Doetse
van der Kaap,
zoon van Karst van der Kaap, geboren te Groningen op 19
januari 1870 en overleden op 25-02-1958 in Assen. Hij trouwde op 14-06-1891 in Groningen met
Thomelina Bakker,
geboren te Ulrum op 29 juli 1860 en overleden op maandag 15-1-1945 in Assen, dochter van Hendrik Tonnis Bakker en Emina
Thomas Pruim. Uit dit huwelijk:
Sjoukje van der Kaap, geboren 30 maart 1892 in Groningen. Getrouwd op 26-01-1913 in Groningen met Itske Ekkebus, geboren in Leek op 24 april 1886, zoon van Jannes François Ekkebus en Geertje Wanders. Itske was schipper/scheepsjager. Uit dit huwelijk:
Jan François Ekkebus, geboren op 3 mei 1914 in Hasselt (Overijssel).
Hendrikus van der Kaap, geboren 12-01-1894 in Groningen en overleden op disndag 21 september 1943 in Utrecht. Getrouwd op donderdag 12 april 1917 te Groningen met Hinderkjen Vinkes, dochter van Kornelis Vinkes (hellingknecht) en Renske Munnik. Hinderkjen, wonende te Rotterdam, geboren vrijdag 23 november 1888 te Kolham, is overleden op donderdag 18 augustus 1932 te Delfzijl.
Hiltje van der Kaap, geboren 20-08-1896 in Niezijl (Grijpskerk) en overleden op 18-06-1938 in Groningen. Getrouwd op 21-07-1921 in Groningen met Johannes Poepjes (arbeider), geboren in Zwolle in 1893/94, zoon van Jan Johannes Poepjes (controleur) en Janke Siesling.
Tonnis van der Kaap, geboren 26-05-1899 in Groningen. Getrouwd op maandag 29 mei 1922 te Groningen met Martje Helmers, dochter van Abraham Helmers (schipper) en Dieuwer Mulder. Martje is geboren te Emmen.
Stientje van der Kaap, geboren op 07-04-1901
in Hooghalen (Beilen),
overleden op dinsdag 3 november 1959 te Amsterdam. Stientje werd 58 jaar, 6
maanden en 27 dagen.
Stientje trouwt op donderdag 15 februari 1923 te Amsterdam op 21-jarige
leeftijd met de 26-jarige Roelof Hornstra, zoon van
Jelle Hornstra en Annechiena Johanna
Bot. Roelof, schuitenvoerder, is geboren op woensdag 19 augustus 1896 te
Amsterdam.
Karst
van der Kaap,
geboren te Zevenhuizen op 11 juli 1904 's morgens om 9.00 uur aan boord vanm
een schip.
Doetse was schipper (scheepsjager) en brugwachter.
Op 31 januari 1921 vestigt schipper Doetse zich in Groningen met zijn vrouw en jongste zoon. De ligplaats van hun boot is Kanaal 310.
Scheepsjagers Kram, Wolthof en Scholtens
Scheepsjagers penning
Nord-Süd kanaal
Scheepsjagers, ook wel pramejager (Zuidwest-Drenthe) - Persoon die met zijn paard tegen betaling schepen door het kanaal trok
Bij de vaart over de Drentse vaarwegen kon vaak niet worden gezeild omdat de vele sluizen, bruggen en de geringe breedte van het vaarwater dit moeilijk maakten. Om toch vooruit te komen moest het schip worden getrokken. Vaak trok de schippersvrouw met enkele kinderen het schip voort maar het was ook mogelijk een betaalde kracht in te huren. In de meeste dorpen, vaak bij knooppunten van vaarwegen of in de buurt van bruggen, sluizen of dorpscafés kon een schipper dan een scheepsjager inhuren. De scheepsjagers waren vaak kleine boertjes die iets wilden bijverdienen. De tarieven stonden niet vast maar waren afhankelijk van de grootte van het schip, de afstand, de windsterkte en het gewicht van de lading.
Trekschuitschippers of snikkevaarders hadden hun eigen jaagpaard en waren geen klant van scheepsjagers. Bij het trekken van een schip liep de scheepsjager met zijn paard over het jaagpad dat aan weerszijden langs het kanaal liep. Bij scherpe bochten stond vaak een rolpaal waarlangs de jaaglijn, de 'liende' of trekzeel, geleid werd zodat het schip niet in de wal werd getrokken. Tegen het einde van de 19e eeuw nam het aantal scheepsjagers sterk toe, vooral in de Veenkoloniën. In 1879 werd de registratieplicht in de provincie Groningen voor veenkoloniale scheepsjagers opgeheven. Hierop begon onder de scheepsjagers die in de Veenkoloniën, bij de Drentse monden, en op het Stadskanaal werkten een ongekend felle concurrentiestrijd. Onder druk van schippersverenigingen werd op 1 juli 1903 door de provincie Groningen weer een registratieverordening ingevoerd. Elke geregistreerde scheepsjager moest voortaan zichtbaar een penning dragen met een registratienummer. De eerste penning werd uitgereikt aan Uildrik Lamein uit Eexterveenschekanaal.
Tussen 1903 en 1948 werden er 3434 penningen uitgegeven waarvan een groot aantal aan Drentse veenkoloniale scheepsjagers. Voor de Drentse kanalen gold deze registratieplicht niet. Op de Drentsche Hoofdvaart, de Hoogeveensche Vaart en het Oranjekanaal was het aantal scheepsjagers veel kleiner dan in de Veenkoloniën, maar ook hier kwamen wel eens misstanden voor. In 1897 raakten in De Wijk twee scheepsjagers uit Hoogeveen slaags met elkaar, waarbij één met een knuppel werd doodgeslagen. [Kerkmeijer]
Bron: http://www.encyclopediedrenthe.nl/Scheepsjager