Menu
Histoforum Films
Khartoum
Khartoum - Gr.- Britt. 1966 - DVD: 2004 - speelduur: 130
minuten- Engels - ondertiteling in 8 talen, waaronder
Nederlands.
acteurs: Charlton Heston (Charles Gordon), Laurence Olivier (de
Mahdi), Richard Johnson (kolonel Stewart), Ralph Richardson
(William Gladstone), Nigel Green (generaal Wolseley)
Regie: Basil Dearden
Genre: plicht, koloniale oorlog, religieus fundamentalisme.
Tijd en ruimte: Engeland & de Soedan, 1883 - 1885.
Khartoum
Inhoud
Op 3 november 1883 werd in de Soedan een Egyptisch leger van 10.000 man uitgeroeid door de slecht uitgeruste, maar fanatieke volgelingen van Mohammed Ahmed, de Madhi (Verlosser). De Egyptenaren stonden onder bevel van een ingehuurde kolonel van het Brits-Indische leger, William Hicks. Een vernietigende slag voor het Britse prestige. De kranten en de publieke opinie in Engeland eisten wraak. Maar ernstiger was dat de derwisjen van de Madhi nu beschikten over een massa buitgemaakte moderne geweren en artillerie. Khartoum, de hoofdstad van de Soedan werd bedreigd. Gladstone, de Engelse premier, was echter niet geneigd zich in militaire avonturen te storten. Als ‘gebaar’ stuurde hij generaal Gordon, hoewel die net van Stanley een opdracht voor de Belgische koning Leopold II in de Kongo had aangenomen, naar Egypte. In Khartoum werd Gordon, de reeds legendarische voormalige gouverneur-generaal van de Soedan, als een redder ingehaald. De stad werd belegerd door de derwisjen en afgesneden van de buitenwereld. Gordon kon zijn opdracht om de Egyptenaren en Europeanen te evacueren niet meer vervullen. Ongewapend en alleen vergezeld van zijn lijfknecht zocht hij de Madhi op in diens kamp: een confrontatie tussen twee markante persoonlijkheden, die beiden geloofden dat zij een goddelijke zending hadden.
Gordon zendt zijn onderbevelhebber, kolonel Stewart, naar het
noorden. Die slaagt erin veilig majoor Kitchener en diens
symbolisch groepje soldaten te bereiken. Maar eens in Engeland
is Gladstone niet te vermurwen om substantiële hulp te zenden.
Stewart keert terug naar Khartoum. Ondertussen eist de publieke
opinie in het moederland steeds luider dat een Engels leger
Gordon zou gaan redden. Wolseley, Engelands beroemdste generaal,
vertrekt met voldoende troepen naar Egypte. Hij treuzelt veel te
lang met het formeren van de expeditie. Ondertussen zakt het
waterpeil van de Nijl. Op 26 januari 1885 veroveren de derwisjen
in een enkele stormloop Khartoum. Tegen de uitdrukkelijke
bevelen van de Mahdi in wordt Gordon gedood en zijn hoofd op een
lans gestoken. Slechts twee dagen later arriveert het
ontzettingsleger onder Wolseley. Twee dagen te laat!
Bespreking
Net als de recentere film The Four Feathers (2002) behandelt
Khartoum de madhistenoorlog in de Soedan. En net als in deze
film zijn plicht en eer belangrijke thema’s. De uitwerking is
nochtans heel verschillend. Ondanks zijn uiterlijk van een
conventionele actiefilm met spectaculaire massascènes en grote
sterren is Khartoum meer dan dan. Centraal staat de
psychologische botsing van twee enigmatische hoofdpersonen,
beiden buitengewone karakters die ver boven de middelmaat
uitsteken. Beiden lijken wel elkaar spiegelbeeld, gedreven door
het geloof in hun eigen zending. In een van de twee persoonlijke
ontmoetingen -historisch meer dan twijfelachtig- zegt Gordon aan
de Mahdi: “Jij bent dezelfde als ik.” Ook fysiek lijkt Heston op
de bewaarde portretten van Gordon; het portret dat van de Madhi
bestaat is waarschijnlijk getekend naar een mondelinge
beschrijving, dus minder zeker.
