Inhoudsopgave
- Harm van der Kaap
- Elske van der Kaap
- Geertje van der Kaap
- Jacob van der Kaap
- Grietje van der Kaap
- Karst van der Kaap
- Antje van der Kaap
- Roelfke van der Kaap
Kinderen van Karst Jacobs
- Onze achternaam
- Familiewapen
- De naam van de vader
- Albert van der Kaap
- Kwartierstaat Albert vd Kaap
- Kwartierstaat Geertje Kemper
- Kwartierstaat Zwaantje Wigboldus
- Bieuwkje Wijnalda
- Fockens
- Wigboldus Homeri
- Grimminga en Mees
- Het werk achterna
- Nazaten van Elske
- Zevenhuizen
- Nieuws
- Nieuwsbrieven
- Naamgeving
- Historische kaarten
- Historisch weer
- Het veen
- De Teyler erfenis
- Boeken over Drente
- Links
Rubrieken
Nazaten van Elske van der Kaap
Elske van der Kaap was een van de kinderen van Karst Jacobs, de eerste die zich Van der Kaap ging noemen. Anders dan bij haar zusters Geertje, Grietje, Antje en Roelfke dragen veel van haar nazaten wel de naam van der Kaap. Waarom dat zo was lees u op deze pagina, naast allerlei ander informatie over haar nazaten.
Nazaten van Elske van der Kaap
Van der Lei
Op kinderen van Elske van der Kaap (1799-1859) dragen de achternaam Van der Lei. In de tijd waarin zij leefde was dit vanzelfsprekend, zij was immers getrouwd met Louwe Luitzen van der Lei. Alle kinderen, één na, want haar oudste zoon droeg de achternaam Van der Kaap. Toen Elske trouwde had zij al een zoon van iemand anders en die zoon is nooit geecht en kreeg dan ook haar meisjesnaam.
Dit verhaal gaat over de nazaten van die zoon. Waarom? Omdat de schrijver van dit verhaal een nazaat is van die zoon.
Elske van der Kaap
Elske van der Kaap werd geboren in Tolbert en woonde vervolgens net als haar vader aan het Kaapdiep. Mogelijk heeft zij daar een tijd gewoond in diens huis, maar toen zij, op 23 maart 1828, 's middags om vijf uur, trouwde met de zes jaar jongere Louwe van der Lei (1805-1848) woonde zij in een klein huisje achter op op het erf van haar broer, naast het huis van haar vader.
Haar eerste drie kinderen uit het huwelijk met Louwe van der Lei werden daar geboren. Toen Karst van der Lei in 1837 werd geboren woonde zij in Niebert (Marum). Toen zij op 16 april 1859 's ochtend om half elf overleed woonde zij in Nuis.
Gerrit Hendriks van der Kaap
Het was een grote teleurstelling toen ik, bij het onderzoek naar mijn voorouders in mannelijke lijn, moest constateren dat de vader van Gerrit Hendriks van der Kaap,
de oudste zoon van Elske, geboren op 18 december 1821 's
ochtend om vier uur, onbekend was: N.N., Nomen Nescio.
Lange tijd legde ik me erbij neer dat mijn afstamming, althans
in mannelijke lijn, hier dood liep. De naam Gerrit Hendriks bleef me echter intrigeren. Waarom gaf Elske haar kind de naam Gerrit Hendriks? Hendriks geeft immers aan dat je kind de zoon is van Hendrik. Blijkbaar had Elske er geen moeite mee
te laten weten wie de vader was. Was het misschien de bedoeling dat zij met Hendrik zou trouwen en dat die bij het huwelijk het kind alsnog zou wettigen? We zullen het nooit weten, want van een huwelijk met Hendrik is het nooit gekomen.
Bijna zeven jaar later trouwde Elske, zoals gezegd, met Louwe Luitzens van
der Lei.
