Community Geschiedenis Histoforum |
||||
recensies | deel 1 deel 2 deel 3 deel 4 deel 5 | |||
|
Een maritieme
wereldgeschiedenis Cuyvers, L.,
Tienduizend jaar varen. Een wereldgeschiedenis, Leuven, Davidsfonds,
2003, 159 blz.. Luc Cuyvers geniet internationaal een grote reputatie
als maritiem historicus, voornamelijk om zijn in vele landen uitgezonden
documentaires over de Grote Ontdekkingen. (Canvas, het Vlaamse Tweede
Net zond ze uit in wereldprimeur.) Cuyvers promoveerde in de mariene
studie aan de universiteit van Delaware (VS). De twee hier besproken
boeken zijn gebaseerd op deze televisiereeksen. Een
wereldwijde wisselwerking
In het eerste boek,
Tienduizend jaar varen
beschrijft de auteur vanuit een ongewoon, intercultureel perspectief
onze maritieme geschiedenis. Deze geschiedenis werd tot nog toe
grotendeels geschreven door westerse historici, die zich veelal
beperkten tot de nautische prestaties van westerse volken, alsof alleen
die van belang zijn geweest. Dat is natuurlijk onzin. Westerse zeelui
beheersten de laatste eeuwen de wereldzeeën, maar de verwezenlijkingen
van andere culturen zijn daarom niet minder indrukwekkend én kwamen vaak
veel vroeger tot stand. Wel is het zo dat ze bijna altijd minder goed
gedocumenteerd zijn en daardoor dikwijls over het hoofd worden gezien.
Hun bijdrage negeren leidt tot een te eenzijdige kijk op het verhaal van
de mens en de zee. Daarom gaat dit boek ook in op de maritieme
tradities van andere culturen. Het verhaal van de zeevaart kán immers
niet geïsoleerd worden bekeken. Hoewel de eerste ervaringen van mensen
met de zee zich op afzonderlijke plaatsen afspeelden, duurde het niet
lang voor men ideeën begon uit te wisselen, eerst tussen naburige
eilanden, vervolgens tussen streken die in elkaars nabijheid lagen en
mettertijd zelfs tussen continenten. Zeevaarders keken naar elkaar omdat
ze er altijd op uit waren het risico op zee te verminderen. Als iemand
een goed idee realiseerde, was de kans groot dat anderen het overnamen.
Uitstekende ideeën vonden uiteindelijk (meestal) hun weg over de hele
wereld. Er zijn enkele klassieke voorbeelden van die
overdracht van technologie, zoals het kompas dat vanuit het China van de
Song-dynastie via Arabische zeelui Europa bereikte.
Ook verbeteringen aan de tuigage deden de ronde van
de wereld. En ook hier speelden de Arabieren een vooraanstaande rol: zij
lieten zeelui op de Middellandse Zee kennismaken met het driehoekige
latijnzeil, dat vandaar zijn opgang naar het noorden inzette. Het bleek
een enorme sprong voorwaarts. Zonder een vorm van langsscheeps tuig, wat
schepen toeliet beter tegen de wind in te varen, zouden Europese zeelui
hun wereldwijde ontdekkingsavonturen nauwelijks hebben kunnen
realiseren: Andere ideeën hadden dan weer opmerkelijk veel tijd
nodig om voet aan de grond te krijgen. Het achterstevenroer bijvoorbeeld
deed er meer dan duizend jaar over om vanuit China het Westen te
bereiken, hoewel het als besturingsmechanisme veel efficiënter was dan
de stuurriem die Europese zeelui tot in de late Middeleeuwen gebruikten.
De Chinese traditie om schepen te bouwen met waterdichte schotten deed
er nog langer over. Europese reizigers, onder wie Marco Polo, beschreven
die al in de 12de eeuw en beschouwden het als een schitterend
idee. En toch duurde het nog eeuwen voor waterdichte schotswanden deel
uitmaakten van westerse vaartuigen. Het zou ontelbare schepen én
mensenlevens hebben gespaard als dat eerder was gebeurd. Het is niet altijd duidelijk waarom bepaalde ideeën
zonder moeite werden overgenomen en andere veronachtzaamd. In bepaalde
opzichten zijn zeelui opmerkelijk conservatief en niet altijd even
bereid iets over te nemen waar ze zelf niet opgekomen zijn. Hoe dan ook,
het staat buiten kijf dat het verhaal van schepen en de zeevaart er een
is van technologische wisselwerking. Wie er enkel vanuit een westers
perspectief naar kijkt, krijgt dan ook slechts een gefragmenteerd beeld.
