Tom
Holland. Pax. Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome.Vertaling
van: ‘Pax. War and
Peace in Rome’s Golden Age’.
Uitgeverij
Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam/L&M, Antwerpen, juli
2023. Harde kaft, 22 x 14 cm, 399 pagina’s, € 32,50. Kaarten,
foto’s, tijdstabel, dramatis personae, noten, bibliografie,
register.ISBN 978-90-253-1648-8
Pax. Oorlog
en vrede in het gouden tijdperk van Rome
Na ‘Rubicon’ (over Julius Caesar) en
‘Dynastie’ (over Augustus en zijn opvolgers) vormt Pax het derde
deel van een trilogie over het Romeinse Rijk.
Succes-auteur Tom
Holland (°1968) beschrijft uitvoerig de periode van 68 n.C.
(zelfmoord van Nero) tot ca. 138 n.C. (dood van Hadrianus). Zijn
verre voorganger Edward Gibbon noemde in 1776 de
2de eeuw n.C.
de periode waarin de mensen het gelukkigste waren: overal was er
vrede en voorspoed, tenminste in Europa en westelijk Azië.
Holland spreekt hem niet tegen.
Inhoud
Pax. Oorlog
en vrede in het gouden tijdperk van Rome
Hij
begint met Nero, die voor meer dan genoeg onrust zorgde. Het
jaar 69 was het toppunt met vier keizers: Galba, Otho, Vitellius
en Vespasianus. De auteur lijkt te genieten van de vele moorden
en slachtpartijen dat jaar. Vespasianus ontpopte zich wel tot
een vredesvorst.
Terloops vertelt de
auteur ook veel over de standenmaatschappij, over de slaven, die
een kwart van de bevolking uitmaakten in Italië, de uitbarsting
van de Vesuvius, de dood van Plinius op zijn 56ste,
de dieren in het Colosseum, de gecastreerde jongens. In totaal
gaat het meer over zulke onderwerpen dan over de politieke of
militaire prestaties van de keizers.
We vernemen wel dat
consul Agricola in 83 Schotland veroverde en de Orkneyeilanden
bereikte. De lof daarvoor ging vooral naar keizer Domitianus,
die kort daarvoor de Germaanse Chatten ten oosten van Keulen
verslagen had. Germanië leek nu definitief onderworpen, net
zoals Brittannië.
Maar er was nog het
gevaar van de Daciërs aan de Donau: zij hakten twee legioenen in
de pan. De annexatie van Caledonië door Agricola werd dan
compleet opgegeven: de troepen waren nodig om de vernietigde
legioenen te vervangen. De forten werden zelfs afgebroken. Het
was een diepe vernedering voor Rome en voor hun beste generaal
Agricola. Het duurde tot 92 vooraleer de Daciërs de wapens
neerlegden en ze de Romeinse heerschappij (tijdelijk) erkenden.
Rome werd ondertussen
steeds meer een multiculturele stad met vreemdelingen uit gans
het rijk, van wie velen het burgerrecht kregen, o.a. de Judese
rebellenleider Flavius Josephus, die vervolgens een succesvol
geschiedschrijver werd.
In 96 werd Domitianus
vermoord door vrijgelaten hoffunctionarissen en meteen opgevolgd
door zijn vriend Nerva, die wel alle standbeelden van zijn
voorganger liet verwijderen. Hij adopteerde meteen zijn
erfgenaam, Trajanus. Een goede keuze, want Nerva stierf al na 16
maanden.
Hoewel de Daciërs door
Domitianus koest waren gehouden, kwamen ze onder Trajanus
opnieuw in opstand. Hij slaagde erin ze tussen 105 en 107 te
verpletteren en bracht goud, zilver en een half miljoen
krijgsgevangenen mee naar Rome (p. 264). Dat cijfer lijkt me wel
heel hoog.
In 115-117 veroverde hij
ook nog Mesopotamië op de Parthen. Maar op de terugweg kreeg hij
een hersenbloeding, waardoor hij gedeeltelijk verlamd raakte. En
doordat hij zo’n immens leger nodig had om de Parthen te
verslaan, ontstonden er elders problemen. Zoals in Egypte tussen
Judeeërs en Grieken, in Cyrene (Libië) en nadien in Babylon,
telkens omwille van Judese opstanden. Judeeërs zaten overal (p.
299), ook toen al.
Trajanus, de allerbeste
keizer (p. 300), stierf op de terugreis. Hadrianus riep zich
meteen uit tot imperator. Hij had een lange militaire carrière
achter de rug en was de meest intellectuele van alle keizers (p.
301). Hij liet de door Trajanus veroverde gebieden Armenië,
Mesopotamië en het westen van Dacië evacueren. In 122 maakte hij
een lange reis naar de Rijn, Brittannië, Afrika en Klein-Azië om
de grenzen van de Romeinse macht vast te leggen. Athene, zijn
lievelingsstad, bezocht hij meerdere keren en hij liet er de
tempel van Zeus voltooien.
Rond 135 kwamen de
Judeeërs opnieuw in opstand onder leiding van Simeon Bar Kochba.
Bijna gans Judea werd in een woestijn veranderd en het werd
omgedoopt tot Syria Palestina.
In 138 benoemde
Hadrianus op zijn sterfbed Antoninus Pius tot zijn opvolger. In
139 werd zijn as bijgezet in een groot mausoleum. Tijdens
Antoninus was er vrede in heel het rijk. Met deze keizer eindigt
de auteur. Na zijn lang verhaal volgen er nog een tijdstabel van
753 v.C. tot 138 n.C., een lijst met ‘dramatis personae’, noten,
een uitsluitend Engelstalige bibliografie en een register.
Beoordeling
Tom Holland is enorm
belezen, kent eindeloos veel details over het uitzicht, karakter
en privéleven van de keizers en hun medewerkers, heeft een
vlotte pen.
Over die keizers en hun
intriges vertelt hij te veel onnodige details, waardoor zijn
boek eerder mooi proza is dan nuchtere historiografie. Dat is
zeker zo wanneer hij voorspellingen en wonderen beschrijft,
zoals een blinde die opnieuw ziet nadat keizer Vespasianus op
zijn ogen heeft gespuugd en een kreupele die weer stapt nadat
Vespasianus zijn hiel tegen zijn been heeft gehouden (p.
148-149).
De auteur haalt de goden
er heel dikwijls bij als verklarende factor, net alsof ook hij
overtuigd is dat die nu eens boos waren op de Romeinen, dan weer
goedgezind (p. 242, p. 245, p. 335 etc.).
Zijn boeiend boek zal
wel succes kennen.
© Jef Abbeel
juli-augustus
2023