KapitalismeIn het interbellum in de twintigste eeuw ontstonden er in Europa twee totalitaire staten, het nationaal-socialistische Duitsland en de communitische Sovjetunie. Na de tweede wereldoorlog kwamen hier nog een aantal staten bij. |
Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org
Kapitalisme is een
politiek-economisch systeem dat onder andere gekenmerkt
wordt door privé-eigendom van de productiemiddelen, zoals machines, grond, gebouwen, grondstoffen en
arbeid.
Het kapitalisme is verbonden met de liberale staatsfilosofie, die uitgaat van de
individuele (politieke en economische) vrijheid, het
eigendomsrecht en vrije marktwerking.
Het kapitalistisch systeem nam eind 18e eeuw een hoge
vlucht in Engeland toen de stoommachine was uitgevonden
en de eerste gemechaniseerde fabrieken het daglicht
zagen. Deze industriële revolutie zou zich in de loop
van de 19e eeuw over Europa verspreiden. Het bezit van
productiemiddelen was daardoor nog meer dan voorheen een
bron van grote macht. In dezelfde periodes vonden
liberale staatkundige omwentelingen plaats.
Met name in de Sovjet-Unie (vanaf 1917) en in de
Volksrepubliek China (vanaf 1949) werd geprobeerd een
socialistische economie op te bouwen. In West-Europa
poogde de sociaaldemocratie, minder rigoureus, de
maatschappelijke gevolgen van radicaal kapitalisme bij
te sturen.
Voor- en nadelen van het kapitalise
Onder de voorstanders van het systeem vindt men van
oudsher de liberalen. Deze meende dat een kapitalistisch systeem met
een zo vrij mogelijke markt de grootste individuele
vrijheid zou opleveren.
Volgens de antikapitalist Karl Marx vormen de eigenaars
van productiemiddelen een klasse, de kapitalisten. Een
andere klasse, de arbeiders, moet zijn arbeidskracht
verhuren aan die kapitalisten. Tot deze arbeiders wordt
iedereen gerekend die in loondienst werkt. Dit leidt,
volgens Marx, tot een onrechtvaardige machtsverhouding
(bekijk ook
deze afbeelding).
De gedachte dat het kapitalisme bittere armoede
genereert bij arbeiders wordt bestreden door de stelling
dat het kapitalisme en de industriële revolutie reeds
vanaf het begin voor grotere welvaart zorgden voor arm
en rijk.
Aan de andere kant zijn er ook tal van auteurs die
betogen dat het kapitalisme wel tot grotere welvaart
voor zowel de armen als de rijken hebben geleid, maar
ook tot een grotere ongelijkheid tussen de
(kapitalistischer) Westerse wereld en de overige landen.
Een andere bezwaar tegen kapitalisme is dat het leidt
tot productie- en consumptiegroei. Dit zou kunnen leiden
tot verwoesting van het milieu. Een tegenwerping
hiertegen is dat het probleem van milieuvervuiling in
voormalig communistische landen groter was dan in het
kapitalistischer Westen. Een mogelijke oorzaak is dat
kapitalisme tot meer rijkdom leidt, waardoor er meer
geld is om te investeren in schonere technologie.
Nog een ander bezwaar tegen kapitalisme is dat het
streven naar winst ten koste zou gaan van verschillende
mensenrechten en dan met name rechten als het recht op
sociale zekerheid en recht op medische zorg.
Kapitalisme
Copyright: Albert van der Kaap, 2009