Die fysieke gelijkenis geldt evenzeer voor een aantal andere
personages, o.a. Ralph Richardson, die Gladstone vertolkt. Zo is
ook de dood van Gordon een filmsiche weergave van een in die
tijd gemaakte illustratie die in veel kranten en tijdschriften
verscheen. Alleen houdt Gordon op het schilderij een revolver in
de lrechterhand en draagt hij zijn oosters kromzwaard in de
schede.
De cynische Engelse politiek van Gladstone is treffend getekend.
“Engeland een Zending in Egypte? Het Suezkanaal, ja!” Alleszins
bewerkte de dood van Gordon de politieke val van Gladstone (wat
in de film niet meer aan bod komt.)
Vermelden we nog dat de film gedeeltelijk in Egypte is opgenomen
en dat het landschap en de monumenten knap, doch ook functioneel
in beeld komen, om het verhaal boven de eigen tijd uit te
tillen. De film opent met de piramiden, de tempels van Luxor en
de eeuwige Nijl. Als Wolseley zich bij Kitchener voegt, is dat
aan de voet van Aboe Simbel. De film toont unieke beelden van
Aboe Simbel nog op zijn oorspronkelijke plaats en de Kolossen
van Memnon in het wassende water; waarschijnlijk een van de
allerlaatste overstromingen van de Nijl, vooraleer de Assoeandam
het eeuwenoude verschijnsel voorgoed zou beletten.
Didactische verwerking
Algemene opdrachten, zie:
Martens, J., Speelfilms en geschiedenis.
Didactisch verwerkingsmodel.
of:
Van Oudheusden, J.,
Historische film. Opdrachten.
In een lessituatie lijkt het me aangewezen enkele fragmenten te
kiezen, wat gemakkelijk is door de verdeling in hoofdstukken. Ik
opteer voor een vijftal sequenties:
- de nederlaag van Hicks bij het begin van de film en de
daaropvolgende toespraak;
- een scène die de cynische politiek van Gladstone duidelijk
maakt, bijvoorbeeld de eerste kennismaking;
- een scène die de enigmatische persoonlijkheid van Gordon
belicht;
- de eerste ontmoeting tussen Gordon en de Mahdi (hoewel die
hoogstwaarschijnlijk onhistorisch is).
Waardeverduidelijking: enkele vragen, vertrekkend van die laatste scène over het gevaar van religieus fundamentalisme bij leiders (Bin Laden, Bush(?), Cromwell) of van onbuigzame (niet-religieuze) ideologische overtuiging (Hitler, Stalin, Mao). Laat de leerlingen zelf voorbeelden aandragen en bespreek in groepjes of in plenum.
Verder kun je de studenten de onderstaande historische
achtergrond bezorgen.
Historische achtergrond
Gordon of Karthoum
Het is geen gemakkelijke taak een ingewikkelde en langdurige
situatie duidelijk uiteen te zetten in enkele regels. Alles
draait rond de inmenging van de Europese mogendheden in Egypte,
voornamelijk Frankrijk en Engeland. In 1869 voltooide de
Fransman Ferdinand de Lesseps (1805-1894) het Suezkanaal, dat de
Middellandse Zee verbond met de Rode Zee. Ondanks de
buitenlandse aandeelhouders had de Egyptische staat zich diep in
de schulden gestoken voor dit reuzenwerk. In 1876 ging Egypte
failliet. Frankrijk en Engeland namen de controle over het land
over. Omwille van binnenlandse problemen haakte Frankrijk af en
de Engelsen bezetten het land, dat in naam onafhankelijk bleef.
