Over de concentratiekampen van de nazi's zijn hele bibliotheken vol geschreven , op de Russische ( en Chinese ) rustte schijnbaar een taboe. We werden verondersteld dat het heropvoedingskampen waren en ook dat ze pas na Lenin ontstonden. En tijdens de Koude Oorlog hoorden we liever bij de revisionisten dan bij de conformisten of traditionalisten. De vele boeken die toch verschenen, oogstten niet altijd het verhoopte succes. Een voorbeeld : in 1963 vertaalde de Nederlandse communist Theun de Vries "Een dag uit het leven van Ivan Denisovtsj" , het eerste boek van Alexander Solzjenitsyn over de sovjetkampen. De CPN vond het een lasterlijk pamflet en liet de hele oplage vernietigen ( DM , 16.07.03 ). Wellicht oogst Applebaum ( 1 ) meer succes. De tijdsgeest is veranderd en haar boek zal in de herfst van 2003 ook in het Nederlands verschijnen. Deze Amerikaanse historica was correspondente van "The Economist" in Oost- Europa. Na de val van de SU mocht ze de archieven inkijken , memoires van goelaggevangenen lezen , overlevenden interviewen.Het resultaat is een degelijk werk , waar je een weekje lectuur aan hebt.
In deel I beschrijft ze de eerste Russische kampen ; deze dateerden al van de 16° eeuw . Ze lagen in de noordelijke Witte Zee, op de ijskoude en barre Solovetsky archipel, ten westen van Archangelsk. Het waren strafkampen voor politieke tegenstanders van de tsaar. Solzjenitsyn ontleende hieraan zijn metafoor "archipel". De eerste kampen van de bolsjewieken ontstonden al in 1920 , als uitvloeisel van de Rode Terreur, op dezelfde plek waar de tsaar gestart was ( p. 42 ). In 1926 begon men daar met het systeem van "dwangarbeid als methode van heropvoeding" ( p. 42, 75 ). Vanaf 1929 werden de kampen uitgebreid over de Oeral , in heel Siberië , naar de verste uithoeken in alle windrichtingen, omdat men geen vrijwillige arbeiders vond om daar steenkool, gas, olie en bossen te ontginnen.In de praktijk bleven de meeste gevangenen ook na hun "vrijlating" daar ; het aspect heropvoeding ging verloren (66). Opmerkelijk is dat al in 1926 een ontsnapte officier Malsagov in London "Island Hell" publiceerde en in 1927 de Fransman Raymond Duguet een gedetailleerd boek kon schrijven over de verschrikkelijke "heropvoedingstechnieken" in Solovetsky (73). Ook de Westerse kranten publiceerden geregeld artikelen over de dwangarbeid. Een krachtprestatie was het manueel graven van het "Belomorkanal" of Witte Zee- kanaal , dat St.-Petersburg verbond met de Witte Zee / Barentszee / Noordelijke IJszee. Andere kanalen, steden ( o.a. Magnitogorsk ) , fabrieken volgden, vooral in de jaren 1937 – 1942 en 1945 – 1953.
Deel II behandelt
omstandig het leven van de gevangenen : hun arrestatie, vervoer , soorten straf
en werk, bewakers, vrouwen, kinderen, overlijden, overlevingsmethodes,
ontsnappingen. De gevangenen bestonden uit zeer
verschillende categorieën : 1/ vijanden van de staat of "niet-mensen" : bourgeois, aristocraten,
geestelijken, handelaars,
koelakken, socialisten en vele andere personen met afwijkende meningen ; 2/
willekeurige slachtoffers van de terreur : ook getrouwe medewerkers van Stalin;
3/ volkeren uit veroverde gebieden ( Polen, Balten, Oekraïners , Roemenen ) ,
Russen die krijgsgevangene van de Duitsers waren geweest , volkeren die
"gecollaboreerd" hadden ( Tsjetsjenen, Volgaduitsers, Tataren ) ; 4/
joden. De kampen hadden meerdere functies : 1/ straffen ; 2/ economisch : de SU
moderniseren en aan meer grondstoffen helpen door dwangarbeid ; 3/ heropvoeden ;
zie hierboven.
Deel III beschrijft
de 2° W.O. , het massagraf van Katyn, het ontstaan van kampen in de
Oostbloklanden, de groei van de kampen als industriële complexen, de acties
tegen de joden, de dood van Stalin, de dooi ( meer vrijlatingen en afbouw van
sommige kampen ) , de dissidenten, de publicaties van Solzjenitsyn, Medvedev
e.a. , de komst van Gorbatsjov , zijn
amnestie voor alle politieke gevangenen ( 1986, p. 498). Die
amnestie was begrijpelijk : één grootvader van Gorbatsjov belandde in 1933 in
een werkkamp, bij de andere werden in 1938 beide armen gebroken tijdens
het folteren in de
gevangenis. Een leuk gevolg van dit algemeen pardon was dat het latere Armenië,
Litouwen en Oekraïne geleid werden door voormalige politieke gevangenen ( 500
). Ander detail: in Siberië verblijven nog altijd Balten e.a. , hoewel ze mogen
terugkeren: ze weten niet waarheen, want hun
vroegere bezittingen krijgen ze niet meer terug. In haar epiloog betreurt
Applebaum dat het huidige Rusland , 50 jaar na Stalin, nog geen begin maakt met
een schuldbekentenis of monument voor de slachtoffers ( 507 ). 4,5 miljoen
politieke gevangenen zijn inmiddels wel gerehabiliteerd, ze kregen een paar
extra roebels en gratis tickets voor de bus ( 507 ) , maar een ernstig onderzoek
naar de wandaden van het verleden is niet aan de orde. De Russen voelen dat ze
na het uiteenvallen van de USSR geen
grootmacht meer zijn en ze hebben geen behoefte aan een onderzoek naar de
periode toen ze nog wel veel aanzien hadden ( 508 ). In de appendix peilt ze
naar het aantal gevangenen ( 200.000 rond 1930
/ 2,5 miljoen
rond 1950 – 1953 ) en het officieel aantal doden per jaar ( tussen
8.000 en 352.000 ) . Ze verklaart ook de uitschieters van 1933 , 1938 , 1942. Ze
wijst er ook op dat er buiten de kampen nog meer doden vielen : als de geheime
politie mensen wou doden, voerden ze massa-executies
uit in de bossen .
