De prehistorie en de eerste stedelijke samenlevingen Tijd van jagers en boeren (- 3000 v. Chr) De prehistorie bestrijkt (samen met de tijd van de eerste steden) een periode van meer dan twee miljoen jaar. Toch is het het tijdvak dat in de klas de minste aandacht krijgt. Ook de klassieke oudheid, toch een periode van zo'n duizend jaar, moet het doen met slechts één tijdvak. De ongeveer evenlange middeleeuwen hebben er tenminste nog twee. Elke volgende eeuw krijgt een tijdvak voor zichzelf, terwijl de twintigste eeuw zelfs twee tijdvakken kreeg toegeschoven. Over de prehistorie worden op het examen ook slechts weinig vragen gesteld en dus worden de jagers, boeren en eerste stedelingen er in een vloek en een zucht doorheen gejaagd. Begrijpelijk, of toch misschien niet? |
Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org
Tijdlijn van de menselijke geschiedenis
Ca 2,8 miljoen jaar geleden: Overgang van nat, warm plioceen naar kouder pleistoceen -groei brein van mensachtigen in Afrika
ca 2 miljoen jaar geleden: migratie van Homo ergaster van
Afrika naar Azië: homo erectus (vondsten mensachtigen
van 1,9 miljoen jaar oud in China; van 1,8 miljoen jaar
oud in Java; later ook naar Europa, ca 1,6 miljoen jaar
oud).
ca 400.000 jaar geleden: koude periode: ontwikkeling van
Homo helmei in Afrika
ca 250.000 jaar geleden: warmer: Homo helmei trekt naar
Eurazië en evolueert o.a. tot Homo neanderthalis (eerste
mensachtigen in Groot Brittannië ca 200.000 jaar
geleden).
ca 170.000 jaar geleden: begin van (zeer) koude
periode: Homo sapiens evolueert in Oost Afrika (alle
huidige mensen op aarde stammen daarvan af).
ca 120.000 warmer: Sahara verandert in
savanne-landschap: Homo sapiens trekt naar noorden en
eerste vertrek uit Afrika via Sinai en Levant. Daarna
kouder (en droger): verwoestijning: eerste Homo-sapiens
Aziaten sterven uit (ook geen terugtocht mogelijk:
woestijn blokkeert).
Ca 80.000 jaar geleden: koud:
zee ca 80 meter lager: nieuwe ‘uitbraak’ van Homo
sapiens naar Azie, nu naar Yemen vanuit
Ethiopie/Eritrea. Suksesvolle kustdieren-verzamelcultuur
(schelpdieren, vis) die langs de kust van de Indische
Oceaan leidt tot in Australie (ca 75.000 jaar geleden).
Alle niet-Afrikanen stammen af van die emigratie-groep
(zie afbeelding).
Ca 50.000 jaar geleden: warmer en natter: woestijnen
worden savannes; vanuit India en Centraal Azië eerste
trek naar Europa, en vanuit Oost-Aziatische kustgebieden
naar Japan, en Aziatisch binnenland in via grote
rivieren. Voor 30.000 jaar geleden al eerste trek naar
Amerika??? (Vuurlandbewoners: ‘australoiden’?)
Vanaf ca 30.000 jaar geleden: uitsterven andere Homo
soorten (waaronder Neanderthalers, alleen Homo sapiens
overleeft)
Ca 20.000 jaar geleden: IJstijd. Zee 130 meter lager
(ontstaan van landbruggen tussen voormalige eilanden).
Grote delen van de wereld onbewoonbaar (kou, droog).
Aanpassingen aan kou (evolutie tot lichter pigment,
begin Mongoloide huidplooien als vetbescherming).
Aanpassing van bestaanswijze: bv. mammoetjagers in
noorden. Maar ook: sterke afname aantal mensen in
noordelijke gebieden; deels uitsterven, deels migratie
naar zuiden en naar kustgebieden.
Ca 12.000- 8000 jaar geleden: warm, Sahara grasland (rotstekeningen!).
Expansie menselijke bewoningsgebieden, begin akkerbouw
en veeteelt.
Bron:
college van Ton Dietz
Tijdvak en kenmerkende aspecten
Kenmerkende aspecten:
-
De levenswijze van jagers en verzamelaars
-
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
-
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Contexten
samenleving van jagers/verzamelaars (Afrika, Azië, Europa)
samenleving van boeren (Midden-Oosten en/of Nederland)
samenleving van stedelingen (Midden-Oosten)
Leerdoelen
De leerlingen:
kunnen een relatie leggen tussen jagen/verzamelen, wonen en godsdienst
-
kunnen een relatie leggen tussen landbouw, wonen en godsdienst
kennen mogelijke verklaringen voor het ontstaan van de landbouw
weten waar de eerste landbouw is ontstaan en waarom juist daar
kennen de belangrijkste veranderingen die het gevolg waren van de komst van landbouw en veeteelt
kennen de belangrijkste veranderingen die optraden met de komst van de eerste stedelijke gemeenschappen
Inhoudelijke (unieke) begrippen
jagers
voedselverzamelaars
agrarische (neolitische) revolutie
Inhoudelijke (generieke) begrippen
-
beschaving
boeren
priester
ambtenaren
samenleving
maatschappij
staat
tempel
basis van macht
legitimiteit van macht
status
landbouw
leger
ritueel
rite
ceremonie
cultus
wet
nomaden
sedentair
ambacht
Meta-concepten (second-order concepten)
Continuïteit/verandering
welke veranderingen traden op door de komst van de landbouw en de eerste stedelijke gemeenschappen?
wat bleef hetzelfde?
Oorzaak/gevolg
Wat was of wat waren de oorzaken van het ontstaan van landbouw en veeteelt?
Bewijs (bronnen)
Hoe komen we aan gegevens over de prehistorie
Tot ongeveer 3000 v. Chr. geen geschreven bronnen
Wel materiële vondsten
-
kunnen (aan de hand van gegeven bronnenmateriaal) beredeneren waarom de mens aan landbouw en veeteelt ging doen
Interpretatie
-
kunnen (aan de hand van gegeven bronnenmateriaal) beredeneren of er met de komst van landbouw en veeteelt sprake was van een revolutie
Tijd en plaats
Copyright: Albert van der Kaap, 2009