Inhoudsopgave
- Harm van der Kaap
- Elske van der Kaap
- Geertje van der Kaap
- Jacob van der Kaap
- Grietje van der Kaap
- Karst van der Kaap
- Antje van der Kaap
- Roelfke van der Kaap
Kinderen van Karst Jacobs
- Onze achternaam
- Familiewapen
- De naam van de vader
- Zevenhuizen
- Nieuws
- Nieuwsbrieven
- Naamgeving
- Historische kaarten
- Historisch weer
- Het veen
- De Teyler erfenis
- Boeken over Drente
Rubrieken
Links
Het geslacht Meendering
Dit is het verhaal van het voorgeslacht van mijn grootmoeder van moeders zijde, Zwaantje Meendering..
Geert Jans Meenderingh
Geert Jans Meendering, geboren op 22-12-1799 in Sellingen en overleden op 14-08-1861 in Zuidveld (landbouwer). Hij werd aangenomen in de kerk op 3 juni 1830. Hij trouwde op 10-04-1824 in Sellingen met Anna Helena Haake, geboren 20-01-1796 in Barnfleer (Pruisen) en overleden op 28-02-1872. Zij was in Wesuwe katholiek gedoopt. Anna was de dochter van Friedrich Haake en Anna Catharina Margaretha Lohmann en bij haar huwelijk dienstmeid in Sellingen.
Geert was vanaf 1818 vijf jaar militair bij de 5e afdeling kurassiers, cavaleristen met helm en kuras (rug en borst harnas). Dit onderdeel werd in 1841 opgeheven.
Op 27 november 1822 betaalde de kerkvoogdij hem voor het graven
van een scheiding.
In 1827 woonde hij in Sellingen op nr. 9 en twee jaar later op nr. 5 (zie figuur 1). In 1839 was hij arbeider op nr. 284 op Zuidveld. Zijn moeder woonde toen bij hem in. In 1850 woonde hij op nr. 59 (284). Hij huurde in 1850 van de kerkvoogdij een akker bouwland op de Zuides, de Zuidveldakker, groot 53 roeden. In 1865 bezt hij 1,9% van een boerenerfdeel in de Sellinger Marke.
Geert en Anna hadden zeven kinderen, van wie Freerk Geerts het derde was. De oudste zoon werd geboren in 1822 toen zijn ouders nog niet getrouwd waren. Hij was klommpenmaker en is nooit getrouwd. Ruim drie jaar jaar voor zijn dood op 28 januari 1876 liet hij een testament opmaken waarin hij zijn broer Freerk tot enige ergenaam benoemde (18 oktober 1872).Het jongste kind, Haike ,werd geboren op Zuidveld en werd gereformeerd gedoopt (zie Afscheiding).
Figuur 1. Woningen in Sellingen
Afscheiding Geert en Anna behoorden tot hen die zich
in 1834
afscheidden van de Hervormde Kerk. Geert werd op 06-07-1850
ouderling en op 30-01-1860 als zodanig herkozen (mogelijk kozen
Geert en Anna pas in 1836 voor de afgescheidenen. Hun jongste
dochter, geboren in 1839 wordt gereformeerd gedoopt). Vaak moest
Geert als ouderling mee met de dominee (Balt) naar de
classisvergadering in de Pekel. Elke vergadering van de kerkraad
werd geopen met gebed, waarna een psalm werd gezongen. Op het
eind van de bijeenkomst liet één van beide ouderlingen een psalm
zingen, waarna hij de vergadering afsloot met gebed. De
Afscheiding stoelt op het gereformeerd-piëtistische
gedachtegoed, dat sinds de 17e eeuw wijd verbreid is onder de
bevolking. De nadruk ligt op de persoonlijke geloofsbeleving en
de leer van de uitverkiezing. De Afscheiding keert zich tegen de
invoering van het Algemeen Reglement 1816, waarin onder andere
werd bepaald dat de koning het hoofd van de kerk is, en
tegen noviteiten als de evangelische gezangen. Als beweging tegen de
liberale, rationeel denkende predikanten, die klassieke
geschriften over de belijdenis links laten liggen, grijpen
dominee Hendrik de Cock en zijn medestander dominee Hendrik
Peter Scholte terug op een strenge, calvinistische
geloofsbelijdenis. Zij spreken de bij het volk geliefde 'tale
Kanaäns'. Vanwege deze denkbeelden komt het in 1833 tot een
schorsing van De Cock door de classis Middelstum en in het jaar
erna tot een uittreding uit de kerk. In de jaren 1834-1840
sluiten predikanten en leden van 45 gemeenten in de provincie
zich aan bij De Cock en stichtten de Christelijke Afgescheiden
Gemeenten. In 1841 erkent koning Willem II de gemeenten als een
zelfstandig kerkgenootschap.