Ondertussen was Egypte bezig aan een expansie in zuidelijke
richting, waarbij de Soedan aangehecht werd. In 1874 werd de
Engelsman Gordon gouverneur van de Soedanese provincie
Equatoria. (De filmscène, waarin de heerser van Egypte, de
khedive, hem een jaarsalaris van 6000 pond aanbiedt en hij
slechts 2000 pond aanvaardt, is authentiek, doch hoort bij deze
eerste ambtsperiode en niet bij de episode rond de belegering
van Khartoum.) Hij bestreed heftig de slavenhandel en breidde
het Egyptische gezag uit tot op ongeveer 100 kilometer van het
Victoriameer. In 1879 legde Gordon zijn functie neer, uit
onvrede met de Engelse politiek in Egypte.
Charles George ‘Chinese’ Gordon (1833-1885) was in Engeland een
volksheld, een van die buitengewone excentrieke figuren die tot
de publieke verbeelding spraken, zoals het Victoriaanse tijdvak
er meer heeft voortgebracht. Zijn leven bestond uit heldendaden
in dienst van het Empire en goede werken voor het moederland.
Hij leefde een kuis en christelijk bestaan, vreesde God en
luisterde alleen naar zijn oudere zuster. Hij stortte zich met
tomeloze energie in tal van wanhopige missies en zag nog kans
die tot een goed einde te brengen ook. Afgezien van zijn
omstreden liefde voor sterke drank (brandy & soda, B & S een
terugkerend motief in de film), was zijn enige zwakte, althans
uit hedendaags perspectief, kettingroken (de film-Gordon zie je
echter nooit roken). Hij kwam uit een militaire familie en nam
dienst bij de Royal Engineers. Hij nam deel aan de Krimoorlog en
de Britse verovering van Peking. Daarna trad hij in dienst van
de Chinese regering, die bedreigd werd door de Taiping-rebellen
Als rechtstreeks gevolg van het vernederende Verdrag van Nanking
(1842) en de inmenging van de Europese mogendheden na de
beschamende Opiumoorlog (1839-1842) nam in China het verzet
tegen de ‘vreemdelingen’ en het bestuur van de Qing-dynastie in
de 19de eeuw steeds scherpere vormen aan. De Taiping-opstand
(1850-1864) eiste 20 miljoen doden ( tweemaal meer dan de Eerste
Wereldoorlog) en leidde bijna tot de val van de dynastie. Gordon
deed de oorlogskansen keren: hij won 33 veldslagen tegen de
rebellen. Vandaar zijn bijnaam ‘Chinese Gordon’.
Meer over deze historische episode, zie op deze site:
Waldseemuller en de geboorte van Amerika.
Deel 2: Zengh He en de Opiumoorlog en Mentale ommekeer.
Zo was de situatie toen in 1881 Mohammed Ahmed opstond en
verklaarde dat hij de Verlosser, de Mahdi was. Zijn volgelingen
verpletterden alle Egyptische legers die tegen hen werden
uitgezonden en veroverden in verrassend korte tijd grote delen
van het land. In 1883 versloegen zij een nieuw Egyptisch leger,
onder een Britse bevelhebber, kolonel Hicks, de episode waarmee
de film opent. Het werd geen slag, maar een slachting. Van de
10.000 Egyptenaren overleefden slechts 250 soldaten het
bloedbad. Ook Hicks sneuvelde.
Gordon werd teruggeroepen om de evacuatie van de Soedan te
leiden. Hij vertrok, met volledige steun van de Engelse
regering. Maar Gordon koesterde zijn eigen agenda: hij
beschouwde zich als gouverneur-generaal en vestigde zich in
Khartoum. Khartoum werd omsingeld door de mahdisten. De stad
viel viel op 26 januari 1885 en Gordon werd gedood en zijn hoofd
afgehouwen. De weerslag in Engeland was enorm. De publieke
opinie krijste hysterisch om wraak. (Wesseling 1991:91)
Kitchener en de slag bij
Omdurman
Nadat een Engels expeditieleger onder Wolseley te laat kwam om
Gordon te ontzetten, bleef het enkele jaren stil in Europa. De
Mahdi stierf op 22 juni 1885, veertig jaar oud. Onder zijn
opvolger, de khalifa Abdulahi (die even optreedt in de film),
kende de nieuwe staat een ongelooflijke expansie naar alle
windstreken, tot de mahdisten in het westen op een andere
expansieve staat stuitten, de Kongo-Vrijstaat van de Belgische
koning Leopold II. Twee jaar na Gordons dood hadden de mahdisten
zich stevig gevestigd en heerste de khalifa over een rijk ter
grootte van half Europa.