Streekgebonden vindingrijkheid
De diversiteit aan culturele invalshoeken legt
trouwens nog meer bloot dan intrigerende uitwisselingspatronen. Het is
boeiend te bekijken hoe verschillende culturen eenzelfde uitdaging
aanpakten. Zo ontwierpen de volkeren van Zuidoost-Azië en de Grote
Oceaan een uniek scheepstype. Zoals elders op de wereld begonnen ook zij
vermoedelijk met een uitgeholde boomstam waar naderhand een zeil aan
werd toegevoegd. Maar zelfs een klein zeil maakt een boomstamkano of
prauw heel labiel. Om dat te verhelpen voegden ze aan beide kanten
vlerken toe, zoals de steunwieltjes bij een kinderfiets. Later
evolueerde dat ontwerp tot een enkele
outrigger of een kano met
dubbele romp, een opmerkelijk snel vaartuig, zoals elke vrijetijdszeiler
kan bevestigen. In Europa, het Nabije Oosten en China werd het
probleem anders opgelost. In plaats van er vlerken aan toe te voegen,
werd de zijkant van de kano's verhoogd en de bodem een stuk zwaarder
gemaakt met het oog op de stabiliteit. Het resultaat was de
verplaatsingsromp die alle westerse schepen gemeen hebben, net als
dhows en jonken overigens. Alle culturen die in dit boek aan bod komen, hebben
zich elk op hun wijze aangepast aan specifieke uitdagingen. Zo
ontwierpen de Austronesische volkeren en de Polynesiërs niet alleen hun
snelle catamarans, ze
ontwikkelden ook unieke navigatietechnieken. De introductie van het
latijnzeil gebeurde wellicht aan de kusten van het Midden-Oosten en de
Indische Oceaan, hoewel er misschien onafhankelijk hiervan vergelijkbare
ontwerpen tot stand kwamen in Zuidoost-Azië. Uit China kwam een golf van
innovaties, waarvan we er een aantal in de natuur terugvinden. Zowat
alles wat de Chinezen bij hun vaartuigen inbrachten, kan worden
aangetroffen bij een Chinese vijver. Een blad dat door de wind over het
wateroppervlak werd gedreven, zou volgens de traditie de inspiratie
hebben geleverd voor het zeil. Bamboe was niet alleen een schitterend
drijvend materiaal, zijn interne structuur leidde ook tot het concept
van waterdichte ruimtes. Karpers die met hun staart sloegen,
stimuleerden de ontwikkeling van een stuurmechanisme op de achtersteven
van een schip en niet langszij. Dit zijn maar enkele voorbeelden van
'streekgebonden' vindingrijkheid. Sommige vondsten zijn uiteindelijk
deel gaan uitmaken van de nautische technologie over de hele wereld. De
meeste haalden dat niet, maar dat maakt ze er niet minder boeiend om.
Deze ontwikkelingen vertellen evenveel over de mensen die ze bedachten
als over hun schepen.
Tekort en overvloed
Het gebrek aan gepubliceerde informatie over andere
zeevarende culturen is niet alleen het resultaat van westerse
arrogantie. Maar iedereen met belangstelling voor de geschiedenis van de
zeevaart wordt in ernstige mate belemmerd door een verbazend gebrek aan
bronnen. Zo kennen we van de Polynesiërs niet één tekst die dateert van
voor de tijd dat de Europeanen hun verhalen voor het eerst opschreven.
Niet één van hun grote reiskano's is bewaard gebleven. Afbeeldingen
bestaan evenmin, waardoor we voor veel van hun zeevaartavonturen zullen
moeten blijven speculeren. Ook de zeelui van het Midden-Oosten en de Indische
Oceaan waren opmerkelijk zwijgzaam. Zo lieten de Arabieren, die
gedurende vijfhonderd jaar de zeehandel tussen Oost en West
controleerden, niet één afbeelding die naam waardig na van een van hun
grote handels-dhows. De toestand is iets beter in China, maar daar
hebben de luimen van de keizerlijke bureaucratie vaak geleid tot de
vernietiging van bijzonder waardevolle stukken. Het resultaat is dat er
maar weinig feitelijke informatie rest over China’s vroege maritieme
geschiedenis en nauwelijks iets, in vergelijking met het grote belang
hiervan, over de hoogtijdagen van de Chinese zeereizen. Misschien wacht
er nog veel materiaal op ontdekking, maar zolang dat niet is vertaald en
toegankelijk gemaakt, blijft het verhaal van China en de zee onvolledig. De maritieme geschiedenis van het Westen
daarentegen is een ware schatkamer, gevuld met documenten, verhalen,
ooggetuigenverslagen, schilderijen, mozaïeken, reliëfs en alles wat je
maar kunt bedenken, en dat sinds de dagen van het oude Griekenland. Veel
van de documentatie dateert uit een tijd waarin de westerse maritieme
technologie ver achter stond ten opzichte van andere culturen.