Doorbraak 1
Zoeken naar iemand met de voornaam Hendrik is, zelfs in een kleine gemeenschap als Zevenhuizen en omgeving, nagenoeg ondoenlijk. Daarvoor is Hendrik een veel te veel voorkomende naam. En eigenlijk had ik de hoop al opgegeven, toen ik via de website http://www.genver.nl de geboorteakte van Gerrit Hendriks opzocht. Deze akte zette mij op het goede spoor.
Op de website http://www.genver.nl staat een grote hoeveelheid doop- huwelijks- en overlijdensaktes, aangelegd door de Mormonen in Salt-Lake City. De Mormonen hebben zich tot doel gesteld gegevens van mensen over de hele wereld te bijeen te brengen, opdat die bij het laatste oordeel op het einde der tijden gered kunnen worden. |
Geboorteakte
De geboorteakte van Gerrit Hendriks leverde namelijk een onverwachte, maar zeer aangename verrassing op. Bij de naam van het kind stond niet alleen Gerrit Hendriks, maar nog een andere naam. Er was slechts één probleem, deze naam was doorgestreept en tamelijk grondig.
Enkele letters waren nog te herleiden, maar naar de rest kon ik slechts gissen. De toevoeging bevestigde echter wel mijn vermoeden dat de naam van de vader niet alleen bekend was, maar dat
die ook niet geheim gehouden werd. Ik twijfelde er namelijk niet aan dat de doorgestreepte naam die van de vader was: Hendrik Kl… . Maar waarom werd diens naam eerst opgeschreven,
en vervolgens weer doorgehaald? Naar het antwoord kunnen we slechts raden. Misschien is het als volgt gegaan. Terwijl Elske in het kraambed ligt gaat haar vader, Karst Jacobs,
op 21 december 1821, in gezelschap van twee getuigen, zijn achterneef
en overbuurman Harm Karsten Holman (48) en
Hendrik Jans Middel (25), zijn kleinzoon aangegeven.
Schout Leuring vraagt: wat is de naam van het kind: Gerrit Hendriks. Wie is de vader: Kl… en de schout schrijft keurig op wat hem verteld
wordt. Dan moeten grootvader en getuigen de geboorteakte tekenen.
Ho, ho, het kind heet niet Kl…, maar Van der Kaap. En de schout streept de achternaam van de vader door.
Ik probeerde de naam te ontcijferen, was het misschien Kluitert of Kluiters? Maar helaas, zoeken op deze namen op internet leverde niets op.
Zou het spoor dat ik eindelijk had gevonden, dan toch een dood spoor blijven?
Doorbraak 2
Er kwam een nieuwe doorbraak toen ik, op genoemde website, in de index op het jaar 1844, zocht naar de overlijdensakte van de moeder van Elske van der Kaap, Roelofke Harms. Tussen de vele namen viel mijn oog ineens op de naam Klinkert. Dat is de naam, flitste het door me heen, niet Kluitert, maar Klinkert. Zou dat waar kunnen zijn? Ik ging, weer op internet, op zoek naar een Hendrik Klinkert en vond inderdaad iemand die in aanmerking kwam. Deze Hendrik Oeges Klinkert werd geboren op 29-12-1796, waarschijnlijk in Tolbert (gedoopt op 5-2-1797). Dat betekende dat hij een paar jaar ouder was dan Elske, die in 1799 werd geboren. Hij zou dus als vader in aanmerking komen. Vervolgens bleek dat hij in 1822 was getrouwd met Anna Jans Tuinman, ruim een jaar na de geboorte van Gerrit Hendriks. Het zou dus kunnen dat hij daarvoor een relatie heeft gehad met Elske, maar dat deze relatie tijdens haar zwangerschap is verbroken. De bewijzen stapelden zich op toen bleek dat het heel waarschijnlijk is dat de ouders van Hendrik en de ouders van Elske elkaar goed hebben gekend. De moeder van Hendrik, Clara Pieters Klinkert, was namelijk de zus van Joanna Pieters Klinkert, die getrouwd was met Gerke Derks Feenstra. Hun zoon, Derk Gerkes, was getrouwd met Geertje Karstens van der Kaap, de dochter van Karst Jacobs van der Kaap.
En verder?
