De volksvergadering
Rond 500 kwam de macht in handen van de
volksvergadering (Ekklesia). Alle Atheners konden deel uit maken
van deze volksvergadering. Dat wil zeggen als zij
Atheense mannen waren en minstens twintig jaar.
Vrouwen, slaven en vreemdelingen (metoiken) die woonden
en werkten in Athene waren van de volksvergadering
uitgesloten. Dat was wel zuur voor de metoiken, want zij
moesten wel belasting betalen en hun militaire
verplichtingen nakomen.
De volksvergadering kwam één keer in de 8-10 dagen
bijeen op de
Pnyx.
Met de vraag "Wie wil de vergadering toespreken?" …… ("Tis
agoreuein bouletai;") werden de aanwezigen in de
Atheense Volksvergadering uitgenodigd
hun visie op een openbare kwestie te geven.
De Raad
De Raad (Boulè) bestond uit 500 mannen, 50 uit elk van
de 10 districten (phylen) waarin Athene was verdeeld.
De Raad vergaderde bijna elke dag en bereidde de agenda
van de volksvergadering voor en gaf adviezen aan de
volksvergadering.
De indeling van
Attica (phylen) door Kleisthenes
I.Erechtheis
II. Aegeis
III. Pandionis
IV.Leontis
V. Acamantis
VI. Oeneis
VII. Kekropis
VIII.Hippothoontis
IX. Aeantis
X. Antiochis |
Dagelijks bestuur
Dan was er nog een dagelijks bestuur bestaande uit 50
mannen. Telkens vormde gedurende een beperkte periode
één district (phyle) het dagelijks bestuur.
Het voorzitterschap van het dagelijks bestuur (tevens
voorzitter van Raad en volksvergadering) wisselde per
dag.
De negen archonten waren,
toen zij nog gekozen werden, belangrijke bestuurders in
Athene. Later toen zij gekozen werden ging hun macht
achteruit. Wel gekozen, en daardoor machtiger, waren de
tien strategen. Zij hielden
zich bezig met het leger, de buitenlandse politiek en de
financiën.
Volksrechtbank.
Uit een groep van 6.000 burgers werd voor iedere zitting
van de rechtbank een jury gevormd. Deze bestond soms uit
honderden, soms uit duizenden mannen, afhankelijk van
het belang van de zaak. |