Wereldgeschiedenis Cuyvers beperkt zich niet tot scheepsgeschiedenis. Hij
schrijft letterlijk maritieme wereldgeschiedenis. Hij start met de
Polynesische expansie, maar trekt de lijn door tot bij de Europese
ontdekkingen van onder meer James Cook en tot bij de tochten met
gereconstrueerde dubbelrompkano’s van de laatste decennia. Waar hij kan
reist hij effectief mee op de scheepstypes en de routes die hij bezeilt
in zijn boek. Om één voorbeeld te geven: toen ik mijn onderzoek naar de
Chinese reizen van Zheng He startte, was daarover geen bruikbare
informatie voorhanden (1). Dat is na 2003 gelukkig veranderd. In de
televisie-uitzending De schepen
van de Draak (2002) vond ik de eerste praktische gegevens. Bij
betwistingen greep ik telkens terug op Cuyvers als autoriteit. Konden
jonken niet voldoende tegen de wind in zeilen? Cuyvers liet zien, aan
boord van een jonk, terwijl zijn gastheren de manoeuvres effectief
uitvoerden, dat het wel mogelijk was. Het experiment gaat voor op de
kamergeleerden, zoals Thor Heyerdahl al bewees! Boeiend is ook zijn epiloog, waarin hij de laatste
bloei en de nabloei van de zeilvaart behandelt. Dit onderdeel sluit hij
af met een lijstje van hedendaagse types van grote zeilschepen, met
voorbeelden van elk type.
De Portugezen
Het tweede werk,
De ontdekking van het Oosten,
zoomt in op de Portugese ontdekkingsreizen, die ook in het eerste boek
reeds, beperkter, aan bod kwamen. De 'realia', afkomstig uit zowel oude als moderne
studies over de Portugese expansieperiode, openen voor Nederlandstalige
lezers een wereld die ons haast volledig onbekend is. In onze
schoolboeken geschiedenis komt dit hele epos wegens tijdsgebrek
noodgedwongen slechts zeer fragmentair aan bod in een paar alinea’s,
meestal rond Hendrik de Zeevaarder en de tocht van da Gama naar Indië in
1498. Vooral de moeizame start van de verkenning van de Afrikaanse kust
en de uiterst trage vooruitgang in de eerste decennia wordt meestal op
een drafje afgedaan. Eens te meer heeft Cuyvers een groot deel van het
traject zelf afgelegd op traditionele zeilboten of aan boord van het
Portugese opleidingszeilschip
Sagres. Hij besteedt veel aandacht aan locaties die een grote rol
hebben gespeeld ten tijde van de Grote Ontdekkingen, maar die nu heel
vaak volkomen zijn weggedeemsterd, zoals de Swahili-handelscentra op de
Afrikaanse oostkust. Daarbij zijn de afleveringen filmisch zeer fraai,
poëtisch zelfs, in beeld gebracht. Er is hier nog wat meer aan de hand. De auteur en
uitgever Lannoo hebben het uiterst gelukkige initiatief genomen om de
vier uitzendingen als
dvd bij het boek te voegen. Deze documentaire van
zo maar eventjes 4 x 50 minuten is alleen al de (voordelige) prijs van
boek en dvd samen meer dan waard! De onderdelen dragen dezelfde titel als de
hoofdstukken uit het boek: 1. De grens van de angst. (Over de trage start van
de Portugese expansie.) 2. De Kaap der Stormen voorbij. 3. De overtocht. (Da Gama bereikt Indië.) 4. Het relaas van een leugenaar. (De bijna
ongelooflijke avonturen van Fernão Mendes Pinto, die China bereisde en
wiens relaas onder het stof belandde.)
Didactische wenken In het verleden (de dvd was er nog niet) hebben wij
van de opgenomen video’s fragmenten van het eerste, derde en vierde
hoofdstuk gebruikt. De hele reeks is natuurlijk te lang om volledig in
de lessen te projecteren. Lijkt me wel geschikt voor geïnteresseerde
vrijwilligers, of leerlingen die een scriptie willen wijden aan de
inhoud van een der twee boeken. Verdere
literatuur De Deckker, P. & F. (red.),
Ta’aroa. De Polynesische wereld,
tentoonstellingspublicatie, Brussel, Gemeentekrediet, 1982. Landström, B.,
Het Schip, Hoofddorp, Septuaginta, 1975. Landström, B.,
Zeilschepen, ICOB, Alphen a.d. Rijn, 1978.
Landström, B., Ships of the
Pharaohs. 4000 Years of Egyptian Shipbuilding, Villiers, A. (red.),
Het avontuur van de zee, De
Haan, National Geographic Society, 1978. Fernão Mendes Pinto,
Pelgrimsreis, Baarn, de Prom,
1992, vertaald uit het Portugees door Arie Pos. Magda Van Den Akker,
Het China van Gaspar, Leuven, De Clauwaert, 1989, 247 blz. Noot 1. Zie de artikelenreeks:
Waldseemüller en de geboorte van America. Een historische odyssea.
Hier vind je tevens een zeer uitvoerige bibliografie. Jos Martens
|
|||
Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het www als binnen deze site en Histoforum
|