Helaas loopt ook het spoor Van Hendrik Oeges terug in de tijd al snel dood. Zijn vader, ook een Hendrik Oeges, is op dit moment niet traceerbaar. De (achternaam) naam Klinkert komt van zijn moeder, waardoor het niet eenvoudig is voorouders van Hendrik Oeges te vinden. Mogelijk werd hij geboren in of omstreeks 1770 geboren, maar of dat in Augustinusga of Tolbert/Leek was is onduidelijk.
Gerrit was schoenmakersknecht en later schoenmaker en rijtuigbekleder in Niebert. Hij trouwde op 28 december 1843 met Bieuwkjen Wijnalda. Het was een half bewolkte, wat dampige dag en de temperatuur schommelde rond de acht graden. De wind kwam overwegend uit het zuid-zuid-westen. Bieuwkje was naaister en de dochter van veerschipper Johannes Douwes Wijnalda en Aaltje Takes.
Bieuwkje stamde uit een doopsgezonde familie uit Surhuisterveen. Haar achternaam Wijnalda dankt zij aan de vrouw van haar overgrootvader (Johannes Douwes), Janke Eilerts Wijnalda, gedoopt in Dantumawoude. Zij was de dochter van een doopsgezinde leraar (dominee), Ellert Wijnalda, een leken voorganger zouden wij zeggen, want hij had geen theologie-opleiding gehad. Maar het leraar zijn zat wel in zijn bloed, want ook zijn broer Age was leraar, in Haarlem. Deze Age is in 1754 geridderd in Herrenhausen (Hannover) door de koning van Groot-Brittannië voor diensten verleend aan de kroon. Onduidelijk is wat dit voor diensten waren. Zijn zus Gezina was getrouwd met Jansz Nieuwenhuizen. 'Onder alle voorname mannen die in Haarlem zijn geboren deed niemand aan het 'gansche Vaderland zulk eenen uitstekenden en wijduitgestrekten dienst, dan de beroemde en door zijne Christelijke deugden vereerenswaardige Stichter der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen. Ook Jan was, naast boekverkoper, leraar in de doopsgezinde kerk.
De vader van Bieuwkje was visser, haar grootvader landbouwer, veerschipper, koopman en diaken in de doopsgezinde kerk. Het beroep van haar overgootvader is niet bekend, maar vormde in ieder geval geen belemmeing voor een huwelijk met de dochter van de dominee.
De grootvader van Bieuwkje, Douwe Johannes Wijnalda (1768-1803), was gehuwd met Bieuwkje Gjalts Gjaltema, dochter van Gjelt Ruurds Birsema en Antje Hepkes Buma. Op 3 december 1764 kreeg Gjelts Ruurds, die tot de vermaning in Kollum behoorde, de goedkeuring van Ellert Wijnalda om samen met zijn vrouw Antje Hepkes het avondmaal te vieren in Surhuisterveen.
Gjelt Birsema
Gjelt Ruurds Birsema, de vader van Bieuwkje Gjalts Gjaltema, was boer en herbergier. Hij werd geboren in Kollum in het jaar 1723 en doopsgezind gedoopt te Surhuisterveen op 30 december 1761. Hij is overleden te Surhuisterveen op 26 juli 1793. Ook zijn vader, Ruurd Douwes Birsema, was boer. Hij was getrouwd met Aafke Gjelts Jeltema, de dochter van een boer en ysecramer en een winkelier en ysecramer. In 1698 was hij voor tweederde eigenaar en gebruiker van stem 15 te Kollumer Kerckebuiren. De zwager van Aafke was grootschipper in Kollum.
De Roskam
Aafke Gelts Jeltema trouwt drie keer: in 1718 met
Ruurd Douwes Birsema uit Leek, in 1727 met Klaas Aukes
Poutsma en in 1752 met Jouke Keimpes, de beide laatsten uit
Kollum. In 1750 koopt zij als huisvrouw van de "innocente"
Kollumer brouwer Klaas Aukes de helft van de
herberg de Roskam. Op dat tijdstip is Gjelt Ruurds, een zoon
uit haar eerste huwelijk, huurder van die helft. Ook deze zoon
is brouwer. Volgens de speciekohieren woont hij in 1751 en 1752
in nummer 112 (waarschijnlijk is dit de herberg); zijn moeder
woont op nummer 118. In 1753, dus na het huwelijk van Aafke met
Jouke Keimpes, verwisselen beide van nummer.
