In
het programmaboekje moet in ieder geval het volgende aan de
orde komen, maar uiteraard mag je er zelf zaken aantoevoegen:
-
Een inleiding op het Griekse toneel, waarin je in ieder
geval duidelijk maakt wat de verschillen waren tussen komedies en tragedies
en wat de oorsprong was van de tragedie. Besteed ook aandacht aan de
betekenis van toneel voor de Grieken (ongeveer 0,5-1 A4-tje).
-
Beschrijf hoe een opvoering van een toneelstuk er in de klassieke oudheid
waarschijnlijk heeft uitgezien. Besteed in ieder geval aandacht aan de rolverdeling, de
kleding
van de spelers en het decor en het Griekse theater. (maximaal 1 A4-tje)
-
Een samenvatting van of inleiding op de
Antigone.
-
Bedenk een aardige vormgeving voor het programmaboekje en
hou er rekening mee dat bezoekers de informatie direct voorafgaand aan de
voorstelling moeten kunnen lezen. Het boekje moet dus niet te omvangrijk
zijn en illustraties/schema's/kaartjes enz. zorgen vaak voor makkelijk en
snel toegankelijke informatie.
|