Familienamen in België en omgeving

Eerst en vooral : dit is een puur
wetenschappelijk lexicon, geen populair. Het is dus niet bedoeld als ontspannende lectuur, hoewel het leuk is de herkomst en betekenis van je naam te kennen. Het verscheen voor het eerst in 1993, toen nog in twee delen. De nieuwe editie is eendelig, op dunner papier gedrukt , bijgewerkt tot 2003 en dus uitgebreid.
Dit lexicon telt meer dan 150.000 familienamen ; Vlaamse, Waalse, Picardische , Duitse. Door migraties in het verleden hebben vele namen een Nederlands of Frans uitzicht, maar een andere herkomst en betekenis. De auteur ontsluiert die herkomst door terug te gaan naar hun veelal Middeleeuwse herkomst. Hij noemt en dateert ook de persoon die de naam het eerst droeg en de plaats waar hij leefde. Indien mogelijk verwijst hij naar verdere literatuur. Hij begint met een nuttige toelichting voor de gebruikers : namen met van of de zoek je onder het stamwoord, ij bij y. De Duitse namen die hierin staan dateren dikwijls al uit de Oostenrijkse tijd ( 18° eeuw ) of uit de 20° eeuw. Soms hebben ze hun Duits uitzicht verloren ; b.v. Hongerloot, Strijpsteen, Reumer. Verder  krijgen  we ook een kleiner aantal Engelse,  Portugese, Spaanse, Italiaanse, Slavische en joodse namen. Adamo  is erbij, di Rupo niet. De meeste namen van Nederland  staan er gelukkig bij. De titel is dus bescheiden. Enkele uitzonderingen : Adank, Akveld, Rethans, Welsing. Bij elk trefwoord staan varianten en afkortingen die de categorie aangeven : Patr. , Metr. , BN , BerBN, BerN, HN , Pln . De betekenis hiervan  leer je best van buiten of schrijf je op een bladwijzer. Anders moet je telkens gaan zoeken in de lijst , die 24 pagina’s lang is ( 17 – 40 ) . De uitgever had een selectie van afkortingen met hun verklaring  op een mooie bladwijzer mogen zetten. Andere afkortingen verwijzen naar verdere literatuur, naar plaatsnamen , woordsoorten, taalkundige fenomenen , tijdperken, talen. De plaatsnamen komen voor in twee ŕ vier talen : Nederlands, Frans, Duits, Engels ( 41 – 44 ). Zeer handig, want niet iedereen weet dat Bonen en Boulogne, Breslau en Wroclaw, Diedenhofen en Thionville, Dworp en Tourneppe , Ternaaien en Lanaye  hetzelfde zijn. Wie  de moeite doet om de voorgeschreven werkwijze ( p. 10-12 )  te volgen en enkele afkortingen te noteren, zal aan dit boek veel deugd beleven. De betekenis van de naam die je opzoekt kan soms meevallen en soms ook tegenvallen. Een paar voorbeelden : Laitem is laid temps, slecht weer of slecht humeur ; Tobback is een varkensslager of slachter ; Verhofstadt heeft geen mooie tuin in de stad, maar een hoeve in een dorp ; Moerman is een handelaartje in turf ; Dua is gewoon Van der Aa ( uit de Franse tijd ).
De Croo daarentegen komt heel vroom van De
la Croix , Notebaert heeft niets met noten en baard temaken, maar met het Germaanse nood en schitterend of schitterend in nood ; Steve en Stevaert komen allebei van de heilige Stefanus , Tindemans haalde de tienden op en Wyckaert heeft niet de aard van een wijk, maar is Germaans voor strijd(t) sterk.
 

Referentie:  

Frans Debrabandere, Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk. Uitgeverij Veen en Het Taalfonds, Amsterdam en Antwerpen, 2003. 1359 p. ; lit., afk. ISBN 90 204 0207 2; € 69.90 .

Jef Abbeel, dec. 2003 – jan. 2004 .