Histoforum      Lesmateriaal      Toetsmateriaal      Vakinformatie      Magazine    

De eerste steden

Waarom kropen mensen dicht bij elkaar in huizen die je alleen maar via een gat in het dak kon betreden, waarom gingen mensen in steden wonen?

Albert van der Kaap, Enschede, albert@vanderkaap.org      

De eerste steden

We meenden het antwoord te weten. Omdat mensen aan landbouw gingen doen, moesten ze dicht bij hun vee en hun gewassen wonen. Nieuwe opgravingen laten echter twijfel rijzen aan de opvatting dat de eerste steden en de neolithische revolutie, de overgang van jagen en verzamelen naar landbouw tot een en hetzelfde proces behoren. Opgravingen in Çatal Höyük en ander steden maken duidelijk date r ook andere factoren een rol speelden, bijvoorbeeld een gedeelde culturele revolutie die aan het ontstaan van landbouw voorafging.
Çatal Höyük bestreek zo’n 12 hectares en herbergde zo’n 10.000 mensen, die generatie na generatie hun huis boven op een ander huis bouwden zodat er een twintig meter hoge heuvel ontstond. Het was eigenlijk nog niet veel meer dan een overbevolkt dorp, dat nog meer aanleiding geeft voor de vraag: waarom gingen mensen, terijwl er toch ruimte genoeg was, zo dicht bij elkaar wonen?

Çatal Höyük
 
Het verschil tussen een dorp en een stad is niet zozeer een kwestie van grootte, het heeft meer te maken met de sociale en econonomische verhoudingen tussen mensen. De oudste steden in mesopotamië wwaren mogelijk omdat door een overvloed aan landbouw producten niet iedereen meer betrokken hoefde te zijn bij de voedselproductie. Sommigen konder ander werk gaan doen zoals ambachtslieden en priesters. Zij gingen in de stad wonen, terwijl de boeren op het platteland woonden.

De jongste opgravingen in Çatal Höyük bieden echter weinig bewijs voor een dergelijke arbeidsdeling. Ook de voorwerpen van obsidiaan werden waarschijnlijk niet in gespecialiseerde ateliers gemaakt. Ook zijn er in Catal Huyuk geen sporen gevonden van openbare gebouwen. De bewoners begroeven hun doden onder de vloer van hun huis. Op basis van dit en ander bewijs concludeert Hodder voorzichtig dat de basis sociale eenheden in Çatal Höyük bestond uit een uitgebreide familie die in een aantal huizen bij elkaar woonde en min of meer autonoom in hund dagelijkse bezigheden opereerde.

Çatal Höyük

Dit beeld van een gedecentraliseerde gemeenschap net slechts weinig arbeidsdeling wordt nog nog een versterkt door het feit dat de landbouw nog maar in zijn eerste fase was. Çatal Höyük lag aan een, nu drooggevallen, rivier die er door overstromingen voor zorgde dat er een draasig gebied ontstond. Restanten van gevonden planten tonen aan dat de mensen zowel wilde en gecultiveerde planten aten als zaden. Voor het verbouwen van tarwe en gerst was irrigatie in dit natte gebied waarschijn niet nodig en er is geen bewijs gevonden dat er graan gemalen werd voor brood. Het is ook maar zeer de vraag of het vee waarvan sporen werden gevonden gedomesticeerd was. De meeste overblijfselen zijn afkomstig van schapen die al veel eerder gedomesticeerd werden.

We hebben, aldus Algaze, altijd gedacht dat sedentair leven en landbouw twee kanten van dezelfde medaille waren. Nieuw bewijs toont echter aan dat ze weliswaar met elkaar te maken hebben, maar dat zij niet noodzakelijkerwijs met elkaar samenvallen.

Sterker bewijs komt van de opgravingen in Asikli in centraal Analtolië, een dorp dat zo’n 1000 jaar ouder is dan Çatal Höyük.Hier woonden honderden mensen in huizen van stenen van gedroogde modder. Het dorp was gedeeltelijk ommuurd met een stenen muur. Er was een cluster van openbare gebouwen, mogelijk een tempel complex. Door het dorp liep een geplaveide weg.  In Asikli zijn tien bebouwingslagen uitgegraven en het bleek dat het patron van huizen en de weg telkens precies herhaald werd op elk niveau. De meeste planten en dieren waren echter wild. Asilik was dus een dorp van vooral jagers en verzamelaars. Je zou verwachten dat het meer voor de hand had geleden om in een nat gebied zoals rond Çatal Höyük in kleinere nederzettingen te gaan wonen. Waarom kropen mensen dan toch zo dicht bij elkaar?

Asikli

Ook volgens Jacques Cauvin ging aan de agrarische revolutie een culturele revolutie vooraf. Een revolutie die betrekking had op religieuze praktijken en het gebruik van symbolen. De samenleving van jagers en verzamelaars onderging een mentale verandering dat het hen mogelijk maakte anders naar hun omgeving te kijken en die het hen mogelijk maakte die omgeving meer selectief en actief te exploiteren.

De culturele revolutie wordt mogelijk bevestigd door de muur schilderingen die een rituele betekenis hebben. Deze werden gevonden op muren rond een verhoging in de kamers. Onder de vloer hiervan werden mensen begraven, vooral kinderen. Deze schilderingen kunnen bedoeld zijn geweest om de geesten die het leven van de jonge mensen mensen hebben weggenomen mild te stemmen of om de levenden te beschermen tegen de geesten van de doden. Dergelijke praktijken kom je tegenwoordig ook nog tegen bij stammen als de San in Zuid-Afrika, nomadische stamen in Noord Azië en de Nuba in  Soedan.  De Tikopia in Polynesië begroeven hun doden ook onder de vloer.

Reconstructie van het stierenheiligdom in Çatal Hüyük.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Çatal Höyük


  Moeder godin

Copyright:  Albert van der Kaap, 2009