Histoforum

    Historische DVD's

laatste wijziging: 11-08-2012

 
Home

Vakinformatie

Lesmateriaal

Toetsmateriaal

Magazine

Sharpe’s Challenge

BBC 2006 - 2 DVD’s - duur: 140 minuten + 50 minuten extra’s - Engelse originele versie, alleen Nederlandse ondertitels. 
Tijd en ruimte
: India 1803 en 1817.
Acteurs
: Sean Bean (Sharpe; Boromir in Lord of the Rings; Troy); Daragh O’Malley (Harper); Padma Lakshmi (Mathuvanthi); Hugh Fraser (Wellington); Toby Stephens (Dodd); Michael Cochrane (Simmerson); Lucy Brown (Celia Burroughs).

Vooraf

De televisieseries over Richard Sharpe werden uitgezonden van 1993 tot en met 1997. In 2004 volgde een nieuwe film die in twee lange afleveringen vertoond is door de BBC in 2006 en in 2007 beschikbaar kwam op DVD. Het verschil met de vorige reeksen is, dat het verhaal zich afspeelt en volledig verfilmd is in India.

Deze televisieserie is gebaseerd op de romans van Bernard Cornwell met Richard Sharpe in de hoofdrol en ging tot hiertoe over zijn avonturen tijdens de oorlog van Wellington tegen Napoleon in Spanje.
  De afleveringen van seizoen 1 & 2 zijn besproken op deze site: The Rise of Sharpe  en The Honour of Sharpe

Het derde seizoen hebben wij niet meer gerecenseerd, omdat we de afleveringen niet goed genoeg vonden.

Sharpe’s Challenge is gebaseerd op drie romans van Cornwell, waarvan een, Sharpe’s Fortress (nog) niet vertaald is in het Nederlands. De twee andere zijn eveneens te vinden op deze site: Sharpe’s tijger en Sharpe’s triomf. 

Inhoud

Proloog: Chasalgaon 1803

Sharpe is naar het grensfort Chasalgaon gekomen om heroverde munitie te recupereren. In plaats daarvan is hij getuige van een bloedbad. Een majoor in het uniform van de Oost-India Compagnie arriveert aan het hoofd van een afdeling sepoys, inheemse soldaten. En moordt bij verrassing het hele garnizoen uit, samen met de mannen van Sharpe. Sharpe zelf raakt gewond en houdt zich -succesvol- dood. De majoor heet Dodd en is een Engelsman, een renegaat die met al zijn sepoys is overgelopen naar Radja van Ferraghur. 

Engeland - India 1817 

Veertien jaar later wordt Sharpe naar Londen ontboden. Na de Slag bij Waterloo (1815) is hij blijkbaar met de rang van kolonel uit het leger gestapt en als landbouwer in Frankrijk blijven wonen met zijn (tweede ?) vrouw. Die is ondertussen overleden. De reeks waarin Waterloo is opgenomen is verfilmd in 1996, maar hebben wij tot nu toe nog niet op de kop kunnen tikken. 

Wellington, inmiddels opperbevelhebber van het leger en vroegere chef van Sharpe in India, wil hem spreken. In India dreigt een grote opstand tegen de Oost-Indië Compagnie. Leider van het verzet van de ontembare Mahratten is Kande Rao, de jonge Radja van Ferraghur. Sharpe weigert de opdracht, tot hij verneemt dat een verdwenen Engelse geheimagent zijn oude wapenbroeder Harper is. 

Zo vinden we Sharpe korte tijd later terug in India, waar hij al meteen Celia Burroughs en haar escorte ontmoet, onder leiding van kapitein Lawrence. De aantrekkelijke Celia is op weg naar haar vader, generaal Burroughs, bevelhebber van de Britse troepen en hun Indische bondgenoten. Sharpe gaat op zoek naar de cavalerieafdeling van het escorte, en belandt in een dorp waar alle inwoners, vrouwen en kinderen incluis, kort tevoren zijn uitgemoord. Hier arriveert ook het gezochte eskadron lansiers, onder aanvoering van Mohan Singh. Al spoedig zal blijken dat Singh geen hoge pet op heeft van de Britten. Hij staat aan hun kant wegens een bloedvete met Radja Kande Rao. Plots duiken uit het niets Mahrattenruiters op. Een man in inheemse klederdracht redt Sharpe van drie aanvallers door zijn musket met vele lopen af te vuren. Het is Harper. 

Ondertussen duikt Dodd weer op, nog steeds in Brits uniform. Maar nu generaal en opperbevelhebber van Kande Rao’s troepen. Zijn mannen slachten de Indische sepoys af en voeren Celia Burroughs en kapitein Lawrence geboeid mee. Bij hun aankomst aan het hof van Kande Rao wordt Lawrence beestachtig afgemaakt met een spijker in het hoofd. Een ruiter levert het hoofd af bij het Britse leger met de boodschap dat Celia Burroughs zal gedood worden als de Britten Ferraghur aanvallen. Sharpe, Harper en Mohan Singh brengen hoofd en boodschap over aan de Britse bevelhebber. Tot Sharpes teleurstelling is dat niet de zwaar zieke Burroughs, maar Sharpes oude vijand, de totaal onbekwame, laffe, ijdele snob Simmerson (zie Sharpe’s Eagle).  

Die heeft dankzij zijn goede relaties alle degradaties overleefd en het dus zelfs tot generaal gebracht. Een complete ramp als legeraanvoerder!

