Bron 1
De eik van Thor
Bij zijn terugkeer in Hessen verwoeste Bonifatius de
heidense heiligdommen en stichtte talrijke kerken en
kloosters. Een bekende anekdote verhaalt hoe Bonifatius
een aan de Germaanse oorlogsgod Thor gewijde eik velde,
om vervolgens met het hout een aan Petrus gewijde kapel
te bouwen. Hij deed dit om de heidenen te tonen hoe
machteloos hun goden waren. Toen er geen bliksemschicht
uit hemel kwam om Bonifatius te vernietigen, bekeerden
velen zich dan ook tot zijn God. Een andere variant van
dit verhaal vertelt hoe hij een denneboom, die tussen de
wortels van de gevelde eik opgroeide, tot een nieuw
christelijke symbool verhief, hetgeen weer leidde tot
onze latere Kerstboom.
De missie in Friesland hervat
In 754, op ongeveer 80-jarige leeftijd, droeg Bonifatius
het aartsbisdom Mainz over aan zijn leerling en neef
Lullus. Het bisdom Utrecht droeg hij in 753 al over aan
zijn assistent Eoban. Zelf wilde hij zich opnieuw aan de
kerstening van Friesland gaan wijden. Dat de missie hem,
ondanks zijn hoge positie, nog altijd na aan het hart
lag was al eerder duidelijk geworden. Al in 738 weigerde
paus Gregorius in te gaan op Bonifatius' verzoek om
terug te mogen treden als aartsbisschop, teneinde zich
weer volledig aan de bekering van heidenen te kunnen
wijden. Kennelijk vond Bonifatius 15 jaar later dat hij
aan zijn verplichtingen jegens de Heilige Stoel had
voldaan. Hij besloot toen toch weer het werk op te nemen
waar zijn missieleven ooit mee begon: de bekering van de
weerbarstige Friezen.
Emil Doepler, 1905