In 1892 werd de Engelse generaal Kitchener benoemd tot sirdar,
opperbevelhebber van het Egyptische leger. In 1896 belastte de
Engelse regering hem met de herovering van de Soedan en de
leiding van de Engels-Egyptische troepenmacht.
Eind augustus arriveerde hij bij Omdurman, de westelijke
voorstad van Khartoum. Nadat een eerste aanval van de mahdisten
was afgeslagen begon de slag, op 2 september 1998, bij het
aanbreken van de dag. Om 11.30u borg Kitchener zijn verrekijker
op en constateerde dat ‘the enemy had been given a good
dusting’. Dat was goed gezien. Er waren 11.000 mahdisten gedood
en 16.000 gewond. Het Engels-Egyptisch leger telde 48 doden en
382 gewonden. De machinegeweren hadden hun nut weer eens bewezen
en daarmee de juistheid van Hilaire Bellocs onvergetelijke
distichon:
Whatever happens, we have got
the Maxim gun and they have not
De doodskist van de Mahdi werd geopend, zijn hoofd afgehakt en
als aandenken gestuurd naar een neef van generaal Gordon, zijn
nagels werden gebruikt als souvenir. De rest werd verbrand. De
khalifa vluchtte, en sneuvelde een jaar later. (Wesseling 1991:
312)
Kitchener zou pas veel later de bijnaam “de slachter krijgen”.
Dat was toen hij als opperbevelhebber in de Eerste Wereldoorlog
verantwoordelijk gehouden werd voor de gigantische verliezen in
absurde loopgrachtoffensieven. Doch nu gold het geen derwisjen
meer, maar blanke, Britse soldaten.
Nog steeds siert de poster veel studentenkamers, waar hij
oproept, priemende ogen boven martiale snor, de wijsvinger naar
de toeschouwer: “Enlist now!”.
Churchill als ooggetuige bij
Omdurman
Winston Spencer Churchill (1879-1965), de latere Britse
oorlogsleider tijdens W.O. II, maakte de Slag bij Omdurman mee
als jong cavalerist en (clandestiene) journalist. Het scheelde
geen haar of hij was niet in staat geweest het na te vertellen!
De sectie waarbij hij oorspronkelijk zou ingedeeld worden, leed
zware verliezen tijdens een charge met de blanke sabel. Een
uitvoerig verslag van zijn ervaringen publiceerde hij in My
Early Life (1930), grotendeels een herhaling uit zijn The River
War (1899). Nog steeds een spannend verhaal in een onnavolgbare
stijl vol Britse onderkoelde humor! En een getuigenis van de
branie en het onverantwoorde huizenhoge superioriteitsgevoel van
de Engelsen.
Hier volgt, enigszins ingekort, zijn verslag, in eigen vertaling
en met eigen tussentitels.
De oorlog? Een pleziertochtje
op de Nijl
Alles was een en al opwinding in Abassiyeh Barracks [het
verzamelkamp]. Twee eskadrons waren reeds vertrokken,
stroomopwaarts langs de Nijl naar het zuiden. De andere twee
zouden de volgende ochtend volgen. … Een sectie van een der
eskadrons was voor mij gereserveerd. Maar door de vertraging van
mijn aankomst was ze aan een andere officier toevertrouwd.
Tweede luitenant Robert Grenfell was erin geslaagd dit commando
te verwerven. Hij was vertrokken vol enthousiasme. Op de basis
geloofde iedereen dat we te laat zouden arriveren voor de slag.
