André Larané (2024). Les Causes politiques de la guerre en
Ukraine. Editions Hérodote, Paris, mei 2024. 100 pagina’s , 13,5
x 19 cm, kaartjes, grafieken, € 12. ISBN 978-23-718-4066-9.
Les Causes politiques de la guerre en Ukraine
Dit boekje bevat artikels van de auteur uit de jaren 2014-2023.
Hij beschouwt Poetin als de hoofdschuldige voor de oorlog, maar
vindt dat het Westen en zeker de VS ook fouten hebben gemaakt.
Zoals John Mearsheimer oordeelt hij dat de wens om Oekraïne en
Georgië op te nemen in de NAVO voor Moskou een rode lijn was.
Inhoud
Les Causes politiques de la guerre en Ukraine
Jef Abbeel
CIA-chef
William Burns waarschuwde daar ook al voor in 2008. Kissinger
(1923-2023) betreurde dat het Westen geen enkele poging had
ondernomen om Rusland op te nemen in een veiligheidsstructuur.
En ook Brzezinski (1928-2017) zei dat de aankondiging in 2008
van de intrede van Oekraïne in de NAVO een provocatie was: men
moest Oekraïne een neutraal statuut geven. Ook de plaatsing van
antiraket-installaties, zogezegd tegen Iran en het
associatieverdrag met de EU, beschouwt Brzezinski als
vergissingen die geleid hebben tot de oorlog van 2022 (p.
18-22).
In 2008 viel Poetin binnen in Georgië om dat duidelijk te maken.
En toen president Janoekovitsj in 2014 verdreven werd door de
Maidan-betogers, greep Poetin opnieuw in: hij bezette de Krim,
zogezegd om te voorkomen dat Sebastopol een marinebasis van de
NAVO zou worden en hij steunde de opstand van de Donbas. De
meeste Russen willen dat Wit-Rusland en Oekraïne binnen de
invloedssfeer van Rusland blijven.
De brutale inval op de Krim en in de Donbas heeft in Oekraïne
het prowesters kamp versterkt en vergroot. In de herfst van 2021
zag Poetin dat het Oekraïense leger vooruitgang maakte en
misschien de Donbas en de Krim zou heroveren. Hij wou het snel
verslaan voordat het te laat was (p. 21).
Larané ontleedt dan op zijn milde manier het gedrag van Rusland
sinds de 16de eeuw en beschouwt de oorlog van 2022 als het derde
bedrijf van de tragedie sinds de val van de SU en de opheffing
van het Warschaupact. Volgens hem mocht de NAVO toen ook
verdwijnen (p. 35).
In 1992 gaven Kazachstan, Wit-Rusland en Oekraïne hun nucleaire
wapens aan Rusland. In Boedapest garandeerden de VS, het VK en
Rusland in 1994 de nieuwe grenzen. Larané verwijst ook naar een
Brits document, gepubliceerd in ‘Der Spiegel’ van 18 februari
2022 en besproken door Joshua Shifrinson, professor in Boston,
over een bijeenkomst van de politieke directeurs van
Buitenlandse Zaken van de VS, VK, Frankrijk en Duitsland op 6
maart 1991. Hierin spraken ze over het vredesverdrag dat op 12
september 1990 in Moskou getekend was en waarin stond dat ze de
NAVO wel verder zouden uitbreiden dan de Elbe en dat ze aan
Polen etc. zouden aanbieden om lid te worden. NAVO-baas Jens
Stoltenberg beweerde in februari 2022 in ‘Der Spiegel’ dat een
dergelijke belofte nooit gedaan was en dat er nooit een akkoord
in de coulissen gesloten was (p. 36).
De liberalisering tijdens Jeltsin zorgde ervoor dat oude chefs
van de CPSU miljardair werden. Ze plaatsten hun geld op
buitenlandse rekeningen, de economie stortte in. Het
geboortecijfer daalde en van 1993 tot 2005 verloor Rusland elk
jaar meer dan 750.000 inwoners (p. 41).
In 1992 kondigde Fukuyama de definitieve triomf aan van de
liberale democratie. In de meeste EU-landen werd de legerdienst
afgeschaft.
