Frits Naerebout, Griekse democratie. Democratische politiek in
het klassieke Athene. Uitgeverij Primavera Pers, Leiden, 2015.
111 p., tekeningen, foto’s, plattegrond, wdl., register. ISBN
978-90-5997-212-4; € 19,50.
Democratie bij de Atheners
In de reeks “De Oudheid” verschijnen onderwerpen van politieke, godsdienstige, economische en mythologische aard uit de wereld van Grieken, Romeinen en Nabije Oosten, waarover weinig recente literatuur beschikbaar is in het Nederlands. De auteurs situeren ze ook in de hedendaagse context en wijzen op overeenkomsten en verschilpunten.
Inhoud
Democratie bij de Atheners
In dit eerste deeltje over de Griekse en vooral de Atheense democratie legt de Leidse docent Frits Naerebout omstandig uit hoe niet enkel de directe democratie, maar ook een koningschap of een tyrannis in een stadstaat functioneerde, hoe klein de meeste poleis waren ( 50 ā 100 kmē, 2500 ā 4500 inwoners) en dat Athene een uitzondering was: 2650 kmē, 50.000 burgers in de 5° eeuw, 30.000 in de 4°. De landstreek Attica telde met vrouwen, kinderen, metoiken en slaven erbij maximaal 350.000, minimaal 200.000 inwoners, van wie hooguit 50.000 binnen de Atheense stadsmuren woonden. Over de 144 andere stadstaatjes vernemen we minder.
Het boekje begint boeiend, geeft opmerkelijk cijfermateriaal
over oppervlakte, inwoners, burgers en niet-burgers, concrete
werking van de politieke en juridische instellingen, de sterke
kanten en de beperkingen. Maar dan verzandt het in een
minutieuze, bijna eindeloze opsomming en verklaring van alle
mogelijke Griekse termen die iets met politiek of recht te maken
hadden. Een alfabetische verklarende woordenlijst of
zakenregister ontbreekt hierbij helaas. Wie geen gymnasiale
opleiding heeft gehad, moet wel heel veel aandacht opbrengen bij
de lectuur. Het boek is dus zeker niet vulgariserend, zoals de
studies van Fik Meijer. Wie wel klassieke talen gestudeerd
heeft, krijgt hier een stevige repetitie van zijn kennis en
voorbeelden hoe het systeem in de praktijk werkte. Dank zij de
zeer genuanceerde toelichtingen, merk je ook hoe ingewikkeld de
staatsstructuur in elkaar zat. Gelukkig zijn de vele en
schitterende illustraties zeer functioneel en verhelderend. Ze
tonen o.m. hoe ostraka, pinakia, het stenen spreekgestoelte en
andere attributen van de Atheense staatsinrichting eruit zagen
en gebruikt werden.
Het boek lijkt mij het meest geschikt voor classici en
historici: voor hen is dit een juweeltje. Zij zullen zeker
genieten van de heldere, gedegen, geduldige en genuanceerde
uitleg. Zij krijgen ook een hele lijst literatuur, voornamelijk
Engelstalig. Maar het is zware kost voor de doelgroep voor wie
het eigenlijk bedoeld was: leken met een algemene, culturele
belangstelling. Zij zullen misschien vroegtijdig afhaken.
Jef Abbeel, december 2005