Volgens de archieven waren er 786.098 politieke executies tussen 1934 en 1953 (
p. 520 ). Het notenapparaat ( 523 – 570 ) en de bibliografie ( 571 – 588 )
maken indruk. Het woordenlijstje met
Russische woorden ( 589 – 592 ) is kort, maar onmisbaar. Het begrip kremlin (
omwalde vesting ) staat er niet bij , "mir" ( vrede ) evenmin ; de
woorden pravda ( waarheid ) en isvestia '( nieuws ) vergeet ze te vertalen.
Jammer dat de lijst niet verwijst
naar de uitleg in de tekst ; b.v.
dokhodyaga : 1 regel op p. 590 , 5 pagina's in de tekst ( 307 – 312 ). In het
register ( 595 – 610 ) worden deze termen nl. niet hernomen. Dat register is
zeer uitvoerig en een even
onmisbaar hulpmiddel. Globaal
gezien is deze studie momenteel de meest omvangrijke over de sovjetkampen.
Voorgangers zoals Robert Conquest ( The great terror, 1968 ) of Solzjenitsyn (
Goelag Archipel, 1972 ) hadden geen toegang tot de archieven , de statistieken
of de memoires van gevangenen. Applebaum raamt het
totale aantal gevangenen op 18 miljoen , van wie er 2,75 miljoen stierven.
Conquest, het Franse "Livre noir du communisme" en zelfs de Russische
rehabilitatiecommissie o.l.v. Alexander Jakovlev spreken over meer dan 20
miljoen . Applebaum zegt niet waarom ze daarvan afwijkt. Ze beweert dat
ontsnappen wel mogelijk was ( 355 – 357 ) . Ja en nee : de meesten werden
verklikt ( 250 roebel voor de verklikker ) of
bevroren, stierven van honger , werden tijdens hun vlucht doodgeschoten.
De bewakers en de kampcommandanten kregen zelf 5 tot 10 dagen gevangenis en
loonverlies : ze pasten dus wel op.
Applebaum ( zelf joodse? ) is
bijzonder goed op de hoogte van het lot van de joden in de Sovjet-Unie. Haar
schrijfstijl is afstandelijk, zeker niet meeslepend. De geciteerde teksten en
gedichten zijn wel emotioneel en
mooi. Haar Engels is niet altijd eenvoudig. Nog enkele details : de pagina's met
de foto's zijn niet genummerd ; idem voor enkele tientallen gewone bladzijden ;
ernaar verwijzen is dus moeilijk. Die
foto's zijn waardevol en boeiend
materiaal , ze komen dikwijls uit Russische archieven en zijn ( dus ) mat en grauw . Voor betere kun je terecht bij Carl De
Keyzer (2). De foto's
geven ook nooit de ergste toestanden weer. Op
de landkaarten met de kampen ( 96 , 120 , … ) had ze minstens de
Trans-Siberische spoorweg ( 3 ) en
de huidige namen van de voormalige
sovjetrepublieken mogen zetten. Als we de Russische kampen vergelijken met die
van de nazi's , zijn er veel overeenkomsten, maar ook fundamentele verschillen.
Enkele gelijkenissen:
het uiterlijk : kaalgeschoren hoofden , soms uitgemergeld lichaam ;
de slogans : "Werk in de SU is eervol en roemrijk " ( 388 ) ; in Auschwitz heette het : "Arbeit macht frei" ;
de gevangenen zaten er meestal levenslang of tot aan hun bevrijding in 1945 / 1986 ;
veel gevangenen hadden als enige misdaad : een afwijkende mening ;
onmenselijke fysische en fysieke omstandigheden , met in Siberië nog het schrale vriesweer erbij , leidden bij veel gevangenen tot ziekte, uitputting en dood ;
er waren genoeg overtuigde of opportunistische helpers om het systeem te doen functioneren ;
deze helpers
werden vakkundig geïndoctrineerd en wijsgemaakt dat de gevangenen vijanden
van de staat waren .
De verschilpunten zijn
grondiger:
de Russen hadden geen gaskamers;
de Russen hadden niet de bedoeling één bepaald ras uit te roeien; er zaten geen "Untermenschen";
zij hadden wel
duizenden kampen ( p. 515 ) i.p.v. tientallen en hun daders zijn niet
gestraft; sommigen
ontvingen nog een decoratie als held van de arbeid .
Referenties :
1 Anne Applebaum,
Gulag. A
history of the Soviet Camps.
2 Carl De Keyzer, Zona. Siberian Prison Camps. Uitgeverij Caermersklooster, Gent en Trolley / Phaidon, London, 2003. ISBN 0 9542648 4 3; € 50 .
3
Aad van der Graaf,
Elmar reishandboek Transsiberië Express. Uitgeverij
Elmar , Rijswijk / Veen , Antwerpen, 2002.
576 p. ; foto's , kaarten, plattegronden, woordenlijst, register.
ISBN 90 389 1277 3;
€ 20,50.
Jef Abbeel juli 2003.