CommunismeIn dit artikel wordt kort en op hoofdlijnen uitgelegd wat wordt bedoeld met communisme. |
Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org
Het communisme gaat uit van de
gelijkwaardigheid van de mens.
Klassenstrijd en
wereldrevolutie zullen uiteindelijk de
klassenloze maatschappij brengen, waarin men wordt
beloond naar behoefte en niet naar prestatie zoals in
het
kapitalistisch stelsel. Iedereen is verzekerd van
een menswaardig bestaan.
In de
USSR trachtten de
Bolsjewieken het communisme in de praktijk te
brengen. Maar anders dan
Marx had bedoeld werd de partij de belangrijkste
macht in de staat. Hieraan diende alles en iedereen
ondergeschikt te zijn. Zo ontstond er in Rusland een
partijdictatuur die later overging in de
persoonsdictatuur van
Stalin. Het bolsjewisme groeide uit tot een
totalitair
systeem (Stalinisme).
Na een burgeroorlog (1949) kreeg China onder
Mao tse Toeng een eigen vorm van communisme (het
Maoïsme).
Communisme is een klasseloze
maatschappijvorm met een economisch systeem gebaseerd op
gemeenschappelijk eigendom van productiemiddelen,
waarbij eenieder produceert naar vermogen en neemt naar
behoefte, of een politieke en ideologische stroming die
streeft naar een dergelijk systeem.
In de praktijk wordt met communisme vooral de stroming
bedoeld die teruggaat op de ideeën van Karl Marx
(marxisme) en Vladimir Lenin (leninisme), en de
uitwerking van die ideeën in de Sovjet-Unie en andere
socialistische staten.
Als tegenstrever van de economische
kant van het communisme worden de kapitalisten gezien.
De strijd tussen de klassen staat centraal: in de tijd
van het begin van het industriële tijdperk de
fabrieksbezitters aan de ene kant, en de uitgebuite
arbeiders in de steden (die vanaf het platteland naar de
steden waren getrokken) aan de andere kant. Marx meende
hierin een nooit-aflatende klassenstrijd te zien,
waarbij uiteindelijk via een revolutie gevolgd door een
'dictatuur van het proletariaat' (in Marx' opvatting is
er onder het kapitalisme een dictatuur van de
kapitalisten) het communisme opgebouwd kon worden.
[bewerken] Socialisme als 'tussenfase'
Volgens Marx moest het communisme twee fasen doormaken,
waarbij de eerste fase vaak 'socialistisch' wordt
genoemd. Vandaar het door elkaar gebruiken van de termen
socialisme en communisme wanneer er naar bepaalde
bestaande regeringsvormen of naar de toekomstige
maatschappij wordt verwezen. Een maatschappij waarin
eenieder "levert naar vermogen en neemt naar behoefte"
is namelijk een utopie die de goedheid van de mens
veronderstelt. Omdat de mens, volgens marxistische
theoretici en politici, nog niet aan dit ideaal voldoet,
is in de communistische landen als tussenvorm het
'socialisme' geïntroduceerd, dat de mensen moet omkneden
tot ware communisten, opdat de utopie werkelijkheid zal
kunnen worden. Pas dan zullen die landen echt
communistisch genoemd kunnen worden. Tot die tijd
bestaat de regering meestal uit een Communistische
Partij (die streeft naar communisme), maar zijn het land
en de politiek socialistisch. De voormalige USSR heette
dan ook de "Unie van Socialistische Sovjet Republieken,"
en ook in Cuba wordt de (voortdurende) revolutie
socialistisch genoemd, niet communistisch.
[bewerken] In de praktijk
In de theorie van de economische orde passen de meeste
socialistisch georiënteerde landen in het brede spectrum
van mengvormen van kapitalisme en socialisme, met aan
het ene uiteinde de "gemengde economieën" van westerse
snit (waar ook Nederland en België toe gerekend kunnen
worden) en aan het andere uiteinde de socialistische
landen, zoals China, waar meer of minder "marktwerking"
wordt toegelaten.
Lenin
Als politieke stroming was het communisme (of marxisme)
aanvankelijk onderdeel van wat toen nog de
sociaaldemocratie heette. Naar aanleiding van het
besluit van een meerderheid van de sociaaldemocratie om
de oorlogsinspanningen voor de Eerste Wereldoorlog te
steunen en dus mee te werken aan de massaslachting die
volgde, splitste een grote marxistische groep zich af,
onder leiding van Lenin.
Hij noemde de leden van deze stroming (verenigd in de
Derde Internationale) 'communisten', om afstand te nemen
van de overgebleven sociaaldemocratie. Het communisme
staat sindsdien voor een meer principiële stroming
binnen het socialisme, dat nog het sterkst uitgaat van
de ideeën zoals die oorspronkelijk door Marx waren
opgesteld.
Aan de andere kant is er de sociaaldemocratie, waar na
het vertrek van de marxisten/communisten het idee heeft
postgevat dat het kapitalisme hervormd dient te worden,
in plaats van omvergeworpen. Tegenwoordig is de
sociaaldemocratie dermate ingepast binnen het
kapitalisme dat zelfs hervormingen niet meer het doel
zijn.
De term 'socialisten' voor de sociaaldemocratie is dan
binnen het communisme ook niet meer op zijn plaats, en
wordt nu gebruikt door niet-stalinistische marxisten,
zoals trotskisten. Communisten die de dictatuur van het
proletariaat niet verwerpen, bestempelden de
sociaaldemocratie ook wel als 'revisionisme'.
Met name in de Sovjet-Unie (vanaf 1917) en in de Volksrepubliek China (vanaf 1949) werd geprobeerd een socialistische economie op te bouwen. In West-Europa poogde de sociaaldemocratie, minder rigoureus, de maatschappelijke gevolgen van radicaal kapitalisme bij te sturen.

Communisme
v.l.n.r. Marx, Engels, Lenin en Stalin
Communisme
Copyright: Albert van der Kaap, 2009