De tien tijdvakken van ....De tien tijdvakken van ... is een digitaal instrument waarmee leerlingen, uit onderbouw en bovenbouw, een eigen invulling kunnen geven aan (kenmerkende aspecten van) de tien tijdvakken. Dat kan op verschillende manieren. In dit artikel worden er enkele besproken. |
Albert van der Kaap, Enschede, a.vanderkaap@slo.nl
Een
schooleigen invulling van de canon
De cultuur-historische canon van Nederland krijgt een
plaats in de kerndoelen. Dat betekent dat de canon,
waarschijnlijk ingaande het cursusjaar 2009-2010,
verplichte leerstof wordt in het basisonderwijs en de
onderbouw van het voortgezet onderwijs. Maar de
kerndoelen zullen geen uitsluitsel geven over de vraag
wat de leerlingen van elk canonvenster precies moeten
weten. In een artikel in Trouw (februari 2008) zegt PvdA
Tweede Kamerlid Pierre Heynen dat er bij de
onderwijskundige invulling van de canon veel ruimte moet
zijn voor de scholen en de docenten. 'Zo kan de canon',
zegt hij, 'specifiek in- en aangevuld worden met
regionale, locale of andere specifieke vensters'. (1)
Heynen staat in deze opvatting niet alleen. In diverse reacties op de canon, ook van Van Oostrom zelf, wordt het aangemoedigd om met allerlei eigen versies van de canon te komen. Het liefst zag de canon commissie dat er voor het basisonderwijs zelfs voor elke Nederlandse gemeente een lokale canon werd ontworpen. 'Voor de ontwikkeling van historisch besef door middel van het leren ontdekken van het verleden in het heden kan de lokale en regionale schoolomgeving een positieve bijdrage leveren. Via een lokale of regionale canon kunnen die onderwerpen benadrukt worden, die de beleving van de geschiedenis in de eigen omgeving mogelijk maken', aldus de commissie.
Deze invulling kan natuurlijk uitbesteed worden aan
regionale of locale historici of aan docenten, maar
misschien is het een veel aardiger idee om leerlingen
hun eigen canon te laten maken. Dat kan een locale,
regionale maar evengoed ook een landelijke canon zijn.
In Kleio pleittte collega Marieke Orsel (2) ervoor om
leerlingen zelf een canon te laten opstellen, één die
voor hen relevant is. Door er samen met andere
leerlingen aan te werken ontstaan er niet alleen meer
perspectieven op de vaderlandse geschiedenis, maar wordt
er ook meer betekenis aan gegeven.
In een reactie op de officiële website van de canon (3)
klaagt een andere collega over het geringe aantal
canonvensters per tijdvak. Alleen al voor de prehistorie
en de oudheid kan ik me wel minstens tien onderwerpen
voorstellen, aldus deze collega, die een plaats hadden
kunnen krijgen naast de vermelde.
Het (gratis) digitale instrument 'De tien tijdvakken
van... ' , ontwikkeld door SLO, maakt het mogelijk een
eigen locale of regionale canon te maken. Maar ook een
eigen invulling geven aan de tien tijdvakken is een
mogelijkheid. (4)
'De tien tijdvakken van
..'. in de Tweede Fase
Verschillende docenten, zeker zij die al een aantal
jaren meedoen aan de pilot van het nieuwe
geschiedenisexamen, geven hun leerling een actieve rol
in het verwerven van oriëntatiekennis. Zo maken
leerlingen van Loek Jansen van Scholengemeenschap
Groenewoud in Nijmegen een 'portret' van de zeventien
kenmerkende aspecten van de eerste vier tijdvakken. De
leerlingen moeten elk kenmerkend aspect toelichten en in
de tijd plaatsen. Met een kaartje plaatsen zij het
kenmerkende aspect vervolgens ook in de ruimte. Daarna
zoeken de leerlingen voor elk aspect een kenmerkende
persoon, die zij kort beschrijven. Tenslotte illustreren
zij tien van de zeventien aspecten met een zelfgekozen
kunstwerk, waar zij een heldere, duidelijke uitleg bij
geven. Bij de overige zeven aspecten geven leerlingen
uitleg bij een passende, door hen zelf gekozen,
afbeelding. [5]
Met 'De tien tijdvakken van ...' kunnen leerlingen een
dergelijk 'portret' van een tijdvak nu digitaal
vormgeven, individueel, maar ook in groepjes.
