artikelen over geschiedenis didactiek
Examen 2021
Het is bepaald niet eenvoudig om van te voren te
bepalen of een examenvraag moeilijk is, maar het is
zelfs niet eenvoudig om van vragen die slecht gemaakt te
zeggen waarom dat het geval is.
Inhoud
Moeilijke vragen in het geschiedenisexamen 2021
Zoals wel vaker heb ik ook dit jaar gekeken of ik een verklaring kon vinden voor de slechte scores van bepaalde vragen. Voor het vwo viel het aantal slecht gemaakte vragen overigens wel mee, vier opdrachten hadden een p-waarde van onder de 50 (op een schaal van 0-100). Op havo lag dat aantal echter beduidend hoger. Maar liefst elf van de zevenentwintig vragen van het havo-examen van 2021 hadden een p-waarde van onder de 50 (op een schaal van 0-100), 40%
Mijn opmerkingen bij deze vragen staan in onderstaande twee documenten
In dit document ga ik nader in op de vele factoren die maken dat een examenvraag al dan niet moeilijk is of zou kunnen zijn.
Ik stel het zeer op prijs als collega's willen reageren op mijn analyses. Dat is zeker het geval als men het niet met mij eens is.
Is een vraag een havo
of een vwo-vraag?
Voor wie zelf de proef op de som wil nemen heb ik een
tweetal testen met twintig vragen verzameld met
telkens de vraag: 'Gaat het om een havo-vraag of een
vwo-vraag?
Vervolgens is het mogelijk om van
dezelfde vragen de moeilijkheidsgraad in te
schatten. Mocht u de uitdaging aangaan, dan ben ik heel
benieuwd naar uw resultaten.
Hardopdenkmethode
Wie zicht wil krijgen op hoe een leerling een
examenvraag aanpakt zou kunnen overwegen eens bij een of
enkele leerlingen te werken met de hardopdenkmethode.
Deze methode kan veel informatie opleveren die je als
docent kunt gebruiken om je leerlingen nog beter op het
examen voor te bereiden.
De leerling krijgt een vraag uit het examen voorgelegd
met de opdracht hardop te zeggen wat hij bij het
beantwoorden van de vraag denkt. Begint hij met de vraag
of juist de bron, welke woorden in bron of vraag leveren
problemen op. Wordt duidelijk of de leerling de vraag
begrijpt, enz.
Als een leerlinge stil blijft en/of lang zonder
verbalisaties leest kun je hem stimuleren om hardop te
blijven denken met steeds dezelfde aanwijzingen (zoals:
“Blijf hardop denken!”, “Wat denk je nu?”).
Als de leerling klaar is met het beantwoorden van de
vraag kun je het geheel nog eens met de leerling
nabespreken, waarbij je bijvoorbeeld kunt vragen, waarom
hij met de vraag of de bron is begonnen, of hij de
opdracht begreep, of hij de strekking van de bron
begreep en of hij moeite had om de relevante informatie
uit de bron te halen, enz.
Als je na afloop de redeneringen van een leerling nog
eens wilt terug luisteren is het handig de sessie op te
nemen.