Tubbergen

Op het platteland waren al in de 13e eeuw samenwerkingsverbanden ontstaan, de zogenaamde markegenootschappen, die zich kenmerkten door een gemeenschappelijk grondbezit.
De marken die nu het grondgebied van de gemeente Tubbergen vormen, behoorden tot het richterambt of landgericht Ootmarsum, dat 19 marken telde. Ook de adel had zich op het platteland gevestigd (Eeshof, Herinckhave, Weemselo) en werd dikwijls erfelijk hoofd (de boer- of markerichter) van zo'n markegenootschap. Sinds eind 18e eeuw konden de boeren hun erf kopen.
In de 19e eeuw werden de marken opgeheven en verdeeld. In 1811, tijdens de inlijving bij Frankrijk, werd de gemeente Tubbergen gevormd uit de 9 meest westelijk gelegen marken (Mander, Hezingen, Vasse, Haarle, Reutum, Fleringen, Albergen, Geesteren, Tubbergen) van het richterambt Ootmarsum. In 1818 werden nog enkele marken afgesplitst en ontstond de gemeente Denekamp. Uit de gemeentewapens blijkt nog de gemeenschappelijke oorsprong.

Aantal inwoners sinds 1811