Wat zijn
militieregisters?
Elke
man moest van 1811 tot medio 1996 militaire dienstplicht vervullen. De
registratie van dienstplichtigen vond plaats op hun 18de jaar in de gemeente
waarin ze woonden De registers waarin de dienstplichtigen staan ingeschreven
worden militieregisters genoemd. Dit zijn registers van een bepaalde lichting
(jaar). De dienstplichtigen traden in hun twintigste levensjaar in dienst. Het
korps van dienstplichtigen militairen heette de Nationale Militie. Naast
vrijwilligers bestond het korps uit ingelote dienstplichtigen. Tot 1898 kon
iemand die was ingeloot zich laten vervangen door een remplaçant. Vaak werd dit
in een notariële akte vastgelegd. Bij een wetswijziging in 1898 werd dit
stelsel afgeschaft en werd de persoonlijke dienstplicht ingevoerd. Het
lotingssysteem werd in 1938 afgeschaft.
Procedure
Ieder jaar registreerde het gemeentebestuur in
inschrijvingsregisters mannen die in aanmerking kwamen voor de Nationale Militie
ofwel de militaire dienstplicht. Van deze inschrijvingsregisters werden
alfabetische naamlijsten gemaakt. Een tweede exemplaar werd naar de
militiecommissaris gestuurd. Deze zorgde voor de loting van de ingeschrevenen.
Wat vindt u in
de militieregisters?
- de naam van de
loting/dienstplichtige
- geboortedatum
- geboorteplaats
- beroep loteling
- namen van de ouders
- signalement/lengte
loteling
- reden
vrijstelling/afkeuring
- datum der inlijving
- korps waarbij hij werd
ingelijfd
Woordenlijst
certificaat
verklaring
remplaçant
plaatsvervanger
conscrit
dienstplichtige
klapper
alfabetische namenlijst
index
lijst waarin namen alfabetisch zijn
opgesomd, met verwijzing naar de
vindplaats
infanterie
het voetvolk
cavalarie
soldaten te paard
artillerie
zwaar geschut ter ondersteuning
van infanterie en cavalerie
genie
bouwtechnische afdeling (bruggen en wegen)
koninklijke marechaussee
militaire politie
Literatuur
- B.Koerhuis en W.van
Mulken, De militieregisters 1815-1922 in: broncommentarein 5 (Den
Haag 1986)
- J.G.M.Sanders,
Voorwaarts mars. Onderzoekgids voor defensiearchieven betreffende
Noord-Brabant, 1588-1974 (Den Bosch 1996)
- J.G.M.Sanders (red.),
Brabanders gezocht (Den Bosch 1995)
- P.W.van Wissing
(red.), Geldersen gezocht (Arnhem 1996)
- E.W.R. van Roon, De
recrutering voor de Nationale Militie in Zuid-Holland 1880-1900 in:
Historisch tijdschrift Holland, 26 (1994) pagina's 151-170
- Arjan Kors, 't Is
plicht dat ied're jongen. Geschiedenis van de dienstplicht in
Nederland (Utrecht 1996)
- Informatieblad van het
Algemeen Rijksarchief Den Haag: Onderzoek naar een onderofficier of
mindere van de landmacht vanaf 1813
- Informatieblad
militieregisters van het rijksarchief in Noord-Brabant
Wetgeving over
de Nationale Militie:
- Militiewet 1815, wet
27 feb. 1815. Stb.nr.19
- Militiewet 1817, wet 8
jan.1817.Stb.1
- Militiewet 1861, wet
19 aug.1861. Stb.72
- Wijziging 1898, wet 2
juli 1898.Stb.nr.179
- Militiewet 1901, wet
24 juni 1901.Stb.159
- Militiewet 1912, wet 2
feb.1912.Stb.nr.21
- Dienstplichtwet 1922,
wet 4 feb.1922.Stb.nr.43
|
Tijdens de loting werd een lotingsregister
aangelegd op nummer van het lot van de ingeschrevene. Daarna gingen de
lotingsregisters naar de militieraad, die de verzoeken tot vrijstelling, in
verband met lichamelijke gebreken of broederdienst, beoordeelde. Na beëindiging
van zijn werkzaamheden leverde de militieraad alle registers in bij de
Commissaris van de Koningin. Het dubbele exemplaar van de lotingsregisters
stuurde de raad naar de gemeenten. Nadat bekend was hoeveel dienstplichtigen
nodig waren, zorgde de Commissaris van de Koningin via de burgemeesters voor het
oproepen van de lotelingen.