Volksvergadering op de Pnyx
Vanaf de tweede helft van de 5e eeuw werden de zittingen
van de Volksvergadering van het Marktplein, de
Agora, verplaatst naar een heuvel de
Pnyx
(400 m. ten zuidwesten van de Agora). De
Agora bleef vanaf die tijd wel dienst doen als
marktplein en plaats van publieke discussies.
De mensen zaten waarschijnlijk op houten banken en
brachten hun lunchpakket (brood en wijn) mee naar de
Pnyx. Het is zeer waarschijnlijk dat het de
aanwezigen vrij stond te gaan zitten waar zij wilden
en zich niet districts- of ‘partijgewijs’ groepeerden.
reconstructie van de Pnyx
De Pnyx
Vergadering van de Raad
Aansluitend aan de bijeenkomst van de volksvergadering werd een van de dagelijkse zittingen van
de Raad van 500 (Boulè) gehouden. De rest van de
burgers kon nog wat napraten of een halve dag werken
tenminste als ze in de buurt woonden.
Presentiegeld
Omstreeks 400 v. Chr. werd het presentiegeld
ingevoerd. Volgens Aristoteles was dit om de
teruglopende belangstelling op te vangen. De
vergoedingen schijnen het juiste effect gehad te hebben,
want een paar jaar later horen we in een van de komedies
van Aristophanes dat nu het touw met de rode verf
gebruikt moest worden om de menigten bij de ingang tegen
te houden, terwijl het in de 5e eeuw mogelijk werd
gebruikt om de mensen de vergaderplaats in te jagen!
Waarschijnlijk werd aan de eerste 6000 mensen (het
quorum) presentiegeld betaald, hetgeen gedrang en
rumoer bij de ingang van de Pnyx zal hebben
veroorzaakt. In de tijd van Aristoteles betaalde men 1 à
1,5 drachme uit en daarmee werd een halve dag
inkomstenderving redelijk gecompenseerd. (het dagloon
was 1,5 à 2,5 drachme).
|