Het instrument 'De tien tijdvakken van ...'
Het instrument 'de tien tijdvakken
van ...' is gebaseerd op de indeling van de geschiedenis
in tien tijdvakken. Elk tijdvak wordt kort
geïntroduceerd, gevolgd door een korte weergave van de
kenmerkende aspecten van het tijdvak. Met het instrument
kan elke school - zowel op school- als op klassenniveau
- zijn eigen invulling geven aan de tijdvakken. Per
tijdvak kunnen leerlingen items maken. Een item bestaat
uit een tekst en maximaal tien afbeeldingen en/of links
naar filmpjes van Beeldbank, Teleblik of YouTube. Elke
afbeelding kan worden voorzien van een toelichting. De
afbeeldingen en filmpjes verschijnen op de website als
kleine afbeeldingen, zogenaamde thumbnails. Door op een
thumbnail te klikken, wordt deze in een nieuw venster
geopend. Leerlingen kunnen ook verwijzingen naar
relevante websites aan hun item toevoegen.
Hoewel er geen beperking is aan het aantal items dat
leerlingen per tijdvak kunnen maken, zullen alleen de
eerste tien - door de docent gekozen - items op de
website te zien zijn. De docent bepaalt in eerste
instantie ook de volgorde van de items. Daarna kunnen
bezoekers van de site, bijvoorbeeld medeleerlingen of
familieleden, elk item beoordelen. Met een score van 1
t/m 5 (5 is hoog) kunnen zij aangeven hoe belangrijk zij
een onderwerp voor het tijdvak vinden. De items met de
hoogste score komen bovenaan te staan. Elke bezoeker kan
ook bij elk item een reactie plaatsen.
Samenwerkend leren
Leerlingen kunnen, desgewenst op afstand, samen met een of meer klasgenoten aan een item werken. Deze samenwerking kan nog versterkt worden omdat het instrument, zoals gezegd, de mogelijkheid biedt op een item te reageren. De docent kan alle leerlingen bijvoorbeeld verplichten op één of meer items te reageren met een kritische opmerking of een (verhelderende) vraag. Dit betekent dat leerlingen het betreffende item niet alleen kritisch moeten lezen, maar deze ook moeten beoordelen. Zo'n opdracht kan er bijvoorbeeld als volgt uitzien:
-
Bedenk een of meer vragen waarop de schrijver van het item volgens jou antwoord zou moeten geven om een aspect van het item te verduidelijke of te verhelderen, of
Geef advies op welk punt/welke punten het item verbeterd kan/moet worden -
De docent kan de reacties van leerlingen meenemen in de beoordeling van de bijdrage die door de leerling zelf is geschreven.
Een
internationale canon
'De tien tijdvakken van...' bevat ook een Engelstalige
module. Dat betekent dat het ook gebruikt kan worden in
bijvoorbeeld internationaliseringsprojecten. Leerlingen
uit verschillende landen kunnen bijvoorbeeld gezamenlijk
werken aan een geschiedeniscanon. Interessanter nog is
de mogelijkheid om leerlingen uit Nederland en uit een
ander land elk een canon te laten maken voor een of meer
tijdvakken. Discussies over overeenkomsten en
verschillen in gekozen canon items tussen leerlingen uit
verschillende landen kunnen bijdragen aan het verbeteren
van historisch denken en redeneren. Hoe nuttig dat kan
zijn blijkt bijvoorbeeld uit een ervaring van de Spaanse
geschiedenisdocent Margarita Limon. Zij was benieuwd of
haar leerlingen wisten dat kinderen in Latijns-Amerika
anders tegen Columbus aankijken dan zijzelf. Zij vroeg
hen: 'denken jullie dat leerlingen in Latijns-Amerika
hetzelfde over de ontdekking van Amerika leren als
jullie?' De antwoorden varieerden van 'Ja, want het is
een belangrijk onderwerp', via 'Ja, want ook al is er
een tijd overheen gegaan, de geschiedenis blijft
hetzelfde' tot 'Ja, want zij moeten een examen afleggen.
