Community Geschiedenis Histoforum |
||||
recensies | deel 1 deel 2 deel 3 deel 4 | |||
|
1302 / 1585 / 1830 N.a.v. 175 jaar België en 25 jaar federalisme ( zelfbestuur voor Vlaanderen, Brussel, Wallonië, Duitstaligen) verscheen een trilogie over memorabele gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Benelux. 11 juli 1302 is in Nederland het minst bekend: een min of meer Vlaams leger won bij Kortrijk de Guldensporenslag tegen de Franse koning en behoedde het rijke Vlaanderen zo voor aanhechting bij Frankrijk. Grotendeels ten minste, want rond 1668/78 annexeerde Lodewijk XIV het huidige Frans-Vlaanderen. De slag gaf 700 jaar lang aanleiding tot allerlei heroïsche verhalen, liederen en mythes, vooral in de 19e eeuw : in 1836 schilderde Antwerpenaar Nicaise De Keyser het op een groot doek, in 1838 schreef Hendrik Conscience zijn historische roman “De Leeuw van Vlaanderen”. En in 1973 werd 11 juli de nationale feestdag van Vlaanderen. De auteurs ( 1 )schetsen een toegankelijk, genuanceerd, nuchter en historisch verantwoord beeld van de reële economische en militaire krachtsverhoudingen tussen de Vlaamse steden en hun Franse leenheer en van de middeleeuwse oorlogsvoering. Plattegronden, citaten, foto’s, kaarten, een woordenlijst, stamboom en register houden de lezer op het juiste pad. 1585 was een ander sleuteljaar in de geschiedenis van de Nederlanden. Antwerpen werd heroverd door de Spanjaarden, bijna de helft van de bevolking van Antwerpen, Gent, Brugge en ook wat Walen vluchtten naar Engelse, Duitse en vooral Nederlandse steden. Vooral in de nieuwe Republiek leverden deze bekwame en welgestelde emigranten een belangrijke bijdrage aan de Gouden Eeuw. Voor het zuiden was dit een pijnlijke aderlating. De auteur (2) toont duidelijk aan wie waar terecht kwam en wat ze daar betekenden. Ook deze knappe synthese van het bestaande historisch onderzoek is rijkelijk voorzien van tabellen en een register. Het is het boeiendste van de drie. 1830 ten slotte. In Parijs maakte de liberale julirevolte een einde aan de autocratie van Karel X en bracht de meer gematigde burgerkoning Louis-Philippe aan de macht. De geest waaide over naar Luik en Brussel. In het zuiden dreigde hongersnood en was er ontevredenheid over het verlichte despotisme van Willem I. Een opera stak in aug. 1830 de lont aan het vuur. De elite schaarde zich achter het proletariaat. Gevechten en buitenlandse inmenging zorgden voor de scheiding tussen Nederland en België. Falter ( 3 ) vertelt het zeer gedetailleerd, bijna van dag op dag, met alle kleine schermutselingen en veldslagen, op grond van bestaand bronnenmateriaal. Hij doet het ook objectief, los van bestaande Nederlandse, Belgicistische, Groot-Nederlandse, Vlaamse of Waalse visies. Het boek is een spannend relaas over de grote en kleine gebeurtenissen die de grenzen van de drie landen hebben vastgelegd. Het heeft gelukkig een personen- en plaatsnamenregister. Talrijke citaten en foto’s verlevendigen dit meeslepende verhaal, dat op een half jaar tijd al aan zijn 4e druk is. Over hetzelfde onderwerp verschenen dit jaar ook nog “België, de geboorte van een staat” van Roland Van Opbroecke ( 4 ) en een proefschrift waarmee jurist Peter van Velzen in juni 2005 promoveerde aan de Universiteit van Tilburg( 5). De zeer gedetailleerde en grondige studie van Roland Van Opbroecke (4) is een heruitgave, want deze radiojournalist overleed in 1990. Hij begint met