inleiding opdracht werkwijze opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 bronnen beoordeling reflectie


Democratie in Athene

 

 

Opdracht 4

Bron 3 

De Griekse geschiedschrijver Thucydides schreef over democratie 

'Wij hebben een staatsvorm die niet een kopie is van de instellingen van onze naburen. In plaats van anderen na te bootsen zijn wij juist een voorbeeld voor hen.

Onze staatsvorm heet een democratie, omdat ze in handen is van velen en niet van enkelen. In persoonlijke geschillen verzekeren onze wetten gelijk recht aan allen. Als het gaat om het vervullen van openbare ambten speelt sociale klasse geen rol, maar tellen slechts de werkelijke kwaliteiten die iemand bezit. Armoede is voor niemand die de publieke zaak kan dienen een belemmering, hoe gering zijn status ook mag zijn' 

Thucydides, De Peloponnesische Oorlog, Boek 2, 37: Lijkrede van Perikles.  

Bron 4 

Onder de antieke critici van de Atheense democratie bevinden zich enkele beroemdheden, met twee uit Athene zelf afkomstige schrijvers aan kop. De filosoof Plato (428-347) moest meemaken hoe het democratische Athene zijn leermeester Socrates veroordeelde en terechtstelde. In zijn werken laat hij voortdurend merken hoe slecht hij het politieke systeem vindt waarbij grote beslissingen kunnen worden genomen door mensen die 'onoordeelkundig' en niet terzake gespecialiseerd zijn.  

'Met genot als lokaas jagen zij op domheid', schreef Plato over de politici die de bevolking van Athene bestuurden. Plato vond democratie niet ideaal voor de stadstaat Athene. 

Democratie is een staatsvorm zonder rem. Want de democratie dwingt politici de bevolking alles te geven waar het om vraagt. Wat de bevolking ook maar voor grillen heeft, de politici zullen er alles aan moeten doen om die te vervullen. Ze willen hun machtsbasis namelijk niet kwijt.  

Bovendien zijn politici volgens hem vaak aan lager wal geraakte mislukkelingen, die slechts in de politiek iets van een carrière kunnen maken. Het jagen op eigen voordeel van deze lieden is ook weinig bevorderlijk voor het functioneren van het systeem. Daarom is volgens Plato een rationeel proces van besluitvorming per definitie onmogelijk in een democratie. 

Plato was één van de felste tegenstanders van het systeem in zijn stad. Naast rationele redenen had hij ook emotionele motieven om zich zo fel te keren tegen de democratie. De leermeester van Plato was Socrates. Die was in een nogal duister (democratisch) proces veroordeeld tot het leegdrinken van een gifbeker. 

Volgens de aanklacht van de volksrechtbank van 500 man had de 70-jarige Socrates de jeugd verziekt en was hij goddeloos. Wat hem meer kwalijk werd genomen was dat hij antidemocraat was, goede contacten had met andere antidemocraten en de aristocratische jeugd, waaronder Plato, zijn antidemocratische ideeën had gedoceerd. 

'Als u denkt dat u door mij te doden verlost bent van de plicht verantwoording af te leggen voor uw manier van leven vergist u zich', laat Plato Socrates in één van zijn werken zeggen tegen zijn rechters.

'Het tegenovergestelde zal gebeuren. Door mensen te doden kunt u niet het verwijt voorkomen dat u verkeerd leeft. Meer mensen zullen u om verantwoording komen vragen, die ik tot dusver heb tegengehouden. En ze zullen lastiger zijn, in zoverre ze jonger zijn.'

Gebruik bron 3

1.   Niet alle Atheners in de oudheid dachten positief over de democratie. De  geschiedschrijver Thucydides wel. Wat waren volgens hem sterke punten van de democratie.

Gebruik bron 4

2.    Plato was heel wat minder positief. Welke kritiek had hij op de democratie?

Slotopdracht  

In deze opdracht gaan we de balans opmaken 

1.     Wat vind je sterke punten van de Griekse democratie en wat zwakke? 

2.     Wat vind je sterke punten van de democratie in Nederland en wat zwakke? 

3.     Bedenk minstens één maatregel waardoor je de huidige democratie zou kunnen versterken of waardoor de Nederlanders meer invloed kunnen krijgen.  

4.     Het stemrecht van niet-Nederlanders bij gemeenteraadsverkiezingen moet volgens PVV-leider Wilders worden afgeschaft. Hoe zouden de inwoners van Athene hierover gedacht hebben?