… “Bedenk eens hoe fortuinlijk ik ben”, schreef Grenfell aan
zijn familie. “Hier commandeer ik de afdeling die voor Winston
[Churchill] bestemd was, en wij zijn de eersten om te
vertrekken.” Toeval is onophoudelijk in actie in onze levens,
maar we kunnen zijn uitwerking zelden scherp van tevoren
onderscheiden. Het draaide erop uit dat zijn detachement
praktisch in mootjes gehakt werd in de charge die het regiment
uitvoerde in de slag van 2 september [tegen de derwisjen] en de
moedige jonge aanvoerder sneuvelde. … Het transport van het
regiment 1400 mijlen tot in het hart van Afrika verliep met de
snelheid, vlotheid en stiptheid die in deze dagen alle
maatregelen van Kitchener kenmerkten. We werden per trein
overgebracht naar Assioet, vandaar met raderstoomboten tot
Aswan. We leidden onze paarden rond de cataract
[stroomversnelling] bij Philae; scheepten weer in op andere
stomers bij Shellal; reisden vier dagen tot Wadi Halfa; en van
daar trokken we 100 mijlen doorheen de woestijn via de
schitterende spoorweg, wiens voltooiing het lot van de macht der
derwisjen had bezegeld.
Exact 2 weken nadat ik Caïro verlaten had arriveerden we in het
hoofdkamp, waar de wateren van de Atbara in de machtige Nijl
vloeiden. De tocht was verrukkelijk. De uitstekende schikkingen
voor ons comfort, het vrolijke gezelschap, de nieuwe en
levendige scènes die voorbij stroomden, de opwinding en
gedachteloze vrolijkheid waarmee iedereen uitkeek naar de
naderende veldslag en de rol die wij -het enige Brits
cavalerieregiment in de legermacht – zouden spelen, dat alles
samen maakte de tocht tot een aangename ervaring.
(Churchill, W., My Early Life, Londen, Fontana Books, 1972, 8ste
druk, p. 174-175.)
Omdurman 2 september 1898
Het is niet mijn bedoeling een algemeen verslag te geven van de
Slag bij Omdurman. …
Ik zal het verloop van de slag kort weergeven voor zover dat
nodig is om mijn eigen ervaring te kunnen volgen.
Het hele leger van de Khalifa [de opvolger van de Mahdi],
ongeveer 60.000 man sterk, rukte op in slagorde vanuit hun kamp,
kwam over de top van de helling die de twee legers tot dan toe
voor elkaar verborgen had gehouden en golfde massaal neer in het
zachtjes afhellend amfitheater en de arena waarin, de rug tegen
de Nijl, Kitcheners 20.000 man schouder aan schouder stonden
opgesteld om hen op te wachten.
Antiek en modern in confrontatie! De wapens, tactieken en
fanatisme van de Middeleeuwen botsten door een buitengewoon
anachronisme op de organisatie en de uitvindingen van de
negentiende eeuw.
Het resultaat was geen verrassing. Terwijl de afstammelingen van
de Saracenen de lange zachte hellingen afdaalden die leidden
naar de rivier en hun vijand, ontmoetten ze het geweervuur van
twee en een halve divisie getrainde infanterie, twee rijen diep
in gesloten orde opgesteld en ondersteund door de onophoudelijke
salvo’s uit minstens 70 kanonnen op de rivieroever en in de
kanonneerboten. Onder dit vuur stokte de hele aanval op ongeveer
700 yards van de Brits-Egyptische slaglinie, met een verlies van
misschien zes- of zevenduizend man hunnerzijds.
Maar het derwisjenleger beschikte over zo’n 20.000 geweren, in
alle maten en gewichten, van de meest verouderde
vuursteenmusketten tot de meest moderne. De speerdragers konden
niet verder. Maar de geweerschutters lieten zich op de grond
vallen en begonnen een onregelmatig, ongericht doch aanzienlijk
vuur op de donkere lijn van doornhaag waarachter de onzen
stonden. Nu begonnen ze voor de eerste keer verliezen te
veroorzaken onder hun tegenstrevers: in de korte tijdsspanne dat
de fusillade duurde vielen misschien een tweehonderd
slachtoffers onder de Britse en Egyptische troepen (Churchill,
W., My Early Life, Londen, Fontana Books, 1972, 8ste druk, p.
192).