een profiel van de rijken en armen en een overzicht van de hongercrisissen die het proletariaat doormaakte in 1816, 1817, 1823, 1829. De sociale ellende vormde de diepere oorzaak van de opstand, zoals Maurice Bologne in 1829 al aantoonde n.a.v. de nakende viering van 100 jaar België. Van Opbroecke vertelt van dag tot dag en van uur tot uur hoe de sociale onvrede tijdens en na een opera omsloeg in een opstand. De politieke oorzaken of de motieven van de burgerij komen bij hem op de tweede plaats. Hij vult zijn relaas aan met levendige getuigenissen van tijdgenoten in ouderwets Nederlands. Behalve de sociale en militaire gebeurtenissen, beschrijft hij ook de moeizame onderhandelingen over de grenzen en de keuze van een koning. Hij vond het helaas niet nodig om te verwijzen naar bronnen of een register toe te voegen. Zijn eentonige bladspiegel wordt enkel onderbroken door twee sobere prenten. Van Velzen (5) , hoofd bestuursrecht bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, benadrukt m.i. terecht de politieke oorzaken van de afscheiding in 1830, de strijd om de macht tussen Holland en België. Hij doet dat in een staatsrechtelijk-historisch proefschrift, dat naar zijn aard een meer wetenschappelijk karakter heeft dan de boven genoemde titels. De afscheiding van de Belgen vond zijn oorzaak in de grote angst van koning Willem I en van Holland (in 1815 1,8 miljoen inwoners, van wie een deel katholiek) voor de Belgen. Zij vreesden dat België (in 1815 3,4 miljoen inwoners) via de Tweede Kamer de macht zou grijpen in het nieuwe koninkrijk. Het middel dat de Belgen daarvoor zouden kunnen hanteren was de figuur van de ministeriele verantwoordelijkheid. Van Hogendorp, de ontwerper van de Grondwet van 1814, had met instemming van Willem I voorzien in een beperkte individuele ministeriele verantwoordelijkheid. Hij had die figuur zo opgebouwd dat de primair Belgische of katholieke helft van de Tweede Kamer (Noord en Zuid hadden elk 55 zetels) niet via de ministers zijn macht zou kunnen opleggen aan de Koning (regering) en daarmee aan Holland. Die opzet mislukte, met name door het medio 1814 verschijnen van de theorie over ministeriele verantwoordelijkheid van de Fransman Benjamin Constant. Bij toepassing van die theorie op de Grondwet van 1815 leek de weg geëffend voor de Belgen om in de Tweede Kamer via de ministers de koning op een zijspoor te schuiven en zo een structurele overmacht te vestigen over Holland. De Belgen hoefden daarvoor slechts samen te gaan werken met de Noordelijke katholieken. Zodra Willem I ‘dit gevaar’ inzag, keerde hij zich als het ware tegen zijn eigen Grondwet, want ontkende hij het bestaan van iedere ministeriële verantwoordelijkheid. Uit vrees voor de Belgen zou hij zich vervolgens ontwikkelen tot een alleenheerser. Zijn minister van Justitie Van Maanen leverde hem daarvoor het alibi door het zo voor te stellen alsof de Koning boven de Grondwet stond en daaraan niet onderworpen was. Vooral de Belgische liberalen kwamen sterk op tegen de ontkenning van iedere ministeriële verantwoordelijkheid. Tot driemaal toe deden zij een aanval tegen die ontkenning, namelijk in 1816, in 1820 en tenslotte, met de steun van de katholieken, in 1829. De afscheiding in 1830 was dan ook een gevolg van het volharden in die ontkenning en van de alleenheerschappij van Willem I. Van Velzen is streng in zijn oordeel over Willem I. Een oorspronkelijk beoogde, beperkte