Bij akte van 26 april 1758 zijn Jouke Keimpes, meester
wagenmaker te Kollum, en Aafke Gelts 200 carolusguldens schuldig
aan het Kollumer jeneverstokersechtpaar Govert Backerus en Hinke
Allerts. Nog hetzelfde jaar, bij akte van 12 december 1758
hebben ze 330 carolusguldens schuld aan Jan Idsardi als curator
van Johanna Douwes voor de ene helft en aan Trijntje Jans voor
de andere helft, voor geleverde jenever en ander gedistilleerd.
De eerste is een dochter, de tweede de weduwe van Douwe Johannes
Stellingwerf.
Volgens de speciekohieren overlijdt Jouke Keimpes in 1759. Een
paar jaar daarna, bij akte van 16 april 1761 (inv.nr. 113, blad
304) verkoopt de weduwe haar helft voor 536 carolusguldens en 11
stuivers aan het echtpaar Govert Backerus en Henke Alderts. De
eigenaar van de andere helft, Freerk Jans Minnema, doet echter
met succes een beroep op het niaarrecht op grond van
gemeenschappelijk eigendom (ratione communionis).
Antje Hepkes Buma
Ook Antje Hepkes Buma (1730-1778) kwam uit een doopsgezind milieu. Zij is waarschijnlijk gedoopt en aangenomen in februari 1754. Haar vader was Hepke Berends Buma, veenbaas en boer op de Bumaheerd te Vierhuizen bij Surhuizum. Haar grootvader en overgrootvader waren respectievelijk scuytevoerder (schipper op een (dek)schuit of een lichter, een klein vrachtschip) en boer.
Na het graven van de Surhuisterveenstervaart kwamen er twee draaibruggen over de vaart te liggen, waarvan een bij Buwetille. Buwetille betekent de brug van Buwe.Tegenover de brug staat al eeuwenlang een boerderij, vroeger Bumaheerd genaamd, waar generaties lang Buma’s hebben gewoond. De naam Buma is afgeleid van Buwe.
Een neef van Antje (de zoon van haar broer Egbert), Hepke Egberts Buma maakte in 1783 een tweeweekse reis door Holland, waarvan hij in dichtvorm verslag doet. Het Nieuwsblad van Noord-Oost Friesland deed er op vrijdag 29 november 1974 verslag van.
Bieuwkje Winalda stierf
op 27 mei 1887 in Onstwedde en nog geen anderhalf jaar later
hertrouwde Gerrit met de 59-jarige
Tijtje Polles de Haan (1829-1908), de weduwe van Klaas
Oebeles van Wijk.
Johannes van der Kaap
Gerrit en zijn vrouw Bieuwkje kregen vijf kinderen, van wie het oudste, een meisje, slechts een week oud werd. Ook het jongste kind, een zoon, werd niet erg oud. Hij stierf op vij en twintigjarige leeftijf in Nuis. Van de overige kinderen gaf slechts een de naam Van der Kaap door, de andere twee waren meisjes wier kinderen de naam kregen van hun respectievelijke vader.
Johannes (1846-1919) volgde op enig moment zijn vader naar
Onstwedde, waar hij op 23 maart 1872 trouwde met Aaltje Zuidema
(1849-1917). Johannes is de eerste Van der Kaap van wie
we, dankzij de uitvinding van de fotografie, weten hoe hij eruit
zag. Dat neemt niet weg dat er verder weinig over hem bekend is.
Hij was boer en mogelijk verkocht hij in juli 1916 een
boerenhuis met ongeveer 3,5 ha bouw- en groeteland aan ene J.G.
Rekkers te Valthermond voor 5045 gulden.