In de overtuiging dat de slag voorbij was, liet Kitchener zijn
vijf brigades zwenken in de richting van Omdurman, om zo de
derwisjen af te snijden van hun basis en voorraden. Het 21ste
Lansiers [waartoe Churchill behoorde] vormde het uiteinde van
zijn linkerflank, vlak tegen de Nijl. Bij hun opmars stootten de
lansiers op een troep derwisjen.
Eindelijk een kans voor de langverhoopte charge met de blanke
sabel! Dat was de enige gedachte in alle geesten sinds we Caïro
verlaten hadden. Vanzelfsprekend zou er een charge komen! In de
dagen, voor de Boerenoorlog [tegen de blanke Afrikaanssprekende
Boeren in Z.-Afrika, 1899-1902] had de Britse cavalerie
nauwelijks iets anders geleerd. Hier was duidelijk de
gelegenheid voor een charge!
Zij galoppeerden echter recht in een hinderlaag van ettelijke
duizenden fanatieke derwisjen, die plotseling te voorschijn
sprongen uit een terreinplooi waarin ze verborgen hadden
gelegen. Churchills afdeling was de voorlaatste op de
rechterflank van de linie, en overklaste de linkerflank van de
vijand bijna. Omwille van een schouderkwetsuur, gevolg van een
polo-ongeval, moest hij zijn sabel ruilen voor zijn pistool; een
splinternieuwe automatische Mauser met een magazijn van 10
patronen. Dit betekende zijn redding: hij schoot zich een weg
door de vijandelijke massa. De sectie links van hem werd door de
kromzwaarden van de derwisjen letterlijk in mootjes gehakt.
Nu konden we zien hoe weinig nut het veelgeroemde Arme Blanche
had. De derwisjen hadden hun gewonden meegenomen en alleen de
lichamen van dertig of veertig dode vijanden bleven achter.
Tussen hen in lagen de lijken van meer dan twintig lansiers,
onherkenbaar verhakkeld en verminkt.
Op een totaal van 310 officieren en manschappen had het regiment
in amper twee of drie minuten vijf officieren en 56 man aan
doden en gewonden verloren en 120 paarden – bijna een kwart van
zijn sterkte.
Dat waren mijn lotgevallen in deze roemruchte episode. Het komt
zelden voor dat cavalerie en infanterie op zo’n manier op elkaar
botsen. Ofwel houdt de infanterie het hoofd koel en schiet de
cavaleristen neer, ofwel verbreken ze hun rangen en worden op de
vlucht neergemaaid of aan de speren geregen. Maar de 2 of 3.000
derwisjen die tegenover het 21ste Lansiers stonden in de
uitgedroogde rivierbedding bij Omdurman waren niet in het minst
bang voor cavalerie.
Hun geweervuur was gericht genoeg om de charge een halt toe te
roepen, maar ze hadden ongetwijfeld vaak ruiters het hoofd
geboden in de oorlogen met Abessinië [het huidige Ethiopië]. …
Ze waren vertrouwd met de beproeving van de charge. Dat was het
soort strijd dat ze door en door kenden. Wat meer is, het was
een gevecht met gelijke wapens, want ook de Britten streden met
zwaard en lans, als in de dagen van weleer.
(Churchill, W., My Early Life, Londen, Fontana Books, 1972, 8ste
druk, p. 201)
Leeswerk
* Churchill, W., My Early Life, Londen, Fontana Books, 1972,
8ste druk (1ste druk: 1930), 382 blz. - verfilmd als Young
Winston.
* Churchill, W., The River War. The Reconquest of the Sudan,
Londen 1960 (1ste druk 1899).
* Lindqvist, S., Exterminez tous ces brutes. L’odyssée d’un
homme au coeur de la nuit et les origines du génocide européen,
Le serpent à plumes, 1998.
* Wesseling, H., Verdeel en heers. De deling van Afrika 1880 -
1914, Amsterdam, Bert Bakker, 1991, 521 blz.
Romans
Wilbur Smith
* Triomf van de zon
Karl May
* Mensenjagers
* In het land van de Mahdi
* Het einde van de slavenjagers, Weert, uitg. Kadmos, 1990.
Jos Martens