home docentenhandleiding artikel bronnen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17


De val van Icarus
 

 

In dit schilderij verwijst Brueghel heel duidelijk naar Ovidus. Ga met de muis over het schilderij.

Dit schilderij en een latere versie, verschillen op een aantal, zeer belangrijke, punten van elkaar. Op het oudste schilderij komt Daedalus niet voor. Op dat schilderij is ook een ondergaande zon te zien, terwijl in de versie op hout de zon in het zenith staat. De vraag is of het schilderij op doek niet is overgeschilderd. Volgens Gibson is het schilderij misschien wel meermalen overschilderd (Walter Gibson. Bruegel. Oxford: Oxford University Press, 1977, vooral 38-40, pl.16-7). Onlogisch zou dat niet zijn, want, zoals iemand opmerkte, Icarus heeft er anders wel erg lang over gedaan om uit de lucht te vallen als de zon nu bezig is onder te gaan. Het lijkt immers voor de hand te liggen dat de was in de vleugels van Icarus begon te smelten toen de zon op z'n hoogste punt stond.

Iemand die met een bevende hengel vissen probeerde te vangen (een visser), een herder die leunde op zijn stok en een boer die steunde op een ploeg zagen hen, ze waren stomverbaasd en ze dachten dat het goden waren omdat ze konden vliegen.

Van op een eikentak zag Perdix hem toen hij het betreurde lichaam van zijn zoon in een graf legde. Perdix was een snatervogel die in het moeras leefde en hij getuigde van zijn vreugde in een lied: Hij was toen een unieke vogel, in vroegere jaren niet gezien, nog maar onlangs een vogel geworden en voor jou, Daedalus, een langdurig schuldbewijs.  

Bron: Ovidius Metamorphosen 8.183-235