En als zij slagen betekent dat dat zij weten wat er in
het boek staat'. Volgens de laatste leerling is het
duidelijk dat leerlingen overal ter wereld dezelfde
onderwerpen voorgeschoteld krijgen met dezelfde inhoud.
Door samen invulling te geven aan een of meer tijdvakken
worden leerlingen uitgedaagd zich vragen te stellen over
hun interpretatie van het verleden.
U vindt 'De tien tijdvakken van ...' op
http://tientijdvakken.slo.nl
Opdrachten
Een eigen canon
Leerlingen in het primair onderwijs en in het voortgezet
onderwijs kunnen een eigen canon per tijdvak maken,
bijvoorbeeld nadat een tijdvak is behandeld. Het is
echter ook goed mogelijk om door middel van zo'n canon
invulling te geven aan het tijdvak, waarbij het
eindresultaat in de klas wordt nabesproken.
De opdracht kan op verschillende manier worden
vormgegeven. Hieronder worden er twee beschreven.
Voorbeeld 1
1.a Leerlingen van een klas of leerjaar ontwerpen samen
voor een tijdvak hun eigen canon.
Elke leerling, of elk groepje leerlingen werkt
een eigen verschijnsel, gebeurtenis of persoon uit in de
vorm van een tekst met afbeeldingen, filmpjes en/of
links. De afbeeldingen (en bijschriften) en filmpjes
moeten uiteraard functioneel zijn en de tekst
verhelderen of aanvullen.
Uiteindelijk kiest de docent de tien items die hij het
meest kenmerkend vindt voor het tijdvak. De leerlingen
bekijken vervolgens elkaars items en beoordelen elk item
met een cijfer van één tot vijf. Het item met de hoogste
beoordeling komt vervolgens bovenaan te staan.
1.b Leerlingen van een klas of leerjaar ontwerpen samen
voor één of meer tijdvakken hun eigen canon.
Elke leerling, of elk groepje leerlingen werkt
een eigen verschijnsel, gebeurtenis of persoon uit in de
vorm van een tekst met afbeeldingen, filmpjes en/of
links. Uiteindelijk kiest de docent de tien items die
hij het meest kenmerkend vindt voor het tijdvak.
Elke leerling schrijft vervolgens een reactie op twee
items. Deze reactie kan bestaan uit één of meer van de
volgende opdrachten:
-
Bedenk een of meer vragen waarop de schrijver van het item volgens jou antwoord zou moeten geven om een aspect van het item te verduidelijken of te verhelderen
-
Geef advies op welk punt/welke punten het item verbeterd kan/moet worden
-
Geef commentaar op de keuze van kaarten, afbeeldingen, filmpjes. Maak duidelijk waarom je deze keuze goed vindt of waarom niet.
De leerlingen bekijken vervolgens elkaars items en
beoordelen elk item met een cijfer van één tot vijf. Het
item met de hoogste beoordeling komt vervolgens bovenaan
te staan.
1.c Leerlingen van een klas of leerjaar ontwerpen samen
voor één of meer tijdvakken hun eigen canon.
Elke leerling, of elk groepje leerlingen werkt
een eigen verschijnsel, gebeurtenis of persoon uit in de
vorm van een tekst met afbeeldingen, filmpjes en/of
links. Uiteindelijk kiest de docent de tien items die
hij het meest kenmerkend vindt voor het tijdvak.
Elke leerling schrijft vervolgens een reactie op twee
items. Deze reactie kan bestaan uit één of meer van de
volgende opdrachten:
-
Bedenk een of meer vragen waarop de schrijver van het item volgens jou antwoord zou moeten geven om een aspect van het item te verduidelijken of te verhelderen
-
Geef advies op welk punt/welke punten het item verbeterd kan/moet worden
-
Geef commentaar op de keuze van kaarten, afbeeldingen, filmpjes. Maak duidelijk waarom je deze keuze goed vindt of waarom niet.