Gerrit en Aaltje kregen samen tien kinderen, die in Musselkanaal, Weerdingermarke of Vlagtwedde werden geboren. Een kind, Johanna, werd slechts drie jaar oud.
Johannes stierf op 10 december 1919 in Nieuw-Weerdinge, waar hij
ook werd begraven. De graven van hem en zijn vrouw Aaltje
gaan tegenwoordig schuil achter struikgewas.
Gerrit van der Kaap
In dit overzicht volgen we het spoor van een van zijn kinderen, de oudste zoon Gerrit (1872-1972). De reden hiervoor is eenvoudig. Hij was mijn overgrootvader.
GGerrit werd op 24 oktober 1872 geboren in Musselkanaal. Hij trouwde op 20-jarige leeftijd, op 28 maart 1893, met de eveneens 20-jarige Annechien Katoen (1872-1905). Nig geen zeven maanden later werd hun eerste zoon, Johannes, geboren. Samen kregen zij nog vijf kinderen, van wie er twee heel jong stierbven, Bernadina werd nog geen maand oud en Bieuwkjen nog geen twee.
Op onderstaande foto, waarschijnlijk gemaakt in 1899, staat Gerrit met Annechien Katoen en hun kinderen Johannes, Albert en Aaltje.
Annechien stierf op 25 oktober 1905. N haar dood werd Aaltje Liebe zijn huishoudster en het duurde niet lang voor hij met haar trouwde (21 augustus 1906). Samen kregen zij nog tien kinderen. Een van hen werd levenloos geboren, een (Lambert) werd nog geen jaar en Aaltina stierf op 26-jarige leeftijd aan jeugdkanker. Op haar graafplaat staat 'Alles om niet'.
In zijn lange leven verhuisde Gerrit menigmaal. Hij woonde in Vlagtwedde (adres K3-48), vanaf 9 mei 1911 in Nieuw Weerdinge 456 en vanaf 1 oktober 1938 aldaar aan het Weerdingerkanaal ZZ 125. Op 11 augustus 1941 verhuisde hij opnieuw en was zijn adres PB 012677. Vanaf 4 januari 1946 woonde hij Weerdingerkanaal ZZ 113 en sinds 28 juni 1953 aan de J. Lokkerstraat 6. Op 18 juli 1953 ging hij naar de P.Beugelstraat 12 om op 30 januari 1962 te verhuizen naar de P.Beugelstraat 11. Tenslotte woonde hij van 13 juli 1967 in het bejaardentehuis De Holdert aan de Hondsrugweg in Emmen. |
In 1966 vierden Gerrit en Aaltje in zaal Oosterhof in Nieuw Weerdinge hun zestigjarige bruiloft. In een krantenartikel, naar aanleiding van deze bijzonder gebeurtenis, tond o.a. dat Gerrit reeds op 12 jarige leeftijd met haring en negotie ventte. Later werd hij slager. Zo slachtte hij in 1939 2000 schapen voor een kwartje per stuk. Hij werkte eerst op de plaats waar later de CVO-school stond en daarna in het pand Weerdinger Kanaal Zuidzijde 125. In 1906 werd Gerrit voorzanger in de kerk, om dat twintig jaar te blijven. Daarnaast was hij 40 jaar voorlezer, 3 jaar diaken, 27 jaar ouderling en 5 jaar organist. De verslaggever van de krant verbaast zich over het gemak waarmee Gerrit praat over Kuyper, Hoedemaker, Kohlbrugge en Jonker en hij eindigt met de zin: 'Wat een voorrecht, wanneer men op deze leeftijd nog zo bewust in het leven staat!
Onderstaande foto werd gemaakt op de dag van hun zestigjarige
bruiloft. Gerrit met een sigate op de lippen, hij rookte tot op
hoogte leeftijd.
Links van Aaltje staat
Gerrit Fredriks, zoon van Bieuwkjen van der Kaap en rechts
Jacob (Job) van der Kaap, zoon van Gerrit en Aaltje.
Vier generaties Van der Kaap,
Gerrit,
Albert, Gerrit en weer
Albert (foto gemaakt in 1952).
