster geslachten, (VIII), XI, Wigboldus/Poppens. NedL, CIII (1986), k.450.
http://www.nazatendevries.nl/Artikelen%20en%20Colums/Personen/Beckeringh.html
http://www.nazatendevries.nl/Artikelen%20en%20Colums/Personen/Coenders.html
http://www.nazatendevries.nl/Artikelen%20en%20Colums/Koediep/Koediep.html
https://issuu.com/starkb/docs/boek_bart_23_jan_2011
http://www.genealogy.com/ftm/w/o/l/Hindrik-Wolda/GENE7-0277.html
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kruiskerk_van_Midwolda
http://www.verdronkengeschiedenis.nl/nl/stormvloed/docs/8-Molema-NL-4-opmaak-def.pdf