Dit
boek handelt over Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Roemenië,
Bulgarije,Moldavië, Oekraïne en Wit-Rusland. Waarom men precies deze negen
genomen heeft, is niet duidelijk. De laatste vijf komen in 2004 alleszins niet
bij de E.U. Ze liggen tussen Oostzee en Zwarte Zee, tussen West-Europa en
Rusland. Ze hebben heel veel te
bieden aan natuurliefhebbers. Hun geschiedenis wordt behandeld van
prehistorie tot nu, met veel visueel materiaal : kaarten, foto’s, kunstwerken.
Economisch
gezien moeten ze nog een lange weg afleggen : veel mensen werken in verouderde
graanteelt,
steenkool, zware industrie, glasblazerijen, bierbrouwerijen of folkloristische
handvaardigheden.
Er
zijn minstens 13 talen en twee geschriften : Romeins in landen met
katholieke signatuur, Cyrillisch voor orthodoxen.
Het
dagelijks leven in de steden wordt
geïllustreerd met gemiddeld vier foto’s per pagina. Wie er nog niet geweest
is, krijgt meteen een vrij goed beeld van de architectuur en de
bestaansmiddelen.
Het
album eindigt met nuttige kaarten, tabellen en statistieken. Deze zijn
soms vereenvoudigd : bij de talen ( 147 ) geeft
men er slechts één per land i.p.v. twee tot vijf, want gemiddeld
leven er 10 % minderheden. De officiële werkloosheidscijfers ( 150 ) liggen
veel lager dan de reële. De inflatiecijfers ( van 7 tot 73 % ) dateren van 1997
(154). Bij de etnische minderheden in Roemenië staan per vergissing ook de
Roemenen met 1,7 % ( 146 ). De bevolkingsgroei is bijna overal negatief ( 151).
Het register
is tamelijk volledig: personen, plaatsen en zaken.
Referentie
:
Reader’s
Digest,
Oost-Europa. Oog op de wereld.
Amsterdam / Brussel, 2003.
160 p. ; foto’s, tab. , graf. ISBN 90
6407 646 4; 27,90 €.
Jef
Abbeel.