individuele ministeriële verantwoordelijkheid kwam er in Nederland pas in september 1840. Daarom trad Willem I in oktober 1840 af. In 1848, een jaar van revoluties in Europa, stond Willem II aan Thorbecke e.a. de invoering toe van een ruimere ministeriële verantwoordelijkheid en van allerlei moderne vrijheden, die België al had sinds 1831. Thorbecke slaagde er echter niet in om de door hem nagestreefde vorm, de “positieve” ministeriële verantwoordelijkheid aanvaard te krijgen. Deze zeer grondige en niet altijd eenvoudige studie is relevanter voor de Nederlandse dan voor de Belgische staatsvorming. Ze eindigt met zeer handige geannoteerde personen- en zakenregisters en indrukwekkende lijsten van geraadpleegde bronnen en literatuur. Ze is bedoeld voor juristen en historici met een stevige basiskennis van het staatsrecht. O.i. moeten we de oorzaken van de afscheiding zoeken in een veelheid van factoren: sociale onvrede, ruzies over de grondwet, het feit dat het Zuiden met ruim 60 % van de inwoners slechts evenveel Kamerleden kreeg als het Noorden, grieven van katholieken over de bemoeiing van Willem met de godsdienst, grieven van liberalen over een tekort aan vrijheden, misnoegdheid van de Franstaligen ( in heel België ) over de inzet van de koning voor de Nederlandse taal en cultuur. Zijn grote inspanningen voor industrie en onderwijs in het zuiden werden onvoldoende geapprecieerd. Als toemaatje krijgen de kopers van de trilogie 1302 / 1585 / 1830 er gratis bij : “Het fraaie gelaat van Vlaanderen”, een beknopte synthese van de cultuurgeschiedenis, door de Britse historica Patricia Carson (6 ) . Dit ideaal geschenkboek met harde kaft is het mooist verzorgd van de zes. Het bevat allerlei didactisch materiaal, zoals prachtige historische prenten, kaarten en tabellen met de dramatis personae. Tot slot: wie een mooi zicht wil hebben op de gebeurtenissen van 1830 tot 2005, kan naast het Koninklijk Paleis in Brussel terecht in het pas geopende museum “BELvue”, het eerste over de nationale geschiedenis van 175 jaar België. Referenties: 1 Jan Frans Verbruggen – Rolf Falter, 1302. Opstand in Vlaanderen. Uitgeverij Lannoo, Tielt, 2005, 6e druk. 278 p. ; foto’s, citaten, noten, register; ISBN 90 – 209 – 4412 - 6; € 19,95 ; € 59,85 voor de vier. 2. Gustaaf Asaert, 1585. De val van Antwerpen en de uittocht van Vlamingen en Brabanders. Uitgeverij Lannoo, Tielt, 2005. 373 p. ; foto’s, kaarten, citaten, noten, bibliografie, registers. ISBN 90 – 209 – 5529 – 2; € 19,95. 3. Rolf Falter, 1830. De scheiding van Nederland, België en Luxemburg. Uitgeverij Lannoo, Tielt, 2005, 4e druk. 350 p. ; kaarten, foto’s, citaten, lit. , registers. ISBN 90 – 209 – 5836 – 4; € 19,95. 4. Roland Van Opbroecke, België, de geboorte van een staat. De opstand van 1830. Uitgeverij Globe / Roularta, 2005, 2e druk. 349 p. ; ISBN 90 – 5466 -567 – X; € 19,90. 5. Peter van Velzen, De ongekende ministeriële verantwoordelijkheid, theorie en praktijk 1813 – 1840. Uitgeverij Universiteit van Tilburg en Wolf Legal Publishers, Nijmegen, 2005. XXII + 572 p. ; noten, registers, literatuur. ISBN 90 5850 128 0; € 35. 6. Patricia Carson, Het fraaie gelaat van Vlaanderen. Uitgeverij Lannoo, Tielt, 2001, 4e druk. 263 p. ; prenten, kaarten, tabellen, registers. ISBN 90 – 209 – 6242-6; € 14,95. Jef Abbeel, juli – augustus 2005 |
|||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|
||||
© Albert van der Kaap, Enschede
|
|