In 1992 riep Tsjetsjenië zijn onafhankelijkheid uit. Jeltsins
troepen slaagden er niet in deze te onderdrukken. In 1999 viel
Tsjetsjenië zelfs binnen in Dagestan om heel de Kaukasus
islamitisch te maken (p. 39). In 1992 viel ook Joegoslavië uit
elkaar. Servië reageerde met geweld. In 1999 bombardeerde de
NAVO Belgrado, zonder goedkeuring van de UNO. Het was zijn
eerste militaire interventie in 50 jaar. Polen, Hongarije en
Tsjechië werden lid. In 1997 had Kennan nog gewaarschuwd dat de
uitbreiding de fataalste vergissing zou zijn van de Amerikanen
sinds het einde van de Koude Oorlog: het zou in Rusland een
sfeer van een nieuwe Koude Oorlog opwekken.
Op 8 augustus 1999 stelde Jeltsin Poetin, toen chef van de
geheime dienst, aan als premier. Hij begon de tweede
Tsjetsjeense oorlog na vijf Tsjetsjeense aanslagen met meer dan
300 doden (p. 40). Grozny werd met de grond gelijk gemaakt en
viel op 6 februari 2000.
In 2001 stelde Poetin in Berlijn voor dat de EU zou samenwerken
met Rusland. Hij steunde de Amerikanen in Afghanistan tegen IS
en de taliban. Hij had ook geluk: de olieprijzen schoten omhoog
dankzij de sterke Chinese vraag. Gevolg: in 2021 stond Rusland
weer op de 11de plaats in de wereldeconomie (p. 43-44).
Vanaf 2004 versterkte Poetin zijn autocratie en liet hij
journalisten vermoorden en anderen vergiftigen. ‘Poetin de
Wijze’ werd een tweede Ivan de Verschrikkelijke.
Volgens Larané begon Amerika dan Rusland te destabiliseren, o.a.
door de Oranjerevolutie in Kiev te sponsoren: tussen 1991 en
2005 zou 5 miljard $ uitgegeven zijn om Oekraïne los te weken
van Rusland (p. 48).
In 2007 klaagde Poetin in München het Amerikaanse
antiraketschild aan. En op de NAVO-top in Boekarest in 2008 zei
hij dat het toelaten van Oekraïne en Georgië een zeer grote
vergissing zou zijn, waarop president Joesjtsjenko repliceerde
dat Oekraïne zelf zijn veiligheid zou bepalen. Merkel sloot zich
aan bij Poetin (p. 49).
Op 8 augustus 2008, dag van de opening van de Olympische Spelen,
viel Poetin binnen in Georgië. Sarkozy vroeg een
staakt-het-vuren, maar tegelijk keurde hij goed dat Rusland zijn
belangen verdedigde. Poetin gaf een nieuwe impuls aan de
Shanghai-samenwerkingsorganisatie (opgericht in 1996), die nu
samen bijna de helft van de wereld vertegenwoordigt en die zich
verzet tegen de Amerikaanse hegemonie en de Russische inval in
Oekraïne steunt.
In 2014 kwam de breuk met het Westen, na de Maidan-protesten en
de afzetting van Janoekovitsj door het Oekraïense parlement, dat
meteen het lidmaatschap van de NAVO aanvroeg en het Russisch
zijn statuut van tweede officiële taal ontnam. Gevolg: de Donbas
kwam in opstand en de volksrepublieken Donetsk en Loegansk,
samen 3 miljoen inwoners, maakten zich los van Kiev.
De Krim had in 1991 in een referendum al gekozen voor
afscheiding. Volgens Larané kwam ook de Krim in opstand, maar
dat is onjuist: de opstand was georganiseerd vanuit Moskou. Op
16 maart hield men een referendum en op 18 maart werd de Krim
aangehecht bij Rusland. De auteur vergelijkt het met de
unilaterale onafhankelijkheid van Kosovo in 2008. Het was een
schending van het internationaal recht en van de beloftes die in
Boedapest ondertekend waren in 1994.
Amerika sloot Rusland uit de G8, Europa deed weinig wegens zijn
afhankelijkheid van Russisch gas. Integendeel, Duitsland
lanceerde Nord Stream 2 om gas door de Baltische Zee te
vervoeren i.p.v. door Oekraïne.
Poetin richtte op 29 mei 2014 de Euraziatische Economische Unie
op, samen met Xi Jinping, promotor van de Nieuwe Zijderoute.
Larané beweert dat Rusland ook een autonoom betaalsysteem
ontwikkelde om onafhankelijk te zijn van Visa en Mastercard,
maar hij noemt de naam niet en vergeet dat het enkel in Rusland
functioneert (p. 56).