Een neef van hem had ooit gezegd dat hij hoopte honderd jaar te worden. Jij bent gek, had Gerrit toen geantwoord. Hij stierf dan ook op 19 april 1972, net geen honderd, in De Holdert in Emmen.
Albert van der Kaap
Albert (1896-1977), mijn opa, was het derde kind uit het (eerste) huwelijk van Gerrit van der Kaap met Annechien Katoen. Hij werd geboren in de Vetstukken (Tweede Valthermond) op 4 oktober 1896. Hij trouwde met Alida Woltmeijer, geboren op 19 oktober 1902 in Odoorn., overleden op 16 november 1985.
Albert was keurmeester van vee en vlees in het
slachthuis van Emmen.
Albert en Alida en hun kinderen Albert, Gerrit en Annie. Hilly en Joop waren nog niet geboren.
Albert stierf op 31 maart 1977 in het verzorgingstehuis 'De Horst' in Emmen.
Gerrit van der Kaap
Gerrit, mijn vader, was het oudste kind van Albert van der Kaap. Hij werd geboren op 17 april 1925. Op 18 oktober 1950 trouwde hij in het kerkje van Sellingen met Geertje Kemper, geboren op 26 januari 1926, overleden aan slokdarmkanker op 23 mei 2011 in De Horst in Emmen.
Gerrit woonde tot zijn trouwen aan de Weerdingerstraat 250 en Geertje in Laude G 59 (post Sellingen). Hun eerste drie kinderen zijn geboren aan de Dordsestraat 238, Anja op De Buzen 2 (geboren in het ziekenhuis) en Carry tenslotte op de Warmeerweg 50 in Emmen.
Gerrit ging na een paar jaar Mulo werken als bediende in de
kruidenierszaak van Arie Klein en vervolgens bij Jeuring, beide
in Emmen. In 1947 werkte hij bij kruidenier Prinsen in Erica.
Voor hun trouwen opende Gerrit in 1950 een kruidenierswinkeltje
aan de Noorderstraat in Emmen in een pand van Bakker de
schoonvader van Kobus Ziengs die hier een schoenenwinkeltje had.
Niet lang daarna, in 1951, opende hij een kruidenierszaak aan de
Dordsestraat 238. De ouders van Gerrit hebben hier ook nog drie
jaar gewoond, toen hun huis aan de Weerdingerstraat werd
verkocht.
Bij de opening was Annie van der Kaap, de zus van Gerrit, een
Verkade meisje. Na enige tijd ging Gerrit ook werken als
magazijnmeester in het Diaconessenhuis in Emmen. In 1956 ging de
zaak aan de kant, verhuisde het gezin naar De Buzen 2 maar bleef
Gerrit werken als magazijnmeester. Begin jaren zestig werd hij
chef in de supermarkt van Tinus Omvlee. In 1967 werd hij slijter
(Gall&Gall) en bleef dat tot aan zijn overlijden aan darmkanker
in 1984. Gerrit werd een paar dagen voor het huwelijk van zijn
oudste zoon, Albert in september 1982 opgenomen in het
ziekenhuis.
Geertje wilde na de lagere school graag verpleegster worden,
maar een opleiding in Winschoten zag haar vader, Derk Kemper,
niet zitten. Daarom ging zij op haar twaalfde ín de leer voor
coupeuse. Vanaf haar zestiende werkte zij als coupeuse. Na haar
huwelijk deed zij de winkel, samen met haar man.
Gerrit en Geertje
Jaar en plaats van deze foto zijn onbekend, maar het de kans is groot dat het ergens in Oostenrijk zal zijn geweest. Een gevleugelde uitdrukking van Geertje kemper was namelijk dat zij elk jaar mocht bepalen waar de vakantie naar toe ging, zolang het maar Oostenrijk was.
Albert van der Kaap
Albert van der Kaap, geboren in 1951, is de oudste zoon van Gerrit. Hij is getrouwd met Roée Busscher. Samen hebben zij vier kinderen.
Gerrit, Geertje, Albert en Dick van der Kaap.