Haile Gebrselassie
Haile Gebrselassie is ongetwijfeld de beste lange afstandsloper aller
tijden. Ten minste tot nu toe, want zijn landgenoot Kenenisa Bekele kan
hem misschien nog evenaren.
Haile staat al sinds 1991 aan de top. Toen stapte hij voor het eerst in
een vliegtuig en in een hotel en werd hij 8° in het WK veldlopen voor
juniores in Antwerpen. Daar maakte hij ook kennis met Jos Hermens, zijn
levenslange coach.
De echte doorbraak kwam er in 1992, toen hij in Seoul op het WK voor
junioren zowel de 5.000 als de 10.000 m won. Tussen 1992 en 2000 won hij
alle gouden medailles op de 10.000m, zowel op de WK ’s als op de
Olympische Spelen en verbrak hij 24 wereldrecords.
Klaus Weidt begint zijn biografie met zijn eerste ontmoeting met Haile,
in juni 2005, in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. Dit betekent
“nieuwe bloem”, maar geregeld zijn er staatsgrepen, onlusten en
gevechten. Met haar 2.000 m hoogte is ze de hoogstgelegen stad van
Afrika. Ze telt 5 miljoen inwoners. Rijkdom en armoede gaan er hand in
hand.
Dat geldt ook voor het platteland. Er is armoede, de landbouwmethodes
zijn middeleeuws, het onderwijs primitief, het analfabetisme massaal.
Weidt toont ook de historische bezienswaardigheden en geeft een beknopt
historisch overzicht van 1500 v.C. tot 2007.
Hij bezoekt in Addis Abeba ook de graven van Abebe Bikila(1932-1973),
winnaar van de Olympische marathon in Rome (1960) en Tokio (1964) en dat
van Mamo Wolde(1932-2002), goud op de marathon van Mexico (1968) en
brons in München (1972). Samen met Miruts Yifter waren zij de
rolmodellen van Haile.
Haile(°18 april 1973) is afkomstig van het arme platteland, maar woont
nu met zijn vrouw en vier kinderen in een villa in de hoofdstad. Zijn
voornaam betekent “energie”, zijn achternaam “Drievuldigheid”. Hij was
de 7° uit een boerengezin van 13 kinderen.
Ze woonden in een tukul, een ronde hut. Rond zijn 16° trok hij naar de
hoofdstad om daar te wonen en te trainen. Na zijn successen bij de
juniores in 1991 en 1992, was ook de overgang naar de senioren meteen
een succes : 2° op de 5.000 en 1° op de 10.000 m op het WK in Stuttgart,
1993.
In 1994 liep hij in Hengelo zijn eerste WR : 12’56”96 op 5.000 m. Het
vorige stond al 7 jaar op naam van de Marokkaan Saïd Aouita. In 1995
verbrak hij dat van de 10.000 m. Zo volgden er tot 2007 nog 23, op
zeer uiteenlopende en bijna niet te combineren afstanden van de mijl tot
de marathon. In 1996 werd er al een film over hem gemaakt: “Endurance”.
Zijn eerste Olympisch goud haalde hij in 1996 in Atlanta, op de 10.000
m. Hij klopte er Paul Tergat in een heroïsche race, met één seconde. Van
dan af tot de Spelen van Sydney(2000) won hij bijna elke wedstrijd, brak
hij het ene record na het andere en vergaarde hij fortuinen, die hij
niet in het buitenland investeerde, maar in Ethiopië, waardoor hij
werkgelegenheid creëerde voor duizenden. Duitse atleten en
liefdadigheidsinstellingen steunden en steunen zijn projecten.
Ondanks ernstige problemen met zijn rechter achillespees, won hij ook in
Sydney de
10.000 m. Het was nog spannender dan in Atlanta, opnieuw was Tergat 2°,
no op slechts 9/100° van een seconde. Na de Spelen werd die pees
geopereerd, gelukkig met succes.
Vanaf 2000 kreeg hij gezelschap en concurrentie van zijn waardige
opvolger Kenenisa Bekele(°13.06.1982). Deze werd zes keer wereldkampioen
veldlopen (2002-2006 + 2008), haalde op de Spelen van Athene (2004)
zilver op 5.000 (achter Hicham El Guerrouj) en goud op 10.000 m, in
Beijing goud op beide afstanden. In 2004 verbeterde hij het WR op 5.000
m, in 2004 en 2005 dat op 10.000 m. Volgens Jos Hermens zijn het twee
toptalenten, met verschillende karakters : Haile is opener, Kenenisa is
meer gesloten en meer commercieel aangelegd.
De Spelen van Atlanta, Sydney en Athene waren voor Haile telkens een
kleine lijdensweg door zeer pijnlijke blessures aan een teen of
achillespees. Daardoor moest hij in Athene tevreden zijn met een 5°
plaats in de 10.000 m. Maar Bekele won, voor Sihine. Ethiopië had dus
drie lopers bij de eerste vijf. Op de Spelen van Beijing moest Haile
tevreden zijn met een 6° plaats op de 10.000 m, maar Ethiopië haalde
opnieuw goud en zilver met Bekele en Sihine. En met Dibaba ook nog goud
bij de dames, zowel op 5 als 10 km.
Door het meesterschap van Bekele, stapte Haile over op de marathon. In
2002-2006 haalde hij tijden in de buurt van 2 u 06. In 2007 werd dat in
Berlijn een WR (2 u 04’26”), dat hij in 2008 op dezelfde plek kon
aanscherpen tot 2 u 03’ 59”. Het hield stand tot 2011 : toen werd in
hetzelfde Berlijn 21 seconden sneller gelopen door de Keniaan Patrick
Makau.
Het boek eindigt met een zeer nuttige kaart van Ethiopië, een
chronologisch overzicht van Hailes loopbaan van 1988 tot 2010, hetzelfde
van het WR op de marathon van 1908 tot 2008, bij de vrouwen van 1926 tot
2003 (Paula Radcliffe, 2u15’25”) , een lijst van de Olympische
marathonwinnaars van 1896 tot 2008 en van de Olympische medailles van
Ethiopië van 1956/1960 tot 2008. En dan nog wat getuigenissen over het
fenomeen Haile en zijn persoonlijkheid door bekende vrienden en
concurrenten. Hierbij ontbreekt Jos Hermens, de bescheiden manager die
hem het best kent.
De biografie van deze altijd vriendelijke topatleet leest heel
aangenaam.
Referentie
Klaus Weidt, Haile Gebrselassie. De grootste hardloper aller tijden.
Uitgeverij Tirion Sport, Utrecht / VBK, Antwerpen, 2012. 176 p. ;
foto’s, tabellen. ISBN 978 90 4391 444 4 ; € 18,95.
Jef Abbeel april-mei 2012.
|