Balthasar Gerards of Balthasar Gérard werd rond 1557 geboren in Vuillanfrans,
niet ver van Besançon. Zijn vader sprak recht over de inwoners van het dorp en
was mogelijk slotvoogd van het nabijgelegen Châteauneuf van de familie De
Bauffremont. Balthasar was het negende kind van Jean Gérard en Barbe d'Emskerque
en werd streng katholiek opgevoed.
Bekend werd Balthasar maar door één daad, de moord op
Willem van Oranje. Direct na de moord werd hij, tijdens
zijn vlucht, gevangen genomen en op 13 juli 1584 berecht
en tot een wrede dood veroordeeld.
Op 14 juli werd hij
naar het schavot gebracht: 'omme aldaer eerst zijn rechterhant, daer hy het
voorsz. verradisch moordadighe feyt mede bedreven heeft,
met een gloeyende toesluytende yzer geschroyet ende
afghebrant te worden, ende dat daer naer met gloeyende
tanghen tot ses reysen ende verscheyden plaetsen so aen
aermen, beenen, en t'gheen daer sijn lichaem meest met
vleesch becleedt is, het vleesch uutgebrant en
afghenepen sal worden, ende dat hij daer nae levendich
aen vier quartieren ghehouden sal worden, beghinnende
van onderen.' Vertaling in modern
Nederlands "Zijn rechterhand waarmee hij het moorddadige feit gepleegd heeft
zal met een gloeiende tang afgeknepen worden; vervolgens kneep men met gloeiende
tangen op verscheidene plaatsen op zijn lichaam het vlees af tot op het bot.
Vervolgens vierendeelde men hem levend waarna het hart uit zijn borstkas
gesneden werd en hem in het gezicht geworpen. Tenslotte hakte men zijn hoofd af
waarna zijn vier uiteengetrokken delen op de Haagse poort, Oosterpoort,
Ketelpoort en de Waterslootsepoort tentoongesteld werden. Zijn hoofd werd op een
staak gespietst en vervolgens bij het voormalige huis van de prins geplaatst.
|