|
|
|
|
|
Inleiding
Lysistrata
is de oudste, meest samenhangende maar ook de meest complexe van de drie
vrouwenkomedies. De opvoering vond begin februari 411 plaats. Bij uitzondering
had Aristofanes dit keer de regie niet zelf gevoerd. Of hij met het stuk een
prijs gewonnen heeft, weten we niet. In het jaar 411 was de stad Athene er
slecht aan toe. Als gevolg van de voortdurende oorlog was maar eenderde van de
mannelijke bevolking overgebleven. Ruim een jaar tevoren was de strafexpeditie
tegen Sicillië op een volslagen mislukking uitgelopen. De meeste bondgenoten
waren in opstand gekomen en kregen daarbij steun van de Spartanen. De Perzische
machthebbers in Klein-Azië probeerden daar de steden die met Athene verbonden
waren onder hun gezag te plaatsen en wilden gemene zaak met Sparta maken. In
Attika hadden de Peloponnesiërs een garnizoen gevestigd dat het land onder
controle hield en de Atheners verhinderde de akkers te bebouwen en de
zilvermijnen te exploiteren. Al meer dan twintigduizend slaven waren weggelopen.
De aan- voerroutes over land waren afgesneden. Een klein lichtpunt was het
Atheense militaire succes op het eiland Lesbos. Het enige redmiddel in deze
uitzichtloze situatie leek een volledige politieke omschakeling. In deze sfeer
is Lysistrata ontstaan. Aristofanes reikt een oplossing aan die de stoutste
dromen overtreft: de vrouwen van heel Griekenland gaan zich verenigen om hun
mannen tot de vrede te dwingen. Het meest effectieve middel lijkt een
seks-staking. Maar de gevolgen van het plan, dat door Lysistrata 'zij die de
legermacht ontbindt' geopperd wordt, laten nog even op zich wachten. Eerst wordt
een tweede plan uitgevoerd: de vrouwen nemen de burcht in, waar zich de
schatkist bevindt, zodat de oorlog niet meer gefinancierd kan worden. De
aanvallen van de mannen slaan ze met succes af. Dit zijn de twee belangrijkste
thema's van het stuk. Maar er is nog een derde verwikkeling. De koren van de
oude mannen en oude vrouwen nemen na de strijd om de Akropolis niet aan de
staking en ook niet aan de verdere bezetting deel. Nadat ze elkaar uitgescholden
en bedreigd hebben, sluiten ze dankzij enkele verzoeningspogingen van de vrouwen
'eeuwige vrede' met elkaar. Dit wordt het voorspel tot de uiteindelijke
vrede tussen de Griekse staten, waarmee de komedie eindigt. Het slot is voor
onze begrippen erg braaf en nauwelijks grappig. Er worden serieuze liederen ten
gehore gebracht die naar ons gevoel als een anticlimax werken. Blijkbaar werd
zo'n ernstige toon in de oudheid niet als wanklank ervaren en was het voor de
Atheners heel acceptabel een komedie aldus te laten aflopen: 'Alles is nu toch
goed gekomen; laten we dat met zang en dans vieren.' Mogelijk werd door het
toenmalige publiek de band met de oorspronkelijke religieuze optochten nog sterk
gevoeld.
In
de maand september 2000 werd Lysistrata, onder de titel sexboycot, opgevoerd
door theatergroep Concordia uit Enschede. De vertaling was van Hein L. van Dolen, van
wie ook bovenstaande inleiding afkomstig is.
|
|
|