Pieter Teyler van der Hulst was een schatrijke Haarlemse zijdefabrikant, die
leefde in de 18e eeuw. Uit zijn nalatenschap werd dit hof(je) gesticht. In 1787
konden vierentwintig door architect Viervant gebouwde huisjes worden betrokken.
Het poortgebouw is in verhouding tot deze huisjes nogal pompeus. Aan de
straatzijde heeft de bouwer een aantal guirlandes aangebracht. Dit idee was niet
nieuw want De Keijser deed dit ook reeds bij het stadhuis op de Dam in
Amsterdam. In het poortgebouw is tevens de zgn. kasteleinswoning (in de huidige
tijd zouden we spreken van opzichterswoning) ondergebracht. Links om de hoek van
de poort kunt u even een blik werpen op de regentenkamer. De zonnewijzers aan
beide kanten van het hofje geven door schaduwval de juiste tijd aan. Op de
meeste hofjes ontbreken zij. De leeftijdsgrens voor toekomstige bewoonsters is
in de loop der jaren langzamerhand gesteld op 50 jaar. Vroeger was dit 70 jaar.
Het zal u ongetwijfeld opvallen dat de huisjes van het Teylershofje groter zijn
en de deuren hoger dan bij de overige Haarlemse hofjes het geval is. Ook voor de
bewoonsters hier waren preuves vastgesteld. Zij ontvingen geld, turf, tarwe,
rogge, boter, vlees, kosteloze medische bijstand e.d.. In vergelijking met
andere hofjes hadden de dames het hier bepaald niet slecht. Vanzelfsprekend
hebben de preuves grondige wijzigingen ondergaan. De dames dienden zich ook hier
aan de reglementen te houden. Zo mocht er bijvoorbeeld niet in de tuin worden
gewassen en geen was te drogen worden gehangen. Het hofje diende een stijlvolle
uitstraling te behouden en daar hoorde geen wapperend wasgoed bij.