Maar al te graag geeft hij Sharpe de toelating om een levensgevaarlijke actie te ondernemen om Celia te bevrijden. Voor het vertrek heeft Sharpe een hardhandige aanvaring met de sadistische sergeant Bickerstaff, de waardige evenknie van de infernale Hakeswill uit de eerste romans van Cornwell. Sharpe en Harper doen zich voor als deserteurs en vervoegen het leger van de Radja. Dat wordt getraind door Franse officieren, veteranen van Napoleon, onder leiding van de ridderlijke kolonel Gudin. Binnen de kortste keren drillen ze mee het leger van de jonge Radja. Dodd beveelt Sharpe zijn maat Harper neer te schieten, om zijn betrouwbaarheid te bewijzen. De eerste film eindigt wanneer Sharpe aanlegt. Een cliffhanger van jewelste.  

De betoverende Mathuvanthi en de sadistische generaal Dodd

De tweede film begint waar de eerste ophoudt: Sharpe schiet. Maar Harper blijft ongedeerd, wat Sharpe vooraf wist. Ondertussen naderen de Britse troepen de vesting. Dankzij de onbekwaamheid van Simmerson eindigen enkele schermutselingen op een fiasco. Maar bij een ervan wordt Bickerstaff gevangen genomen. En bij de eerste de beste gelegenheid verraadt die Sharpe en Harper, om zijn eigen hachje te redden. Zij worden in de kerker gegooid in afwachting van hun terechtstelling na de gevechten. Dodd lokt de Britse troepen naar de zogezegde zwakke plek in de buitenmuur. De binnenzijde is echter een enorme buskruitmijn als valstrik. Gelukkig herstelt generaal Burroughs net op tijd van zijn koortsaanvallen om Simmerson wandelen te sturen: “Ik wens niet te sneuvelen naast een dubbeloverhaalde dwaas als jij!”

De ridderlijke Fransman Gudin bevrijdt Sharpe en Harper, uit afkeer voor de sadistische methoden van Dodd. Natuurlijk kunnen de twee helden de mijn bijtijds onschadelijk maken. Ferraghur wordt in bloedige lijf-aan-lijfgevechten ingenomen, Celia Burroughs wordt bevrijd, Harper knalt Bickerstaff overhoop en Sharpe doodt Dodd met veel moeite in een zwaardduel. De Radja tekent een vredesverdrag met de Compagnie en Sharpe krijgt een generaalsrang aangeboden in zijn leger. Wat hij afwijst. De twee vrienden kunnen samen weer naar Europa.

Bespreking  

“Wat de karakteruitdieping betreft, stelt Cornwell misschien wat teleur”, schreef ik bij de vorige series. “De personages zijn vrij vlak, zonder veel diepgang. Zelfs Sharpe, die dan toch het meest aan bod komt, krijgt naar mijn smaak niet voldoende reliëf. Ze zijn in zwart-wit tegenstellingen getekend.” Dit geldt in deze twee films vooral voor sergeant Bickerstaff, die in de verfilming de plaats inneemt van zijn ranggenoot Hakeswill uit de oorspronkelijke verhalen. Hij is zo eenzijdig karikaturaal geschilderd, dat het soms gaat ergeren. Idem voor Sharpe’s andere oude vijand Simmerson, de hersenloze, lafhartige, geselgrage snob. Voor het overige treffen we in deze dubbele film meer genuanceerde karakters aan. Zowel de Indiërs als de Ier Harper laten zich meermaals zeer negatief uit over de Engelse veroveringspolitiek van “verdeel en heers”. Uiteraard heeft dit te maken met het feit dat de film volledig op locatie gefilmd is in India en duidelijk eveneens op een Indisch publiek mikt. Die exotische locaties zijn tenvolle benut, zodat het bekijken vaak een lust voor het oog is. Dat geldt niet alleen voor de interieurs, de kledij, de dansen, maar in het bijzonder voor de betoverende Padma Lakshmi in de rol van de verdorven courtisane Mathuvanthi. (Zie meer bij ‘Extra’s’.) 

Samenvattend: deze Sharpe bevalt me qua beeld en diepgang veel beter dan alle vorige films! Je merkt dat er meer geld beschikbaar was. En dat ‘meer’ is daarbij nog efficiënt aangewend.

Extra’s

De tweede DVD bevat niet minder dan 50 minuten ‘Extra’s’. Zoals gebruikelijk is er een ‘Making of’. De film is in amper zeven weken gedraaid in Rajastan, aan de grens met Pakistan, voornamelijk in het gigantische Jagga fort, een goed bewaard historisch monument. Voor de aanvullende decors konden de filmmakers een beroep doen op Indische specialisten van de Bollywoodstudio’s. Het levert soms amusante beelden op, waar de vaklui prestaties op poten zetten in een kruising van hypermoderne middelen en eeuwenoude ambachtelijke vaardigheden. Met vaak uiterst primitieve werktuigen bouwen zij bijvoorbeeld in slechts enkele dagen een exacte replica van Wellingtons bureau in zijn Londense residentie.

Verder krijg je interviews met zowat alle betrokkenen, van Sean Bean tot de Indische figuranten. Hier wordt vooral één hevige fan van Sharpe voor het voetlicht gehaald en gevolgd gedurende de hele productie. Vrij uitzonderlijk, maar wellicht ook met het oog op het Indische publiek.

Aanvullende info

Uitvoerige bespreking over de historische achtergrond vind je op deze site bij de bespreking van de romans: Sharpe’s tijger en Sharpe’s triomf.

Andere films over deze periode op deze site en op de website van de VVLG. 

Officiële website van de auteur. Hier kun je uitgebreide fragmenten downloaden uit zijn laatste boeken (in het Engels natuurlijk). 

Jos Martens

     
 

Met onderstaande zoekmachine kunt u zowel zoeken op het web als binnen Histoforum.

Google
Search WWW Search histoforum.digischool.nl