opdracht werkwijze opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 opdracht 5 opdracht 6 opdracht 7 opdracht 8


Het Romeinse Rijk

Romulus en Remus

 

Rond 25 v. Chr. maakte Publius Vergilius Maro (70-19 v.Chr.) op verzoek van keizer Augustus een groot nationaal gedicht (epos), de Aeneis. Augustus stelde voortdurend belang in de vorderingen en liet zich gedeeltes die klaar waren voorlezen.

In dit gedicht, geïnspireerd door het werk van met name Homerus, moest Vergilius laten zien dat de grootheid van Rome het uitvloeisel was van de goddelijke voorzienigheid. Augustus moest van goddelijke afkomst zijn. De eerste zes boeken vinden hun voorbeeld in de Odyssee, de laatste zes in de Ilias.

In de Aeneis gaat Aeneas, de zoon van Anchises en de godin Venus, op goddelijk bevel van Troje op weg naar Italie. Net als Odysseus beleeft Aeneas op zijn zwerftochten allerlei avonturen. Het meest bekend is zijn romance met de koningin van Carthago, Dido, die hij zeer tot haar verdriet op last van de goden in de steek moest laten.

Lees het verhaal van de vlucht van Aeneas.

Opdrachten

  1. Volgens een legende (Varro) zou de stichting van de stad Rome  hebben plaatsgevonden op 21 april 753 v.Chr. In werkelijkheid is het verhaal van het ontstaan van Rome veel minder spannend.
    Hoe is Rome volgens de legende ontstaan? Er zijn verschillende versies van de legendarische stichting van de stad Rome. Maak duidelijk waarin de versies verschillen.

  2. Hoe is Rome in werkelijkheid ontstaan?

  3. Vergilius moest laten zien dat de grootheid van Rome het uitvloeisel was van de goddelijke voorzienigheid. Wat betekent dit?

  4. Waarom wilde keizer Augustus zo'n mooi verhaal over het ontstaan van Rome. Lees, als je er niet uitkomt, dit verhaal.