De auteur(s) verbeteren hun item door het commentaar van
hun medeleerlingen te verwerken in hun verhaal en
antwoord te geven op eventuele vragen..
De leerlingen bekijken vervolgens elkaars items en
beoordelen elk item met een cijfer van één tot vijf. Het
item met de hoogste beoordeling komt vervolgens bovenaan
te staan.
Voorbeeld 2
Ook in dit voorbeeld ontwerpen de leerlingen van een
klas of leerjaar samen voor één of meer tijdvakken hun
eigen canon. Het verschil met het eerste voorbeeld is
dat de docent eerst met de leerlingen bespreekt welke
tien verschijnselen, gebeurtenissen of personen een
plaats moeten krijgen in de canon van een tijdvak.
Vervolgens verdeelt de docent de tien onderwerpen
(items) onder de leerlingen die er vervolgens in kleine
groepjes mee aan de slag gaan.
De leerlingen bekijken vervolgens elkaars items en
beoordelen elk item met een cijfer van één tot vijf. Het
item met de hoogste beoordeling komt vervolgens bovenaan
te staan.
Uiteraard kan ook deze opdracht worden uitgebreid zoals
beschreven onder 1.b en 1. c.
Tijdvakken in beeld
Zowel in de onderbouw als de bovenbouw kunnen
leerlingen, op verschillende manieren, een beeld
schetsen van een tijdvak. Een voorbeeld.
De docent verdeelt de kenmerkende aspecten van een
tijdvak onder (groepjes) leerlingen. Elk groepje krijgt
de volgende opdracht:
-
Geef een heldere, duidelijke beschrijving van het
jkenmerkende aspect
-
Plaats het kenmerkend aspect met een kaartje in de
ruimte. Schrijf onder het kaartje een toelichting.
-
Zoek minstens vier afbeeldingen die het kenmerkend
aspect illustereren. Geef van elke afbeelding aan
waarom deze een goed illustratie van het aspect is.
-
Zoek een afbeelding van een persoon die bij uitstek
past bij het kenmerkend aspect en licht toe waarom
je dat vindt.
-
Plaats een afbeelding van een kunstwerk, voorwerp of
literair werk dat past bij het kenmerkend aspect en
licht je keuze toe.
- Voeg (zo mogelijk) een kort filmpje toe en schrijf een korte introductie op het filmpje.
Elke leerling schrijft vervolgens een reactie op twee
items. Deze reactie kan bestaan uit één of meer van de
volgende opdrachten:
-
Bedenk een of meer vragen waarop de schrijver van het item volgens jou antwoord zou moeten geven om een aspect van het item te verduidelijken of te verhelderen
-
Geef advies op welk punt/welke punten het item verbeterd kan/moet worden
-
Geef commentaar op de keuze van kaarten, afbeeldingen, filmpjes. Maak duidelijk waarom je deze keuze goed vindt of waarom niet.
De auteur(s) verbeteren hun item door het commentaar van hun medeleerlingen te verwerken in hun verhaal en antwoord te geven op eventuele vragen.
De leerlingen bekijken vervolgens elkaars items en beoordelen elk item met een cijfer van één tot vijf. Het item met de hoogste beoordeling komt vervolgens bovenaan te staan.
Noten
1. Pierre Heijnen, lid PvdA-fractie Tweede Kamer in
Trouw 8 februari 2008
2. Kleio, nr. 9, september 2008
3. http://www.entoen.nu
4. http://tijdvakken.slo.nl
5.Zie de brochure het PTA in de Tweede Fase voor meer
voorbeelden
(http://www.slo.nl/themas/Geschiedenis/AN_3.4594.095_PTA_Tweede_Fase.pdf/)
tien tijdvakken
onderwerpen
Elk onderwerp bestaat uit:
-
een tekst
-
afbeeldingen
-
filmpjes
-
links
Copyright: Albert van der Kaap, 2009