Jakob van der Kaap, zoon van Karst Jacobs van der Kaap, geboren in Zevenhuizen (Leek) op 17-11-1804 en overleden op 26-10-1841 in Zevenhuizen (schipper). Getrouwd in Ezinge op 20-02-1826 met Elisabeth Pieters Kooijma, geboren in Ulrum op zondag 09-06-1799 gedoopt (ned.ger.) op 16-06-1799 te Ulrum, dochter van Pieter Edzes Kooijma en Grietje Saspers. Uit dit huwelijk:
Karst
Jacobs van der Kaap,
geboren in Hoogezand aan boord van een schip op vrijdag 7 april 1826.
Grietje
Jacobs van der Kaap,
geboren te Zevenhuizen op zaterdag 6-09-1828, overleden te Groningen op 18
januari 1903.
Waarschijnlijk had Grietje een kind van een onbekende
man, Elisabeth van der Kaap, geboren begin 1852 in Groningen, overleden
in Groningen op
Jan Geerts Dekens was eerder in Groningen op 16-12-1852
getrouwd met Maria Hermina Johanna Pustus, geboren op 13-11-1824 in
Groningen, dochter van Johannes Josephus Pustus en Johanna Gerritdina
Rijnvis. Uit dit huwelijk:
Roelfke van der Kaap, geboren te Garnwerd (gemeente Ezinge) op 18-07-1831. Getrouwd (1) op 20-11-1862 in Groningen met Harm Huizng (schipper), geboren op 16-09-1826 in Veendam, zoon van Douwe Douwes Huizing en Roelfjen Harms de Bei, overleden op 01-07-1866 in Groningen. Uit dit huwelijk:
Douwe Huizing, geboren maart 1865 in Groningen, overleden op 18-04-1865 (16 dagen oud) in Groningen.
Elizabeth Huizing, geboren in 1866, overleden op 21-09-1867 in Wildervank, een jaar oud (aangifte van overlijden in Groningen pas op 31-12-1867, waarschijnlijk vanwege beroep vader).
Getrouwd (2) op 17-11-1867 in Groningen met Albert Groenewold
(schipper), geboren te Stadskanaal op 7-08-1832,
zoon van Roelf Reinders Groenewold en Janna Alberts Pinkster. Betje Groenewold, geboren in
Groningen in 1870, overleden in Groningen op 30-08-1870. Roelf Groenewold, geboren in
Groningen in 1868/69, overleden op zondag 26 december 1937. Getrouwd in Onstwedde op 04-01-1908 met Henderika
Blaauw, geboren in Onstwedde in 1881/82,overleden op woensdag 6 augustus
1947, dochter van Jan Blaauw en Gepke
Venema. Uit dit huwelijk: Albert Groenewold, geboren op vrijdag 29
juli 1910 in Vosseberg. Jan Groenewold, geboren op zondag 8 december
1912 in Vosseberg. NN Groenewold, overleden op zondag 2 mei
1915 in Vosseberg.
Jacob
Groenewold, geboren in Valtherveen (woonachtig in Onstwedde) op
01-08-1871, overleden in Groningen op 16-09-1871. Jacob Groenewold, geboren augustus
1873 in Groningen, overleden op 01-09-1873
in Wildervank, zes dagen oud.
Elisabeth Kooijma is op 25-09-1842 in Leek getrouwd (2) met Albert van der Heide (schipper), geboren in 1814/15 in Leek, zoon van Sipke Alberts van der Heide (scheepstimmerknecht) en Leentje Pieters Flonk.
Jacob was schipper van beroep en woonde op nummer 24. Hun schip had Leek als vaste thuishaven.
Geert Jans Dekens, geboren 13-12-1798 in Groningen
was van juni 1831 tot augustus 1834
schutter bij de Drentse Mobiele
Schutterij. Deze legereenheid werd in 1830, enkele maanden na de Belgische
opstand, geformeerd en is in de hiervoor genoemde jaren in het zuiden van ons
land gelegerd geweest.
Na de val van Napoleon in 1815 hadden de grote mogendheden op het congres van
Wenen besloten Noord-Nederland en de Oostenrijkse Nederlanden - het huidige
België - samen te voegen, teneinde een sterke staat aan Frankrijks noordgrens te
creëren. Deze nieuwe staat, die onder leiding van koning Willem I stond, heeft
tot 1830 bestaan. Eind augustus van dat jaar ontstond in Brussel een opstand met
een duidelijk anti-Nederlands karakter en al spoedig was België vrijwel geheel
in handen van de opstandelingen. Willem I begon daarop zijn leger, dat door de
afsplitsing van België uiteen was gevallen, weer op te bouwen. Als onderdeel
daarvan riep hij in oktober 1830 de 'eerste ban' - de ongehuwden en de gehuwden
zonder kinderen - van de schutterijen in Nederland onder de wapenen. In Drenthe
betrof dat de schutters die dienst deden in de Dienstdoende Schutterij van
Meppel en in de Rustende Schutterijen in de overige gemeenten.
De nieuw gevormde Drentse Mobiele Schutterij kreeg een omvang van 1200 man,
onderverdeeld in vier kompagniën. In totaal hebben in de periode 1830-1834 1730
personen in deze legereenheid dienst gedaan. De samenstelling van de eenheid
wisselde. De plaatsen die vrij vielen doordat schutters ontslag kregen als hun
diensttijd ten einde liep, werden door nieuwe recruten opgevuld. Dat was ook het
geval als schutters overleden of als zij zich door een remplacant lieten
vervangen.
Sterfgevallen kwamen helaas in grote aantallen voor. Meer dan 150 van de Drentse
schutters stierven, soms al een paar weken na hun indiensttreding.
Alhoewel een gedeelte van de Drentse schutters formeel tot 1839 onder de wapenen
bleven, kwam in de praktijk voor vrijwel allen van hen in 1833 of in 1834 een
einde aan hun actieve diensttijd. In die jaren werden zij met onbepaald verlof
naar huis gestuurd.
Op een kleine eenheid na heeft de Drentse Mobiele schutterij niet aan de
krijgshandeling tijdens de Tiendaagse Veldtocht (2 tot 12 augustus 1831) tegen
België deelgenomen. De uitzondering betrof een eenheid van 54 man onder
luitenant Braams uit Gieten, die als onderdeel van een bataljon Gelderse
schutters aan de strijd deelnam.
Kleiding
De zorg is hen allen te kleden in donkerblauwerok met blauwe voering,
rode kraag en rode opslagen, witte knopen, zwarte das en wit of blauw vest,
blauwe pantalon, zwarte slobkousen en sjakot. Maar tijdens de veldtocht (tegen
de Belgen) zal blijken, dat bovenkleding dikwijls als nutteloze ballast tevelde
werd weggeworpen. Bataljons Schutterij hadden blauwe lakense broeken weggeworpen
om in hun linnen broeken de veldtocht mee te maken (augustus). Cort Heyligers
meldt hier, dat `De schutters smijten alles weg, ransels, kleedingstukken,
kookketels, bidons . . . zelfs lagen vele geweren langs den weg'')