De akkoorden van Minsk (februari 2015) voorzagen de autonomie
van de Donbas en een referendum op de Krim. Helaas werden ze
niet uitgevoerd. Ze gaven Oekraïne de tijd om zich te bewapenen
met hulp van de NAVO en van Amerika en om de waterbevoorrading
van de Krim te verminderen. Op 21 juni 2021 sloten de Bitten in
Odessa een akkoord met Oekraïne om raketschepen te leveren.
In november 2021 vlogen Amerikaanse bommenwerpers op 20 km van
de Russische grens. Volgens Lavrov was dit het kookpunt voor de
ontplooiing van Russische legers (p. 59). Op 16 juli 2021
verklaarde Poetin dat Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland
historisch, taalkundig en godsdienstig bij elkaar horen. Niemand
schonk daar aandacht aan. Op 28 december 2021 zette hij een
nieuwe stap door de ontbinding van Memorial, de instantie die
sinds 1992 de repressie van Stalin onderzocht. Van dan af kon
niemand zich nog verzetten tegen de inval, die hij lanceerde op
24 februari 2024. Hij dacht Kiev in vier dagen te veroveren,
maar het verzet was te krachtig.
Op 2 maart eiste de Algemene Vergadering van de UNO met 143
leden op 193 dat Rusland zijn agressie zou stoppen. Maar de
landen die Rusland steunden, tellen tweederde van de mensheid
(p. 72-73).
Op 26 maart riep Biden in Warschau op tot het omverwerpen van
Poetin. Op 29 maart kwamen er vredesonderhandelingen in
Istanboel. Oekraïne aanvaardde daar een neutraal statuut,
autonomie voor de Donbas en een referendum op de Krim. Maar
Blinken beweerde dat Rusland het niet ernstig nam en volgens de
Israëlische premier Bennett vonden Engeland en Amerika dat men
verder moest vechten. Op 2 april ontdekte men dan de
oorlogsmisdaden in Boetsja. Op 26 april sloot de Amerikaanse
minister van defensie Llyod Austin de deur door te verklaren:
“Wij willen Rusland verzwakken, zodat het niet meer in staat is
om oorlog te voeren.” (p. 63). Op 26 februari 2024 voegde Macron
eraan toe dat een Russische nederlaag noodzakelijk is voor de
veiligheid in Europa (p. 80).
De economische sancties hebben niet het gewenste effect gehad.
Rusland kwam er snel bovenop door zijn verkoop van olie en gas
aan China en India. Oekraïne daarentegen kampt met tekorten aan
wapens en soldaten. Bovendien is de helft van het land
gebombardeerd, zijn er honderdduizenden doden en zwaar gewonden,
miljoenen interne ontheemden en zeven miljoen vluchtelingen.
24 februari is een keerpunt in de Europese geschiedenis: het
toonde de militaire zwakheden, de afhankelijkheid van Washington
en zijn isolatie op de internationale scène. Europa is ook
afhankelijk van China voor vele afgewerkte producten en van
Rusland voor zijn grondstoffen. Er is een tegenstelling ontstaan
tussen het ‘Globale Westen’ met 1 miljard inwoners en het
‘Globale Zuiden’ met 7 miljard. Amerika is ondanks militaire
mislukkingen er altijd bovenop gekomen, mede door zijn
vernieuwingen en zijn aantrekkingskracht op intellectuelen uit
heel de wereld.
Beoordeling
Zoals Mearsheimer en Shifrinson is Larané terecht kritisch voor
de fouten van de Amerikanen en Britten, maar te mild voor de
oorlogsmisdaden van de Russen. Hij spreekt ook niet over de
14.000 doden in de Donbas, de concentratiekampen die de
separatisten en de Russen daar geïnstalleerd hebben voor
Oekraïne-gezinden en evenmin over het neerhalen door de Russen
van MH 17 met 298 doden. Op p. 26 zegt hij dat Rusland nooit
zijn buren heeft aangevallen, maar hij vergeet dan even
september 1939 toen het binnenviel in Polen en nadien in de
Baltische landen en Finland. Op p. 28 geeft hij dat wel toe.
Donbas leidt hij af van Don (p. 53), maar het komt van de rivier
de Donets. Op p. 72 staat een zetfoutje: ‘absentention’, moet
abstention zijn.
Weinig boeken zeggen zo veel op 100 pagina’s: het is dus zijn
prijs wel waard.
©Jef Abbeel, mei 2024
www.jefabbeel.be